De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

1 juni
Afbeelding

De heilige martelaar Justinus, de filosoof, bijgenaamd ‘De Gerechte’. Hij is vooral bekend als de eerste der grote Apologeten uit de kerkgeschie- denis, en in zijn geschriften voert hij een dialoog met heidense en joodse denkers.
Justinus was geboren rond 105, in Sichem, de hoofdstad van Samaria, het huidige Nabloes, uit een heidens-griekse familie. Zijn vader was als romeins kolonist hier gekomen. Van jongsaf was Justinus geheel vervuld van het zoeken naar waarheid, de echte werkelijkheid. Hij wierp zich daarom op de studie van de filosofie, de wijsheids-liefde, maar hij vond alleen maar elkaar bestrijdende meningen.
Reeds wilde hij zich ontmoedigd neerleggen bij de onmogelijkheid om de waarheid te vinden, en hij maakte een lange strandwandeling om zijn gedachten te verzamelen en tot een conclusie te komen. Daar ontmoette hij een eerbiedwaardige grijsaard die daar wachtte op de aankomst van een schip. Ze kwamen met elkaar in gesprek, en de onbekende liet hem zien waarom de grote filosofen, Plato en Pythagoras, juist op de meest essentiële vragen geen antwoord konden geven, omdat ze noch de Godheid, noch de menselijke ziel werkelijk kenden.
Hij vertelde hoe er reeds lang vóór deze filosofen rechtvaardige mensen waren geweest, vrienden van God en geïnspireerd door Zijn Geest. Zij worden profeten genoemd omdat zij toekomstige dingen hebben voor- speld, die ook werkelijk gebeurd zijn. En hun boeken, die nog steeds in ons bezit zijn, bevatten stralende onderrichtingen over de -eerste oorzaak- en het uiteindelijke -doel- van alle schepselen. Er staat trouwens van allerlei in dat een filosoof moet interesseren.
Om de waarheid uiteen te zetten wordt geen gebruik gemaakt van disputen of subtiele redeneringen, noch van abstracte definities die boven het begrip van de gewone mens uitgaan. We geloven ze op hun woord omdat we geen weerstand kunnen bieden aan het gezag dat zij ontlenen aan hun wonderen en hun voorzeggingen. Zij leren ons het geloof in slechts één God, de Vader en Schepper van alles wat bestaat; en in Jezus Christus, Zijn Zoon, die Hij in de wereld gezonden heeft.
Hij besloot zijn toespraak met de woorden: “Wat u betreft, bid vurig dat de poorten van de waarheid voor u mogen opengaan. Want de zaken waarover ik gesproken heb, zijn van die aard dat zij alleen maar begrepen kunnen worden wanneer God en Jezus Christus daarvoor het begrip verschaffen.” Na deze woorden trok de grijsaard zich terug en Justinus heeft hem niet meer teruggezien.
Zo kwam hij in aanraking met de boeken van het Oude en Nieuwe Testament Hij werd onweerstaanbaar aangetrokken door de persoon van Christus, en hoe meer kennis hij over Hem bijeenbracht, des te groter werd zijn genegenheid. Toen hij er daarbij getuige van was hoe de christenen zich uit liefde, tot Christus alles ontzegden en zich zelfs met blijdschap aan het martelaarschap overgaven, kwam hij tot de overtuiging dat het kwaad dat over hen verteld werd, op laster moest berusten. Hij schrijft: “Wanneer ik ze met zulk een onverschrokkenheid niet slechts de dood tegemoet zie gaan, maar daarbij het hoofd bieden aan alles wat het meest afschrikwekkend is voor de menselijke natuur, dan acht ik het onmogelijk dat zulke mensen ordinaire misdadigers zijn.” Het duurde niet lang meer of hij liet zich dopen, nu hij ‘de enig betrouwbare en bruikbare filosofie’ gevonden had.
Justinus werd geen priester maar bleef beroepsfilosoof – kenbaar door het pallium dat hij om de schouders droeg – die rondtrok om de waarheid te verkondigen. Hij was toen minstens dertig jaar, misschien wel ouder, in aanmerking genomen de vele studies die hij reeds achter de rug had, en trok vanuit Palestina door Klein-Azië, Griekenland en Egypte naar Rome, Daar stichtte hij een filosofische academie die veel intellectuele leerlingen trok. Helaas zijn veel van zijn verhandelingen verloren gegaan. In de bewaard gebleven verhandelingen stelt hij de afschuwelijke ondeugden die aan de goden worden toegeschreven, tegenover de reine heiligheid van de christelijke leer. En hij laat zien hoe de liefde tot God de christen ertoe brengt de naaste bij te staan, zichzelf als zijn mindere te achten, en zijn bezittingen, die immers door de hemel geschonken zijn, met de armen te delen. En dat zij geen angst hebben voor de lichamelijke dood doch slechts de eeuwige dood van de ziel vrezen, in het nooit dovende vuur van de hel.
ln zijn Brief aan Diognetos, de leermeester van keizer Marcus Aurelius, en die hem om inlichtingen gevraagd had, schrijft hij hoezeer God Zijn liefde voor de mens getoond heeft door het zenden van Zijn eigen Zoon om ons Zijn aanbiddenswaardige wil bekend te maken, en de prijs voor onze verlossing te betalen, de verlossing van de schuld die wij onszelf hadden opgeladen. Het is onmogelijk onze misdaden uit te wissen door onze eigen krachten, maar Hij Die heilig is heeft geleden i.p.v. ons, zondaars; Hij die beledigd was heeft de dood ondergaan voor ons die Hem beledigden. In Zijn goedheid heeft Hij er Zich niet mee tevreden gesteld ons tot het zijn te brengen, maar Hij heeft ook een gehele wereld geschapen om ons van dienst te zijn; Hij heeft alle dingen aan ons onderworpen; Hij heeft ons Zijn enige Zoon geschonken, met de belofte dat wij met Hem mogen heersen wanneer wij Hem slechts beminnen.
Aan Plato verwijt hij het veelgodendom te hebben verdedigd, terwijl hij zelf de Schepper als de ene God beschouwde. Aan de Joden bewees hij uit de profeten dat de beloofde Messias werkelijk gekomen was in de persoon van Christus.
Justinus is niet steeds in Rome gebleven, hij heeft ook gewerkt als rondreizend evangelist. Zo heeft hij in Efese de beroemdste joodse redenaar van die tijd ontmoet, Tryphon, met wie hij een tweedaags openbaar dispuut organiseerde. Zelf heeft hij deze gedachtenwisseling tot een boek verwerkt, de bekende Dialoog met Tryphon, waarin vooral over de komst van de Messias gesproken wordt.
ln twee verdedigingsgeschriften van het christendom‚ aan de keizers Antoninus Pius (150) en Marcus Aurelius (160), gaat Justinus in op de verwijten welke tegen het jonge christendom werden gemaakt. Omdat zij hun mysteriën niet in het openbaar wilden vieren, werden zij beschuldigd van geheime misdaden: dat zij het vlees aten van vermoorde kinderen, dat zij een gekruisigde ezelskop aanbaden. Dit alles werd gebruikt als voorwendsel om de christenen op de wreedaardigste wijze te folteren om ze tot bekentenis te dwingen. Justinus wijst erop dat deze misdaden alleen bij gerucht werden vernomen en dat er nooit enig bewijs voor geleverd was. Hij beschrijft waaruit die mysteriën in werkelijkheid bestonden, en hij verhaalt over de Doop en de Eucharistie. Daarbij gaat het niet om gewoon brood en drank, maar dat deze door de plechtige Dankzegging zijn overgegaan in het Lichaam en Bloed van Jesus Christus, onze Verlosser. De gelovigen heiligden de zondag door bijeen te komen voor de gemeenschappelijke viering, waarbij de Profeten werden voorgelezen en een toespraak werd gehouden. Tevens werden aalmoezen bijeengebracht om hulp te bieden aan wezen, weduwen, gevangenen, zieken en vreemdelingen. Justinus besluit zijn geschrift met het edict van keizer Hadrianus waarin deze de christenen godsdienstvrijheid schenkt.
Inderdaad genoot de Kerk gedurende enige tijd vrede, maar toen de vervolging weer opvlamde richtte Justinus ook een verdedigingsgeschrift tot de Senaat. Hij wijst erop dat mensen die zelfs met vreugde de marteldood ondergingen toch geen misdadigers kunnen zijn. Maar hij voorzag dat dit geschrift hem de vrijheid en het leven zou kosten, zoals ook inderdaad gebeurde: Justinus werd gevangen genomen, en na verhoor en geseling ter dood veroordeeld. Met hem leden Chariton, diens vrouw Charita, Evelpiste, Hiërax, Peon, Valerianus en nog een Justinus, in 166/167.
Van het proces bestaan nog de uitvoerige gerechtsakten, waarin Justinus tenslotte uit naam van allen verklaart dat ze ernaar verlangen om voor Christus te mogen lijden en daardoor de hemel te ontvangen. De rechter vroeg of hij soms dacht dat hij door voor Christus te sterven daarvoor een beloning in de hemel zou ontvangen. Justinus antwoordde uit naam van hen allen: “Dat denken we niet; we weten het!”
De gedachtenis van de heilige Justinus wordt ook gevierd op 13 april.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-164/

