Mart schreef: ↑19 jun 2020, 18:53
Robert Frans, je gaat mee met de bijbelwetenschap en tekstkriek dat Mozes in werkelijkheid zeer waarschijnlijk geen historisch figuur is. Je gaat mee met het gegeven dat moraliteit ons niet door religie is ingegeven en dat invoelendheid en mededogen ons niet door goden en priesters zijn aangereikt, maar door moedertje natuur. [...]
Dan rest er wat mij betreft slechts je
ubi caritas et amor, Deus ibi est (waar vriendschap is en liefde, daar is God) als reactie op de vraag waar God is aan te tonen buiten het hoofd van godgelovigen.
Hoeveel van dit persoonlijke ervaren is daadwerkelijk afkomstig van de God waarin je gelooft? Is dat een vraag waarop je het antwoord echt weet, al was het maar voor jezelf, in stilte?
Allereerst, komt ál ons denken, theïstisch of atheïstisch, niet in eerste instantie vanuit ons hoofd? Alles wat wij waarnemen en ervaren wordt immers in onze hersenen verwerkt en geïnterpreteerd. Nu geloof ik niet dat wij enkel onze hersenen zijn, maar dat we God allereerst zo in onszelf leren kennen lijkt mij daarom wel vrij voor de hand liggend.
Het is verder ook een kwestie van perceptie. De één kan de hele menselijke geschiedenis en wetenschap kennen en geloven dat er geen God kan zijn, de ander kan hetzelfde doen en geloven dat er juist wél een God is. Waar ligt dan de crux?
Niet zozeer in de ratio, want dat stuk gereedschap is voor beide wegen te gebruiken. Ook niet zozeer in de behoefte, want zowel het theïsme als het atheïsme hebben zowel hun troostrijke als huiveringwekkende kanten. Het is zelfs zo dat bekering tot het christelijk geloof niet voor iedereen een aangename ervaring is; Gerard Reve beschrijft bijvoorbeeld in zijn boek Moeder en Zoon zijn toetreden tot de katholieke kerk zelfs als vernederend en als iets waar hij erg tegen te hoop liep. En sommige atheïsten kunnen erg cynisch worden als zij een te nihilistische zienswijze ontwikkelen. Dus wat is dan het geheim?
Zelf ben ik als protestant opgevoed (als baptist, om precies te zijn), maar ontdekte ik op latere leeftijd na een periode van twijfel steeds meer dat ik katholiek geloofde en daarom tot die kerk wilde toetreden. Het geloof heeft dus altijd al mijn leven bepaald, maar toch is het wel iets waar ik bewust voor kies.
Herman Finkers (daar is ie weer) omschrijft zijn katholicisme als een geaardheid en ik kan die woordkeuze wel begrijpen. Het is niet zomaar een gedachtengang die je wel of niet volgt, maar iets wat heel je leven doordrengt en diepgaand bepaalt wie en wat je bent. Ook bij katholieken die het geloof hebben afgezworen, zie je vaak toch nog wel sporen ervan terug in hun doen en laten en dat is vrij lastig te omschrijven.
Het chassidisme dat ik ooit beleed, ging uit van
ejn 'od milvado: ''Er is niets buiten Hem'' -- een frase afkomstig uit Deuteronomium 4:35. Ik ervoer deze als de
ultieme theodicee, een onweerlegbare verdediging, krachtiger dan die van de oudste profeten die het lijden neerzetten als straf, krachtiger dan Spreuken dat veronderstelt dat het leven zelf zodanig in elkaar steekt dat de rechtvaardigen worden beloond terwijl de schuldigen lijden, krachtiger dan Prediker die meende dat het leven zinloos zou zijn en het soms juist de onschuldigen zijn die door onheil worden getroffen en slechts houvast vond aan godsvrees en het houden van God's geboden; krachtiger dan Dani'el en Openbaringen uit het Christelijke NT, waar God deels wordt gevrijwaard als dader en het lijden voornamelijk wordt veroorzaakt door kwade machten die zich opstellen tegen God; zelfs krachtiger dan de onschuldige, oprechte en godvrezende Job -- een mens die het kwaad vermeed, werd getroffen door het diepste lijden, alles verloor, God ernaar vroeg, maar - ondanks een indirect antwoord - zijn lijden uiteindelijk wellicht nooit volledig heeft kunnen doorgronden.