Afbeelding Parabel van een onbarmhartige schuldenaar

Afbeelding

Afbeelding Parabel van de goede Samaritaan
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

2 juni
Afbeelding
De heilige grootmartelaar Joannes de Nieuwe, van Sotsjawa, was een handelaar in Trapezunt, die aan het hoofd stond van zijn gilde. Op een schip dat naar Belgrado voer kreeg hij ruzie met de kapitein over het geloof. Deze diende toen een valse beschuldiging in dat Joannes de lslam wilde aannemen. Toen bleek dat hij zijn geloof trouw bleef, werd hij met knoestige knuppels geslagen en vervolgens vastgebonden aan de staart van een paard, dat wild van pijn door de straten van Belgrado rende, tot Joannes door een toeschouwer werd onthoofd, 2 juni 1492. Hij werd door de christenen eervol begraven. 70 jaar later werden zijn relieken naar Sotsjawa overgebracht.

De heilige martelaren van Lyon. Pothinus, bisschop van Lyon, werd bijgestaan door de heilige priester Ireneos, die door de heilige Polykarpos uit Azië gezonden was naar de griekse kolonisten, die een groot deel van de bevolking van Lyon uitmaakten.
ln 174 was het vuur der algemene vervolging wat bedaard, maar op verschillende plaatsen bleven de wreedheden voortduren. Vooral in Lyon werden de christenen op niets ontziende wijze vervolgd. Het begon met plagerijen: de christenen mochten geen ambten bekleden, ze mochten geen gebruik maken van de baden en openbare voorzieningen, tenslotte zich niet meer op straat vertonen. Het volk werd aangemoedigd ze aan te vallen. De beschuldiging werd verbreid dat de christenen op hun geheime bijeenkomsten kinderen slachtten om ze op te eten, en zich overgaven aan de schandelijkste praktijken. Het volk werd erdoor in razernij gebracht en met steeds grotere heftigheid vergreep men zich aan ieder die ervan verdacht werd christen te zijn. Er werd met stenen gesmeten, christenen werden gegrepen en door de straten gesleept, hun huizen werden geplunderd.
Later werd het meer officieel: de christenen werden voor het gerecht gedaagd en onder zware mishandelingen ondervraagd. De jonge Vettius Epagathus, een van de rechters, verhief zijn stem in protest tegen die onzinnige wreedheid, maar hij werd uitgejouwd door het volk en kreeg geen gelegenheid om te spreken, want de gouverneur onderbrak hem en vroeg of hij soms ook christen was. Toen hij dit zonder aarzeling bevestigde, werd hij op staande voet gevangen genomen en bij de anderen gevoegd.
Doch lang niet allen bezaten zulk een moed. Bij een aantal, die zich onvoldoende hadden voorbereid op de mogelijkheid van het martelaar- schap, zonk de moed in de schoenen: tien personen vielen af en ontnamen daardoor ook de moed aan anderen die nog niet gevangen waren. Maar veel meer betuigden onverschrokken hun geloof. Elke dag werden nieuwe gevangenen opgehaald, zodat de beide kerken al hun actieve leden verloren.
De voornaamste slachtoffers van de opgezweepte volkswoede waren de diaken Sanctus, de katechumeen Neofytus, Attalos uit Pergamon, en de slavin Blandina, die ondanks haar lichamelijke zwakheid zo moedig weerstand geboden had aan haar beulen. Bij hen behoorden ook nog: Vettius Epagethus, Maturus, Ponticus en Alexander. Maar zij verzetten zich toen zij door de hen bezoekende christenen martelaren werden genoemd. Dat was zulk een eervolle titel, die kwam alleen maar aan Christus toe, de getrouwe en ware Getuige. Hoogstens zou deze titel nog gebruikt mogen worden voor hen die reeds werkelijk hun leven hadden afgelegd voor Christus.
De slavin Biblis, een uit deze groep van tien die tezamen gemarteld werden, was door de foltering overwonnen en had Christus verloochend; maar toen haar nog meer geweld werd aangedaan om haar ertoe te brengen de christenen van kannibalisme te beschuldigen, scheen het alsof ze uit een diepe slaap ontwaakte en zij riep uit: “Hoe kunt ge de christenen ervan beschuldigen dat ze kinderen opeten wanneer ze, om hun godsdienst, zelfs geen dieren willen doden?”
Bisschop Pothinus was een negentigjarige grijsaard, zo ziek en zwak dat hij nauwelijks nog kon ademhalen. Maar toen hij voor het gerecht werd gesleept en ondervraagd werd over het geloof, liet hij zich niet intimideren en op de honende vraag van de rechter wie die Christus dan wel was, antwoordde hij dat de ander het wel te weten zou komen zodra hij het waardig was. Hij werd geslagen en mishandeld en eveneens in de verstikkende benauwdheid van de vervuilde kerker geworpen en in het voetblok uiteengerekt tot hij na twee dagen bezweek. Ook verschillende anderen stierven in deze verpeste atmosfeer.
Allen werden aan steeds nieuwe martelingen onderworpen, maar zij bleven belijden christen te zijn en zij baden voor hun folteraars. Zij ontfermden zich ook over hen die zwak geworden waren onder de folteringen en over hen hadden gelasterd en toch nog moesten lijden; en zij beproefden hen met zachtheid terug te brengen tot Christus, waarin zij grotendeels slaagden.
Na de terechtstelling bleven de lichamen, onder zware bewaking, nog vijf dagen liggen als afschrikwekkend voorbeeld. Tenslotte werden allen verbrand en hun as werd in de Rhône geworpen met de bedoeling hun gedachtenis van de aarde uit te wissen. Maar zij bleven leven in de herinnering, geslacht na geslacht, als de glorieuze martelaren van Lyon, ter dood gebracht in het jaar 177.

De heilige bisschop-martelaar Erasmos (Erzmo) van Ochrid. Hij was geboren in Antiochië en leefde tijdens het bestuur van de keizers Diokletiaan en Maximiaan. Hij leidde het asketische leven op de Libanon-berg en God had hem de gave van wonderen geschonken.
Na zijn bisschopswijding begon hij rond te trekken om het Evangelie te verkondigen. Zo kwam hij ook in Ochrid, waar hij de gestorven zoon van een zekere Anastasios ten leven wekte. Dit wonder bracht vele heidenen tot het geloof. Toen door hun enthousiasme een afgodstempel werd omvergehaald, werden velen ter dood gebracht en Erasmos werd zwaar gefolterd. Maar een engel des Heren liet hem uit de gevangenis, zoals eens bij de apostel Petros was gebeurd. De rest van zijn leven bracht hij door in een grot bij Hennelia, niet ver van Ochrid, in zware askese. Daar is hij ook gestorven in 303. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 4 mei.

Afbeelding
De heilige martelaren de priester Marcellinus en de exorcist Petrus in 303 te Rome onthoofd onder keizer Diokletiaan, tegen het jaar 304. In de gevangenis had Petrus de gevangenbewaarder Arthemius, met diens vrouw Candida en zijn dochter Paulina, tot de waarheid gebracht, waarna zij door Marcellinus waren gedoopt. Zij werden in het geheim ver buiten de stad gebracht, waar zij eerst zelf een open plek moesten maken tussen doornstruiken en de brandnetels, zodat de beulen hen ongestoord mishandelen. Zij werden daar gefolterd en onthoofd.
Een van de beulen, die later christen werd, maakte de plaats bekend. Toen werden de lichamen gevonden en naar de catacombe aan de Via Lavicana overgebracht. Later werd in Rome een kerk gebouwd tot hun nagedachtenis. Daar heeft paus Gregorius zijn homelieën over het Evangelie gehouden.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Armenios met zijn moeder Emmada; Timeda met haar kinderen; en Ada met haar zonen.

Eveneens op deze dag de heilige monnik Adalgisus, 670; en Mondana te Périgueux, 8e eeuw.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-165/

Afbeelding

Afbeelding Parabel over de twee zonen
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

Op dit moment is de Nederlandstalige publicatie van de levens van de heiligen niet bereikbaar op internet, dus moest ik gebruik maken van de Engelstalige versie en haar naar het Nederlands vertalen door google. God zij dank, ik trof weinig vertaalfouten, en ondanks mijn controle kunnen andere wel voorkomen. Laat me weten, als je een fout ziet die het lezen moeilijk maakt. Engelstalige versie is meer uitgebreid

3 juni

Afbeelding
De hiëromartelaar Lucian woonde in Rome, en zijn heidense naam was Lucius. Hij werd door de apostel Petrus tot Christus bekeerd en werd gedoopt. Na de dood van Sint Pieter predikte Sint Lucian het evangelie in Italië. De heilige Dionysius de Areopagiet (3 oktober), een leerling van de heilige Paulus, arriveerde op dat moment in Rome. Op verzoek van de heilige Clemens, paus van Rome (25 november), stemde hij ermee het evangelie in het Westen te prediken en verzamelde hij metgezellen en helpers voor deze taak. Sint Clemens wijdde Sint Lucian tot bisschop en stuurde hem vervolgens weg met Sint Dionysius, Sint Marcellinus en Saturninus, de presbyter Maximian en de diaken Julian.

De heilige predikers voeren vanuit Italië naar Gallië (het huidige Frankrijk). Marcellinus en degenen die hem vergezelden, gingen verder naar Spanje. Saturninus ging naar Gallië, en Dionysius en de anderen gingen naar de regio van Parijs. Van daaruit ging Lucian met Maximian en Julian naar België.

De prediking van Lucian was zeer succesvol. Door de kracht van zijn woorden en het voorbeeld van zijn leven bekeerde hij een groot aantal heidenen tot het christendom. Lucian was een strikte asceet en de hele dag at hij alleen een stukje brood en wat water. Tegen de bekeerden was hij vriendelijk, altijd vrolijk en opgewekt van gezicht. Al snel werden bijna alle nederzettingen van België tot Christus bekeerd.

Gedurende deze periode begon de Romeinse keizer Dometianus (81-96) een tweede vervolging tegen christenen (na die van Nero, 54-68), en hij vaardigde een edict uit dat marteling en executie voorschreef voor iedereen die weigerde offers te brengen aan de heidense goden .

Drie ambtenaren werden naar België gestuurd om het edict uit te voeren. De Heer openbaarde aan Lucian de beproeving die hem te wachten stond. Hij verzamelde de kudde, drong er bij hen op aan niet bang te zijn voor bedreigingen, martelingen of de dood, en dankte hij God dat hij hem de mogelijkheid had gegeven om zich bij het gezelschap van de heilige martelaren aan te sluiten. Na het gebed trokken de heilige Lucian en de priester Maximianus en diaken Julian zich terug naar de top van een heuvel, waar hij de mensen die met hem meekwamen bleef onderwijzen.

Hier kwamen de soldaten van de keizer naar de heiligen en leidden hen weg voor berechting. De heiligen Maximianus en Julianus werden aangespoord om Christus af te zweren en offers te brengen aan afgoden, maar beiden weigerden en werden onthoofd.

Toen begon de rechter Lucian te ondervragen en beschuldigde hem van tovenarij en ongehoorzaamheid aan de keizer en de senaat. De heilige antwoordde dat hij geen tovenaar was, maar eerder een dienaar van de ware God, de Heer Jezus Christus, en hij weigerde offers te brengen aan afgoden die door mensenhanden waren gemaakt.

De heilige werd onderworpen aan hevige slagen, waarbij hij herhaalde: "Nooit zal ik ophouden Christus, de Zoon van God, in mijn hart en met mijn lippen te loven." Toen werd de heilige martelaar onthoofd. Een hemels licht scheen over zijn lichaam en de Stem van de Verlosser werd gehoord, die de dappere lijder opriep naar het hemelse Koninkrijk om de martelaarskroon te ontvangen. Door de kracht van God stond de heilige op, pakte zijn afgehakte hoofd op en stak de rivier over. Toen hij de door hem gekozen begraafplaats bereikte, ging hij op de grond liggen en rustte in vrede.

Door dit grote wonder werden ongeveer 500 heidenen tot Christus bekeerd. Later werd er een kerk gebouwd over het graf van Lucia, waarnaar de relieken van de martelaren Maximianus en Julianus werden overgebracht.

Afbeelding
Sint Kevin (Coemgen) werd geboren in Leinster in de eerste decennia van de zesde eeuw, de tijdperk van Sint Columba (9 juni), Columbanus van Luxeuil (21 november), Comgall of Bangor (10 mei), Finnian of Clonard (12 december) ), Kieran van Clonmacnoise (9 september), en vele andere grote heiligen.

Deze heilige asceet behoorde tot een adellijke familie waartoe verschillende koningen van Leinster behoorden. Hijzelf was echter een toonbeeld van nederigheid en zelfverloochening. Er zijn verschillende wonderbaarlijke verhalen die verband houden met zijn geboorte en jeugd, maar de meeste zijn onbetrouwbaar.

De heilige jongeling werd gedoopt door een priester genaamd Cronan en kreeg de naam Kevin, wat 'eerlijk verwekt' betekent. Er zijn zoveel heiligen die Cronan heten dat het niet duidelijk is wie Kevin heeft gedoopt. Toen hij zeven jaar oud was, stuurden zijn ouders hem om les te krijgen van Sint Petroc (4 juni), die op dat moment Ierland bezocht.

Als jongen van twaalf werd Kevin onder de hoede van drie heilige ouderlingen geplaatst: Eogoin van Ardstraw (23 augustus), Lochan en Enna. Er is weinig bekend over deze leraren of waar hun vestiging was gevestigd. Zijn wereldlijke studies werden zeker versterkt door geestelijk onderricht. Hij leerde de Heilige Schrift te lezen en te profiteren van het voorbeeld van de deugdzame mannen en vrouwen van het Oude en Nieuwe Testament.

Kevin was zo knap dat een jong meisje, Kathleen genaamd, ontvlamde van verlangen naar hem, maar de heilige jongeling weerstond al haar verlokkingen. Ze viel hem zo lastig met haar attenties dat hij voor haar wegvluchtte, net zoals Jozef voor Potifars vrouw vluchtte (Genesis 39:12). Kathleen volgde hem en vond hem alleen in een veld, dus liep ze naar hem toe en sloeg haar armen om hem heen. Zich bewapend met het kruisteken en vervuld met de Heilige Geest, maakte Sint Kevin zich van haar los en rende het bos in. Ze ontdekte al snel dat hij zich verstopte in een bed van brandnetels. De heilige greep een bos brandnetels en sloeg haar in het gezicht, de handen en de voeten. Gewond door de brandnetels, koelde de passie van het meisje snel af. Ze viel berouwvol op haar knieën, smeekte God en de heilige Kevin om vergiffenis en beloofde non te worden.

Na met succes de verleidingen van het vlees te hebben weerstaan, bleef Kevin zich wijden aan zijn studies en verlangde hij ernaar het monastieke leven als kluizenaar te leiden. Dit was een gangbare praktijk in de Keltische kerk, die werd beïnvloed door het leven van de Egyptische woestijnbewoners en door monniken die uit Gallië waren gekomen. Kevin wilde het klooster graag verlaten, maar zijn drie ouderlingen wilden hem niet laten gaan. Hij had echter een reputatie van heiligheid verworven en mensen uit de omgeving kwamen hem om raad vragen. Omdat hij zo onwelkome aandacht wilde ontvluchten, verliet hij het klooster in het geheim en ging de wildernis in.