Ejn 'od milvado -- ''Er is niets buiten Hem'': Hij is de dader en de getroffene, de beul en het slachtoffer, de aarde, de planeten, de zon, de sterren, alles.... -- de finale Ene en het ultieme weerwoord op het lijden, bijgeschaafd en geperfectioneerd door millennia aan vallen en opstaan en weer vallen en opstaan, bestand tegen ieder logisch argument en vooral te vinden in de woorden van degenen die God hoog willen houden ten koste van een overmaat aan leed, zoals Elie Wiesel die tijdens de eerste nacht in Auschwitz achter zich iemand hoorde vragen: ''
In godsnaam, waar is God?'' en zichzelf hoorde zeggen ''
Waar Hij is? Dit is waar - hier hangend aan deze galgen''.... Dat was haSJem (''de Naam'', zoals we JHWH noemden) waarin ik geloofde. Maar hoeveel van dit geloof was daadwerkelijk afkomstig van de God waarin ik geloofde? Ieder antwoord valt te verdedigen; ook in stilte, voor jezelf. Wat blijft er dan nog over?
God zelf. En ja, dat klinkt als een verschrikkelijk cliché en mijn schrijven zal ongetwijfeld nooit recht kunnen doen aan de prachtige, doorleefde woorden die je hier citeert en zelf schrijft.Want inderdaad, God is bijzonder aanwezig in hen die lijden.
Maar het is wat Johannes van het Kruis de donkere nacht van de ziel noemt: als alle ervaringen, onderbouwingen, ideeën, herinneringen en gevoelens wegvallen, zonder dat de ziel sterft, als de ziel zo bij leven al helemaal naakt voor God komt te staan, wat blijft er dan nog van over? Dan is het inderdaad uitsluitend de ziel en God en meer niet.
In mijn posts hier reagerend op andere users heb ik enigszins geprobeerd een antwoord te geven op de vraag hoe God aanwezig is in deze wereld. Maar uiteindelijk valt dat allemaal weg, uiteindelijk wordt je inderdaad toch weer op jezelf aangewezen als het gaat om het zoeken en wel of niet vinden van God. Hoewel niet helemaal, want zoals ik al zei laat God zich (uiteindelijk) kennen aan een ieder van goede wil, een ieder die oprecht vanuit liefde en mededogen wil leven.
Sommigen zouden wat ik hier schrijf misschien willen samenvatten met 'het is dus niets anders dan een gevoel, of een ervaring'. 'Iets is niets anders dan dat.' Een denkwijze die in de wetenschap wellicht weerklank vindt en soms ook moet vinden, maar die in het levensbeschouwelijk denken toch geen plaats zou moeten hebben.
Juist daarbinnen zoeken en vinden wij betekenis in alles wat wij horen en zien. Dat kan men afdoen als een vorm van menselijke naïviteit, maar ik geloof dat dat zodanig inherent is aan de mens, dat het tot haar aard behoort om zulke verhalen van betekenis te vertellen en te voorzien. Dat, om weer in religieuze woorden te spreken, God ons dat verlangen in het hart heeft gelegd, omdat Hijzelf beeldend gesproken verhalen schrijft en ons met Hem laat meeschrijven.
De zon is niet zomaar een kernfusiebol, maar de bron van alle leven, het licht dat ons doordringt, een beeld van Gods majesteit. Een boom is niet zomaar een zuurstoffabriek, maar de boom van het leven, van kennis, van groei en hoop. Het brood is niet zomaar een hoop bewerkt graan, maar wordt het Lichaam van Christus als Hij zich op het altaar tegenwoordigstelt.
Alles heeft betekenis, alles ademt en leeft, en dat gaat mijns inziens dus veel verder dan enkel een bepaalde gedachtengang die je wel of niet met je brein volgt. En soms zie je dat in één oogopslag en voel je je met heel de schepping, met je medemens en met God zelf diep verbonden op een wijze die niet in woorden is uit te drukken. Maar soms uit die verbondenheid zich juist in een diepe stilte, in die nacht van de ziel, waarin je even niets meer weet, niets meer ervaart, niets meer begrijpt... maar toch blijft geloven en hopen.
En soms kan het zomaar gebeuren dat je om goede redenen niets meer gelooft, ook niet in God, maar op een dag, misschien zelfs pas na je dood, langzaam of heel plotseling beseft dat Hij er toch was en je meer met Hem bent opgetrokken dan je dacht.