Er wordt gezegd dat een engel hem naar Glendalough (het Dal van Twee Meren) leidde, waar hij ergens aan de oevers van het Bovenmeer in de holte van een boom woonde. De asceet bleef enkele dagen op deze plek, levend van wilde kruiden en water. Een koe dwaalde weg en kwam bij de boom waar de Sint woonde, en begon aan zijn kleding te likken. Nadat er enige tijd verstreken was, vertoonde de koe een ongewone toename van haar melk, dus haar eigenaar vertelde zijn herder dat hij het dier moest volgen. Ze leidde hem naar Glendalough, en daar ontdekte de herder Kevin, zwak van de honger, en verstopt in de boom.

De herder moest Sint-Kevin met geweld van een draagstoel verwijderen, aangezien de heilige asceet niet wilde vertrekken. Terwijl hij werd weggedragen, bogen de bomen om plaats te maken voor hen. Kevin gaf toen zijn zegen aan het bos.

Het nieuws van Sint-Kevin bereikte zijn drie ouderlingen, die hem kwamen terugbrengen naar hun klooster. Ze erkenden de heiligheid van zijn leven en begrepen dat ze hem niets meer konden leren, dus zegenden ze hem om het klooster te verlaten.

Een zekere bisschop Lugidus wijdde Kevin tot het priesterschap en stuurde hem en een paar andere monniken om een ​​nieuwe kerk te stichten. Hij bracht wat tijd door met het bekeren van mensen in Cluainduach, maar verhuisde later terug naar Glendalough.

Geleid door een engel stak de heilige Kevin de Wicklow Bergen over en stichtte hij een klooster in het lagere deel van de vallei waar twee rivieren samenvloeien. Toen het klooster eenmaal was gesticht, benoemde hij een van de monniken tot abt, en trok zich daarna terug in de bovenvallei, een mijl verderop, om zijn eenzaam leven te hervatten. Hij bouwde een kleine woning op een smalle plaats tussen de berg en het meer, waar dichte bossen en heldere beekjes waren. Sommige bronnen zeggen dat Kevin daar vier jaar heeft gewoond, terwijl anderen zeggen zeven jaar.

Tijdens deze periode van zijn leven zouden wilde dieren water uit zijn handen komen drinken. Tijdens de vastentijd stond Sint-Kevin een keer in zijn hut te bidden met zijn hand uit het raam. Op dat moment nestelde een merel zich in zijn hand en legde een ei. De heilige was zo zachtaardig en meelevend dat hij in deze positie bleef totdat de eieren uitkwamen en de jongen konden wegvliegen.

Er is een kleine grot boven het Bovenmeer die bekend staat als Sint Kevin's Bed. Op een jaar ging hij daar met pensioen voor de vastentijd, en een engel kwam en vertelde hem dat hij moest verhuizen omdat er een steen op die plek zou vallen. Sint Kevin vertelde de engel dat hij zijn vastenstrijd niet kon onderbreken of die plaats kon verlaten. Op de vooravond van Pascha keerde de engel terug om hem mee te nemen. De eerbiedwaardige protesteerde dat hij daar de rest van zijn leven zou willen blijven. Hij werd echter overgehaald om te gaan, door de belofte van de engel dat er grote voordelen zouden volgen voor iedereen die er in de toekomst zou komen, zowel om in de kloosterstad te wonen als om daar begraven te worden. Net toen hij met de engel wegging, viel de rots naar beneden en landde op de plek waar hij had gestaan.

Toen ze het meer overstaken, bespraken ze het probleem om voldoende ruimte te vinden voor zoveel mensen. De engel zei dat als Sint-Kevin dat wenste, God de vier bergen rondom de vallei zou kunnen veranderen in vlakke velden, vruchtbaar en gemakkelijk te bewerken. De heilige asceet antwoordde dat hij niet zou willen dat Gods schepselen om hem zouden omkomen. Alle dieren van die bergen waren tam en nederig tegenover hem, en ze zouden bedroefd zijn door dit voorstel.

Toen ze op de gekozen plek aankwamen, zag Sint-Kevin dat de grond rotsachtig was en niet geschikt om te begraven. De engel loste dat op door alle stenen weg te ruimen. De plaats ligt ten oosten van het kleinere (lagere) meer. Kevin zei tegen de plaatselijke stamhoofd Dimma en zijn zonen om de doornen en distels weg te knippen en er een mooie plek van te maken. Het is niet zeker waar in de vallei de heilige Kevin in de Heer in slaap viel. Het was echter niet in de hermitage, want hij stuurde een groep monniken daarheen om voor hem te bidden. Volgens de lokale traditie ligt de heilige Kevin begraven in de kerk van de Moeder Gods in die buurt.

De heilige Kevin werd als abt opgevolgd door zijn neef Molibba (8 januari), die daar de eerste bisschop schijnt te zijn geweest. Volgens de Annalen van Ulster is de heilige abt en biechtvader Kevin op 3 juni 618 naar Christus vertrokken.

https://www.oca.org/saints/lives/2022/06/03

Afbeelding Afbeelding

Afbeelding Parabel over de talenten of mina's.
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

Uranopolitis schreef: 02 jun 2022, 17:12 Op dit moment is de Nederlandstalige publicatie van de levens van de heiligen niet bereikbaar op internet
Nu wel, maar het is al te laat https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-166/
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

4 juni
Afbeelding
De heilige Sofia was de dochter van rijke ouders uit de provincie Ainos in Klein-Azië. Ze maakte de beste studies welke in de bloeitijd van het byzantijnse Rijk mogelijk waren. Er werd voor haar een vroeg huwelijk gearrangeerd. Een spreekwoord zei dat God niet overal kon zijn en dat Hij daarom moeders geschapen had. Sofia was zulk een moeder in de volle zin van het woord: diep godsdienstig en stralend van liefde en medeleven. Zij was bijzonder op kinderen gesteld, en behalve haar eigen zes kinderen trok zij zich het lot van de minder gelukkige kinderen in haar omgeving aan.
Toen zij 34 jaar oud was, werd de stad door een epidemie getroffen, die zowel haar man als haar zes kinderen in het graf bracht. In haar diepe verdriet bleef Sofia standvastig en zij stelde heel haar rijkdom ter beschikking van de getroffenen. Haar vorstelijk huis werd een toevluchtsoord voor de armen, de zieken en de wezen, waarvan zij er spoedig een honderdtal verzorgde. In heel de streek stond zij nu bekend als de Moeder van de Wezen. Nog 20 jaar wist ze voor hen te zorgen.
Kort voor haar dood, in haar 55e jaar, ontving Sofia de monnikswijding. Haar gedachtenis wordt vooral in de orthodoxe weeshuizen met vreugde gevierd.

De heilige martelaar, de hypodiaken Concordius, was de zoon van de romeinse priester Gordianus. Hij werd gearresteerd tijdens het bewind van keizer Antoninus, maar hij weigerde aan de afgoden te offeren en spuwde op het beeld van Jupiter waarvoor hij was geplaatst. Hij werd toen onthoofd te Spoleto in 175.

Afbeelding
De heilige martelaren Frontasius, Severinus, Severianus en Silanus, verkondigden het Evangelie in Gallië. Zij werden onthoofd in de 1e eeuw, ten tijde van keizer Claudius.

De heilige Zosimas van Cilicië, was monnik op de Sinaï. Toen hij voor zaken van het klooster naar Alexandrië was gezonden, werd hij daar door goddelijke openbaring aangewezen als bisschop voor Babylon aan de Nijl. Hij was een ware herder voor zijn kudde, maar toen hij oud werd en oververmoeid, trok hij weer naar de Sinaï. Daar is Zosima gestorven in de 6e eeuw.

De heilige abt Methodios van Pesnosja, was monnik bij de heilige Sergios, en kreeg later zegen om een klooster te bouwen aan de monding van de Pesnosja- in de Jachroma-rivier, in het gouvernement Moskou. Hij is gestorven in 1392.

De heilige martelaar Joannes, hegoumen van het Monagria-klooster bij Kyzikos. Om de verering der heilige ikonen is hij verdronken onder Konstantinos Kopronymos.

De heilige abt Petroc (Pedrog) had grote invloed op de ontwikkeling van het kloosterleven in Wales. Hij was zo populair dat de feiten van zijn leven niet meer te achterhalen zijn uit de weelderige groei van legenden, maar het feit dat er zoveel kerken en plaatsen aan zijn naam zijn toegewijd, stempelt hem tot een van de belangrijke keltische heiligen uit de zesde eeuw.

Afbeelding
De heilige Metrofanes, bisschop van Byzantium, was een tijdgenoot van Konstantijn de Grote en stierf in 325, in de ouderdom van 117 jaar, nadat hij de Kerk 11 jaar had bestuurd. Hij leefde in een tijd van geweldige veranderingen. Het stadje waarin hij leefde werd onder de naam Konstantinopel geweldig uitgebreid en de hoofdstad van het rijk en het geestelijk middelpunt van Oost-Europa. Tegelijk kwam daarmee een definitief einde aan de eeuwen van kerkvervolging, ja de Kerk kwam in het middelpunt te staan van heel het maatschappelijk leven. Metrofanes was te oud en te zwak om deel te nemen aan het Concilie van Nicea‚ dat niet zo ver verwijderd lag, maar na afloop kwam Konstantijn met alle bisschoppen hem, die de keizer zijn geestelijke vader noemde, bezoeken. Dit gaf de bisschoppen tegelijk de gelegenheid hun zegen te geven voor de nieuwe stadsstichting.
Bij deze gelegenheid nam Metrofanes de jonge diaken Athanasios bij de hand en voorspelde dat deze de toekomstige bisschop van Alexandrië zou worden, en dat hij gedurende lange jaren de grote steun van de Kerk zou zijn. Een week later is Metrofanes gestorven.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-167/

Afbeelding Parabel over een man die te middernacht om brood vraagt ​​van zijn vriend ('vraag en u zal gegeven worden')

Afbeelding Parabel over de brede en smalle weg (die naar Gods Koninkrijk leidt)
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

5 juni
Afbeelding

De heilige Bonifacius, aartsbisschop van Mainz, apostel van Duitsland, martelaar in Friesland. Hij was geboren tegen 675 in Devonshire; zijn doopnaam was Winfrid. Reeds op vijfjarige leeftijd luisterde het vroegrijpe jongetje het liefst naar verhalen over God, en toen er eens enkele monniken bij hen logeerden, stond zijn besluit vast: hij zou ook monnik worden. Dit was geen voorbijgaande jongensfantasie; naarmate Winfrid opgroeide, groeide ook zijn zekerheid, en op den duur moest zijn vader, die geheel andere plannen had, zich daarbij neerleggen.
Met zijn dertiende jaar ging Winfrid dus naar de kloosterschool, waar hij zich vol ijver aan de studie wijdde, maar tegelijk zoveel mogelijk de levensregel van de monniken volgde. Hij blonk zozeer uit dat hij al spoedig aangesteld werd als hulpleraar voor de jongere leerlingen, waardoor ook zijn eigen persoonlijkheid zich nog evenwichtiger ontwikkelde.
Zodra het mogelijk was deed hij de monniksgelofte en toen hij dertig was, werd Winfrid priester gewijd. Hij bezat in hoge mate de gave der welsprekendheid en werd dus vooral voor het predikambt gebruikt. Tegelijk toonde hij een groot doorzicht en al spoedig was hij de raadsman van het diocesaan bestuur van Canterbury.
Zo kwam hij ook in aanraking met de kwestie van de missie op het vasteland. Na een tijdperk van voortdurende invallen was ltalië aan het einde van zijn krachten, en ten prooi aan corruptie en bederf. Gallië was wel min of meer christen geworden, maar de barbaarse heidense zeden hadden weer de overhand gekregen in de bloedige familietwisten om de macht. Karel Martel had wel een grote overwinning behaald op de Saracenen, maar om zijn edelen rijk te belonen plunderde hij de bezittingen van kerk en kloosters en zelfs de altaar-schatten om hun hebzucht te bevredigen. De hervorming van Columbanus was uitgewerkt en alom kwam de afgodendienst weer op. In Beieren won het arianisme veld.
In Winfrid werd het besef steeds sterker dat hij geroepen was om missionaris te worden. In 716 kreeg hij zegen om het Evangelie te gaan prediken onder de ongelovige Friezen, maar de oorlog die toen weer uitgebroken was met de Franken, verhinderde hem tot hen door te dringen. Hij kwam niet verder dan Utrecht en keerde toen maar weer naar zijn klooster terug.
Daar werd hij tot opvolger gekozen van de inmiddels gestorven abt. Pas na twee jaar, in718, slaagde hij erin zich vrij te maken en hij ging toen naar Rome om een missie-opdracht te verkrijgen. Paus Gregorius ll kwam zeer onder de indruk van Winfrids persoonlijkheid en verleende hem uitgebreide volmachten voor de prediking onder de heidense stammen van Duitsland. Ook schonk hij hem relieken voor de op te richten kerken, en aanbevelingsbrieven voor de christelijke monarchen in die gebieden.
Zijn eerste werk deed hij in Beieren en Thüringen, waar hij grote aantallen bekeerlingen doopte. Ook de reeds aanwezige christenen, die door de voortdurende omgang met afgodendienaars het levend geloof hadden verloren, wist hij door de macht van zijn woord weer te bezielen om volgens het Evangelie te leven. Winfrid was een indrukwekkende persoonlijkheid, er ging grote kracht van hem uit, en de resultaten van zijn bekeringswerk waren blijvend.
Intussen was Radboud, de aan de christenen zo vijandige koning der Friezen, gestorven en het land was onder de macht gekomen van Karel Martel. De weg lag nu open en Winfrid haastte zich naar zijn eigenlijke werkterrein. Hij sprak de taal van het volk en gedurende drie jaar werkte hij daar samen met de heilige Willibrord en zij wonnen een menigte zielen voor Christus. Maar toen hij hoorde dat Willibord erover dacht hem tot zijn opvolger te maken, vertrok hij uit dit gezamenlijke gebied omdat hij opzag tegen de last van het bisschopsambt.
Winfrid trok nu naar de Hesse-provincie van Saksen (Thüringen), waar hij kerken bouwde op de ruïnes van de heidense tempels, die door de bekeerde heidenen verwoest waren. Nadat hij hierover verslag had gezonden naar Rome, ontbood de paus hem om daar te komen. Winfrid werd nu toch bisschop gewijd, op het feest van de heilige Andreas in 723, en droeg voortaan officieel de naam Bonifacius (weldoener), al was deze reeds eerder in gebruik gekomen. Hij had geen persoonlijk bisdom maar kreeg het bestuur over het gehele gebied.
Teruggekeerd in de Hessen-gauw zette hij zijn succesrijk bekeringswerk voort en hij ontbood daarvoor ook telkens weer hulp uit Engeland, zoals reeds Willibrord gedaan had. Op een dag maakte Bonifacius bekend dat hij de geweldige Wodans-eik wilde vellen, die het middelpunt vormde van de heidense eredienst. Van alle kanten waren de heidenen samengestroomd om dit schouwspel te zien, in de verwachting dat de bliksem hem zou neervellen. Maar hij had nog slechts met enkele bijlslagen ingehouwen op de machtige stam, toen een gedruis in de toppen der bomen weerklonk. Een plotselinge rukwind wierp de boom omver, die in vier grote stukken uiteenbarstte. Er ontstond een open ruimte en een zonnebundel straalde neer op de bisschop. De diep getroffen Germanen bogen voor de macht van de God der christenen, en Bonifacius bouwde een kerkje van het omlaag gekomen hout.
ln 732 zond paus Gregorius ll hem het pallium en benoemde hem tot aartsbisschop en primaat voor geheel Duitsland, met de volmacht om bisschoppen aan te stellen en diocesen op te richten waar hij dat nodig achtte.
ln 741, bij de dood van Karel Martel, kwam er langzamerhand een einde aan het huis der Merovingers. De eigenlijke bestuursmacht was reeds sinds lang in handen van de hofmeiers geraakt van wie Karel Martel de beroemdste was – en de nieuwe paus Zacharias gaf de Fransen de raad om het bestuur in handen te geven van wie de feitelijke macht bezat. Tevens benoemde hij Bonifacius tot pauselijk legaat. ln 751 werd de belangrijke stad Mainz de zetel van zijn diocees. Tegelijk werd hij aan het hoofd gesteld van de van Trier afhankelijke bisdommen, waaronder ook die van Utrecht en Tongeren. In dit zelfde jaar zalfde Bonifacius Pepijn de Korte tot de nieuwe koning der Franken.
Onder de uit Engeland gekozen medewerkers bevinden zich bekende heiligen, zoals Wigbert, Burchard, Loelloes, Willibald van Eichstadt; en ook monialen: zijn nicht Lioba‚ Thecla, Walburga, Bertigitta en Contruda. Zij stonden meestal aan het hoofd van de verschillende door Bonifacius gestichte kloosters, van welke Fulda de bekendste was. Door deze vrouwen, – schoon als engelen, en geleerd als de Heilige Schrift – kwam de beschaving in een edele vorm tot de Germanen, wier interesse tot dan toe slechts het krijgsbedrijf gegolden had. Dezen voegden zich met geestdrift onder dit lieflijk bestuur en er ontstond een echte cultuur. Deze vrouwen, die zo teruggetrokken en zonder opzien hun werk verrichtten, stonden aan de wieg van die nieuwe beschaving. >
Bonifacius onderhield ook een uitgebreide correspondentie waardoor zijn invloed zich uitstrekte tot ver buiten zijn missiegebied. Ook in Engeland deed hij zich op deze wijze gelden door gloedvolle brieven met aansporing tot bekering. Zijn brieven tonen hem als een grote geest en als een bijzonder beminnelijk mens. ln zijn preken vertelde hij over de geboorte van de Verlosser, in de tijd toen de keizer van Rome, Augustus, vrede had gebracht over heel de wereld. En hij riep de nieuw bekeerden op om trouw te zijn aan hun doopbelofte, dat zij de werken van de duivel hadden afgezworen. En wat zijn de werken van de duivel? Trots, afgoderij, nijd, moord, laster, liegen, vloeken, overspel, ontrouw: in één woord, alles wat de mens bederft; diefstal, valse getuigenis, vraatzucht, smerige taal, ruzie, het consulteren van waarzeggers, het te hulp roepen van tovenarij, het geloven in heksen en weerwolven, het dragen van amuletten: alles wat ons afkeert van God.
Mijn zeer beminden, ge hebt toch gezworen om te geloven in de almachtige God, in Zijn Zoon Jezus Christus, en in de Heilige Geest: in de Ene God de Drie-eenheid. En daarom moeten we Zijn Geboden onderhouden: God beminnen met geheel uw hart en geheel uw ziel en met al uw krachten; en uw naaste als uzelf. Wees daarom geduldig, barmhartig, vriendelijk en rein. Leer uw kinderen en dienaren om God te vrezen. Verzoen hen tussen wie vijandschap heerst. Laat rechters geen geschenken aannemen, want die verblinden het oog van het recht. Houd de Dag des Heren, ga naar de kerk om te bidden, niet om met elkaar te praten. Geef aan de noodlijdenden waar ge maar kunt. Nodig armen uit op uw feesten. Beoefen de gastvrijheid. Bezoek de zieken, help weduwen en wezen. Behandel anderen zoals ge zelf behandeld wenst te worden. Vrees niemand buiten God, maar vrees Hem altijd. Geloof in de Wederkomst van Christus, in de Opstanding van het vlees, en in het Laatste Oordeel.
In 754 was Bonifacius 70 jaar, en hij voelde dat zijn einde naderde. Hij zorgde dat er een opvolger voor hem werd benoemd; daardoor was hij vrij om naar zijn oorspronkelijk missiegebied te gaan: het afgelegen kustland van de Friezen. Ook daar maakte hij veel bekeerlingen en met Pinksteren van het volgend jaar zou hij het Sacrament van de Myronzalving toedienen. Er was geen kerk die zulk een menigte kon bevatten, en daarom koos hij een gunstig gelegen veld bij Dokkum.
Terwijl hij daar met zijn gezellen in afwachting aan het bidden was, werden zij overvallen door een gewapende troep. Bonifacius verbood om tegenstand te bieden, “laat ons geen kwaad met kwaad vergelden”, opdat het een echt martelaarschap zou zijn. Het werd een slachtpartij waarbij Bonifacius de dood vond met 52 anderen, op 5 juni 755. De overvallers doorzochten toen het tentenkamp naar meegebrachte schatten, doch vonden niets dan boeken en relieken, die zij her en der wegwierpen en die naderhand ten dele teruggevonden werden.
Het lichaam van Bonifacius werd over Utrecht en Mainz naar Fulda gebracht, waar het een waardige rustplaats vond.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-168/

Afbeelding

Afbeelding Parabel over de verloren zoon

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

6 juni
Afbeelding
De heilige Warlaam, stichter van Chutinsk, een van de belangrijkste kloosters van Groot-Novgorod. Hij was geboren in een gegoed burgergezin waar een godsdienstige geest heerste. Hij leerde snel en al spoedig mocht hij de Schriftlezingen doen, die hij met veel begrip voorlas. Reeds als kind begon hij zich te oefenen in askese; zijn ontstelde ouders stelde hij gerust met citaten uit de Heilige Schrift over de onthouding en het vasten.
Toen zijn ouders gestorven waren, verdeelde hij zijn bezittingen onder de armen. Hij wilde monnik worden en kwam onder leiding van Perfii, een heilig Gods-man, die hem als monnik aannam en hem de naam Warlaam gaf. Nu begon hij met volle kracht aan het asketische leven en hij zocht naar de mogelijkheid om dit buiten het gezicht van de mensen, alleen voor God te doen. Hij bezocht daarom de afgelegen plaatsen in de omgeving en werd getroffen door de wilde schoonheid van een met dicht woud begroeide bergwand bij de Wolchow-rivier. Het scheen hem of die plaats hem door een bijzonder licht door God was aangewezen.
Na gebeden te hebben, begon hij daar een kleine cel te bouwen, meer verheugd dan kleinmoedig over de vele moeiten die het kostte‚ om de grond van de dichte begroeiing vrij te maken. Want hij begon tegelijk de grond te bewerken, opdat hij niet van anderen afhankelijk zou zijn voor zijn voedsel. Wel werd hij door de honger geplaagd en kwam in verleiding om verse vis te eten, die hem was gebracht, maar daardoor liet hij zich niet overwinnen.
Toen hij ingericht was, bouwde hij een kerkje, toegewijd aan de verheerlijking van de Verlosser, om de herinnering levend te houden aan het wonderlijke licht dat hem deze plaats aangewezen had. Mensen kwamen hem opzoeken en keerden terug met anderen die ook gegrepen werden door de diep doorleefde woorden die hij tot hen sprak. Zo werd Warlaam bekend tot in de verre omtrek, en men prees de strengheid van zijn leven, zijn grote deemoed, zijn meeslepend onderricht, en zijn gastvrijheid.
Steeds meer kwamen er om onder zijn hoede in gemeenschap te leven en er ontstond een groot klooster. Ook Antonios, de heilige bisschop van Novgorod, schatte hem hoog en kwam hem vaak opzoeken. Soms riep hij Warlaam bij zich om geestelijke ‚gesprekken te voeren, en zijn raad in te winnen bij moeilijke zaken in het diocees. Bij zulk een gelegenheid vroeg hij eens het volk om een ter dood veroordeelde, die naar zijn executie gevoerd werd, vrij te laten om dienstbaar te zijn in het klooster. Ogenblikkelijk gaf de menigte toestemming, zo diep was hun verering voor de heilige monnik. De schuldige boette zijn misdaad uit door zijn trouwe werk voor de monniken, en werd later zelf als monnik ingekleed.
Warlaam had een groot verlangen om een stenen kerk ter ere van Christus’ verheerlijking te bouwen. Hij kwam echter niet verder dan de aanleg en toen was zijn stervenstijd nabij. Hij wees zijn opvolger aan en beloofde de broeders dat zij, zolang zij in liefde voor elkander leefden, aan niets gebrek zouden hebben. Zijn laatste woorden waren: “Heer‚ in Uw handen beveel ik mijn geest”. Zo stierf hij de 8e november 1193. Zijn feest wordt gevierd op 6 november, maar vandaag herdenken we de vinding van zijn relieken.

De heilige martelaressen Kyria, Valeria en Maria uit Caesarea van Palestina, Toen de vervolging uitbrak trokken zij de stad uit en leefden in een hut, waar zij God onder tranen en vasten smeekten, dag en nacht, om een einde te maken aan die ellende. Maar zij werden aangebracht, gevangen genomen en gefolterd. Zij stierven in de gevangenis aan de zware verwondingen, 304. Met hen leden Martha en Markia.

De heilige Claudius, aartsbisschop van Besancon, waar hij jarenlang priester was geweest. Hij was reeds 80 jaar toen hij, min of meer met geweld, tot bisschop gekozen werd in 685. Zeven jaar volbracht hij dit ambt met heilige energie, toen trok hij zich als monnik terug in de abdij van Saint-Oyend. Daar werd hem toch weer het bestuur in handen gelegd, en zijn ijver en de toewijding van zijn monniken werd vergeleken met die van het oude Egypte. Hun ideaal was om te leven van het werk van hun handen, dat verricht werd onder stilzwijgen en met gebed. Zij legden zich toe op de geestelijke lezing, op nachtwaken en op de prompte gehoorzaamheid. Na enkele jaren is Claudius daar gestorven, waarschijnlijk in 696, meer dan negentig jaar oud.
[...]
Eveneens op deze dag de heilige Attalos, de Wonderdoener; Cerasius, bisschop van Grenoble, 5e eeuw; Eustorgius II, bisschop van Milaan; de monnik Fotios; Jona, bisschop van Groot-Perm, 1470; en Joannes, bisschop van Verona.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-169/

Afbeelding

Afbeelding Pinksteren

Afbeelding Parabel van de 10 mina's ('Aan wie heeft, wordt meer gegeven; van wie niet heeft, wordt afgenomen wat hij heeft')
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

7 juni
Afbeelding
De heilige martelaar Paulos, bisschop van Konstantinopel, was geboren in Thessalonika. Reeds als jongen van twaalf jaar was hij de secretaris geweest van bisschop Alexander, die de afgezant was van de oude bisschop Metrofanes van Byzantium op het Concilie van Nicea. De oude bisschop voorspelde dat de pientere en godsdienstige knaap nog eens de bisschop zou worden van het nu tot rijkshoofdstad verklaarde Byzantium, dat voortaan Konstantinopel zou heten.
In 336 werd hij inderdaad tot bisschop gekozen, ofschoon hij nog geen 25 jaar oud was, om zijn gloeiende welsprekendheid en ijver voor het orthodoxe geloof in de strijd met de Arianen. Keizer Konstantios riep een synode bijeen van ariaanse bisschoppen, die Paulos afzette en Eusebios aanstelde in zijn plaats. Paulos reisde af naar het Westen en begaf zich naar Trier, waar hij warm ontvangen werd door bisschop Maximiaan en door Konstans‚ de keizer van het Westen.
Van daar ging hij naar Rome; daar ontmoette hij de verbannen bisschop Athanasios en nam hij deel aan het Concilie van 341, dat hem terugzond naar Konstantinopel. Daar nam hij zijn plaats weer in na de dood van Eusebios in 342, wat een hevig oproer teweeg bracht onder het ariaanse bestuur.
Herhaalde malen werd Paulos verdreven en weer teruggeroepen uit angst voor de aan hem verknochte bevolking. Tenslotte verloor hij, door de dood in 350 van de west-romeinse keizer Konstans, zijn beschermer. Konstantios van het oost-romeinse rijk hoefde nu geen rekening meer te houden met zijn broer en kon zijn wraak volledig richten op Paulos. Deze gehoorzaamde aan het verbanningsbevel van de keizer, al stond het volk voor zijn paleis gereed om in opstand te komen. Langs een achteruitgang ging hij vrijwillig mee met het keizerlijk escorte, en hij werd, nadat de Arianen eerst gepoogd hadden hem uit te hongeren door aan iedereen te verbieden hem voedsel te verschaffen, gewurgd in de verre grensvesting Kukusa, in 350 of 351. De Arianen hadden nu de macht in handen tot de verkiezing van de heilige Gregorios van Nazianze in 396.
Onder keizer Theodosios werden de relieken van de heilige Paulos overgebracht naar Konstantinopel, vanwaar ze in 1226 door de Kruisvaarders werden meegenomen naar Venetië, naar de benedictijnerkerk van de heilige Laurentius.
[...]
De heilige martelaren Godeschalk (Gotteschalk), prins van de West- Vandalen, met zijn getrouwen. Hij was opgevoed in het klooster van Luneburg, maar toen hij opgegroeid was viel hij af van Christus om zich bij de slavische heidense troepen te voegen en de moord op zijn vader te wreken. Hij was een bekwaam aanvoerder en bracht de betreffende stammen veel schade toe, maar kon toch niet de overhand krijgen. Op den duur werd hij zelfs gevangen genomen en hij verbleef verschillende jaren in gevangenschap. Nadat hij was vrijgelaten kon hij niet terugkeren naar zijn eigen gebied, omdat de slavische gewesten in handen geraakt waren van de machtige prins Ratibor.
Hij trad met zijn getrouwen in dienst bij koning Knut van Denemarken, voor wie hij vele overwinningen behaalde tegen de Noren, en in Engeland zo succesrijk streed dat koning Knut hem zijn dochter tot vrouw gaf.
Na de dood van Knut trok Godeschalk weer naar het vasteland en veroverde heel het slavische gebied en een deel van Saksen, waar hij enkele jaren in vrede heerste, doordat zijn vijanden te zeer voor hem bevreesd waren om hem aan te vallen. Hij was de machtigste onder de heersers die er ooit over die stammen hadden geregeerd. ln deze rust keerde hij tot Christus terug en hij werkte even energiek als hij oorlog gevoerd had, aan de bekering van het volk. Hij liet missionarissen komen en bouwde vele kerken en kloosters. Zijn invloed strekte zich uit over de slavische stammen die in Noord-Duitsland woonden, tussen de Elbe en Mecklenburg: de Wagiren, de Obotriden, de Polabingen, de Linogen, de Warnaben, de Chissinen en de Circipanen. Godeschalk trad vaak op als tolk voor de missionarissen die hij daarheen zond om te prediken. Alle nieuw gestichte parochies stelde hij onder de aartsbisschop van Hamburg, en zelf ging hij daar vaak heen om samen met hem te bidden en te preken.
Na de dood van keizer Hendrik ll, die werd opgevolgd door zijn onervaren jonge zoon, terwijl kort daarna ook de hertog van Saksen overleed en zijn twee zonen het gebied verdeelden, kwamen de oost-pruisische Slaven in opstand. Godeschalk werd vermoord in Lenzin uit haat tegen het christendom, samen met de priester Ebbon.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-170/

Afbeelding Jezus geneest een blindgeborene

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

8 juni
De heilige Gildard (Godard), bisschop van Rouen. Gedurende elf jaar heeft hij zijn diocees met grote toewijding bestuurd, en hij is gestorven rond 525.

De heilige Maximus (Maximinus), eerste bisschop van Aix. Er zijn geen vaststaande feiten over hem bekend. Volgens de legende was hij de door Christus genezen blindgeborene, maar hij leefde tegen het einde van de 2e eeuw. De vrome herinnering van het volk heeft weinig besef van chronologie, en de eerste bisschop van een belangrijke plaats, die als een apostel de streek tot Christus had gebracht, wordt daardoor vaak in verband gebracht met een persoon uit het leven van Christus, ook al maakt het tijdsverschil dit onmogelijk.

Afbeelding

De heilige Medardus (Mard), bisschop van Noyon,een van de beroemdste franse bisschoppen in de 6e eeuw. Hij was geboren te Salency bij Valenciennes, tegen 457 in Noord-Frankrijk, uit een aanzienlijke, diep christelijke familie. Zijn vader was een Frank, zijn moeder een Gallo- Romeinse. Zo kon Medardus later het christendom vertolken voor twee verschillende culturen. De kleine Medardus had van kind af een bijzondere voorliefde voor de armen, en hij gaf hun zijn eigen kleren weg, en zelfs een van de paarden van zijn vader, toen hij een arme boer zag wiens paard juist gestorven was. Bij het schapen hoeden gaf hij zijn eigen eten aan anderen die met een lege maag genoegen moesten nemen. Hij kreeg een goede opvoeding en nadat hij een tijd schildknaap was geweest te Doornik aan het hof van koning Childeric I, werd , hij al spoedig onder de hoede van de bisschop geplaatst, en hij werd priester gewijd toen hij 33 jaar was. Zijn preken trokken de aandacht en bezaten een grote overtuigingskracht. Daarnaast besteedde hij veel tijd aan overweging en gebed, vergezeld van een asketische levenswijze. Zo werd hij meester van zichzelf en bewaarde onder alle, omstandigheden zijn kalmte en innerlijke rust.
ln 530 werd Medardus bisschop gewijd van de hoofdstad Vermand door de toen reeds zeer oude heilige Remigius, die 34 jaar tevoren koning Clovis had gedoopt. Zijn levenswijze bleef dezelfde, maar de kring van zijn werk breidde zich uit. Het waren harde tijden: het volk had veel te lijden van de invallen der Hunnen en Vandalen. Medardus wist steeds weer te troosten en te bemoedigen. Zo volkomen was zijn toewijding, dat God hem vaak op wonderbare wijze bijstond om te helpen waar dit volkomen onmogelijk scheen.
Hij kwam met kracht op voor de slachtoffers van onrechtvaardige verdrukking. ln de legende wordt dit op poëtische wijze onder woorden gebracht door allerlei verhalen over dieven die op wonderlijke wijze tot onmacht gebracht werden, tot Medardus hen kwam verlossen en de buit aan de eigenaars teruggaf. “Tijdens tegenspoed bleef hij zacht, geduldig en kalm; tijdens voorspoed deemoedig, toegankelijk en weldadig”, zegt de kroniek. Maar omdat Vermand vrijwel geheel door de Hunnen en Vandalen was verwoest, bracht hij de bisschopszetel over naar Noyon, dat betere versterkingen bezat. Vermand kwam er niet meer bovenop, er is nog slechts een abdij welke deze naam draagt. De rol van hoofdstad van deze provincie van Picardië is overgenomen door het niet ver van daar gelegen Saint Quentin.
Toen de bisschop van Doornik gestorven was, drongen volk en geestelijkheid er bij koning Clotarius I op aan dat Medardus ook hun bisschop zou worden, al was het tegen de canons dat een bisschop twee diocesen bestuurt. Er was echter niemand anders te vinden die geschikt was voor die plaats in zulke moeilijke omstandigheden, en Clotarius bracht dit in orde bij het kerkelijk bestuur, zodat Noyon en Doornik de volgende eeuwen een gemeenschappelijk bisdom werden. Er waren in deze omgeving nog veel heidense stammen en Medardus begon vol vuur een uitgebreide evangelisatie-arbeid, eerder aangevuurd dan ontmoedigd door grote moeilijkheden en levensgevaar. Zo slaagde hij erin de Vlamingen, die in die tijd als bijzonder barbaars bekend stonden, tot het christendom te brengen en te pacificeren.
Nu keerde Medardus naar Noyon terug, waar hij de sluier gaf aan koningin Radegondis, – die radeloos naar hem was gevlucht toen koning Clotarius haar broer had laten vermoorden -, en haar diakones wijdde, waarin de koning onwillig toestemde. Maar nu was hij ook aan het einde van zijn krachten en hij werd ziek. De koning kwam nog eens om zijn zegen te ontvangen en kort daarna stierf Medardus een zalige dood in 560, door heel Frankrijk betreurd, want hij was niet alleen de beroemdste maar ook de meest geliefde franse bisschop van zijn tijd. Hij was in alle opzichten een liefhebbende vader geweest, niet alleen voor zijn gelovigen, maar voor ieder die in nood tot hem was gekomen. Zijn lichaam werd in plechtige processie overgebracht naar Soissons, de toenmalige residentie. De heilige Gregorius van Tours schrijft dat Medardus’ jaarfeest steeds met bijzondere luister werd gevierd.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-171/

Afbeelding

Afbeelding Opgestane Jezus en Maria Magdalena
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

9 juni
Afbeelding Afbeelding
De heilige Kyrillos, hegoumen van het Witte Meer-klooster (Belozersk). Hij was na de dood van zijn ouders toevertrouwd aan zijn oom in Moskou, een invloedrijke bojaar, die alles in het werk stelde om de vrome jongen van zijn verlangen naar het kloosterleven af te brengen. Hij stelde hem daartoe aan het hoofd van het beheer over zijn bezittingen, maar het verlangen naar aardse goederen kreeg geen greep op de jongeman, het maakte hem alleen droefgeestig.
Toen de heilige hegoumen Stefan van Mahra ( 14 juli ) de hoofdstad bezocht, ging de jonge Kosmas naar hem toe en legde hem zijn vurigste wens voor, waarbij hij zich erop beriep dat Christus geen enkele zondaar verwierp, die tot Hem wilde komen. Stefan raakte onder de indruk van de ernst van de jongeman en zij overlegden wat te doen. Omdat de bojaar geen toestemming zou verlenen wanneer het hem gevraagd werd, besloot Stefan de jongen tot rassofoor te wijden, met de naam Kyrillos, en de rest aan God over te laten. Daarna kondigde hij zijn bezoek aan bij de bojaar. Deze was vereerd zulk een beroemdheid in zijn huis te ontvangen en wachtte hem op bij de deur om zijn zegen te vragen. Stefan antwoordde dat God hem zou zegenen op voorspraak van Kyrillos. Toen de bojaar verrast vroeg wie dat wel was, kreeg hij ten antwoord: “Uw neef, die nu monnik is en tot de Heer voor u bidt”.
Na een boze uitval kwam de bojaar tot bezinning en gaf zijn toestemming, waarna beiden elkander vergeving vroegen. Kyrillos gaf nu vol vreugde zijn bezittingen weg aan de armen, zonder zelfs iets achter te houden voor de oude dag of voor ziekte. Hij werd monnik in het Simonov-klooster in Moskou, dat nieuw gevormd was door Theodoros, de neef van de heilige Sergios van Radonesj.
Vol vuur wijdde hij zich aan het monniksleven in absolute gehoorzaamheid aan de hem toegewezen oudvader, die zijn ijver in vasten temperde‚ maar wel toestond dat hij de nachten wijdde aan het lezen van de psalmen, met veel poklonen, en dat hij het eerst van allen in de kerk was voor de Metten. Als gehoorzaamheid (de monastieke werkopdracht) werkte hij in de bakkerij, waar hij water haalde, hout hakte en de broden naar de broeders bracht.
Toen de heilige Sergios eens het klooster van zijn neef Theodoros bezocht, vroeg hij allereerst naar Kyrillos en had een lang onderhoud met hem, tot verwondering van de broeders; maar zij erkenden daardoor dat hij blijkbaar een uitverkoren ziel was. Want Kyrillos was zo van liefde tot God vervuld dat hij zelfs geen brood kon eten zonder dat hem de tranen van dankbaarheid in de ogen sprongen. De broeders spraken onder elkaar over hem als over een engel. Maar toen hij zo de aandacht trok, begon Kyrillos zich te gedragen als een dwaas, en kreeg daarvoor herhaaldelijk strenge straffen opgelegd, die hij vreugdevol aanvaardde.
Nadat hij nog vijf jaar in de keuken gediend had, werd hij, ondanks zijn hevig protest, priester gewijd. Naast de keukendienst had hij nu ook de Dienst in de kerk.
In 1388 werd hegoumen Theodoros bisschop van Rostov, en de weerstrevende Kyrillos moest zijn opvolger zijn. In alle eenvoud be- schouwde hij nu de oudere monniken als zijn broeders, terwijl hij voor de jongeren zorgde als een liefdevolle vader. Maar die plaats bracht ook de aanloop mee van allerlei hooggeplaatsten die het wel stijlvol vonden om met zulk een heilig man over hun geestelijke problemen te spreken; en dat begon hem te verdrieten. Hij zocht daarom zo spoedig mogelijk een plaatsvervanger om zichzelf in zijn cel te kunnen terugtrekken, en ook vrij te zijn van de vele wereldse zaken waarmee een overste zich moest ophouden.
De bezoekers lieten zich daar echter niet door weerhouden en velen bleven zijn gezelschap zoeken. Toen de nieuwe archimandriet hierover moeilijkheden maakte, verliet Kyrillos het klooster, nadat hij tijdens het zingen van de Akathist, wat hij elke avond deed voordat hij ging slapen, een stem had gehoord die hem opriep zich te vestigen aan het Witte Meer in het hoge Noorden. Tegelijk zag hij uit zijn venster in het noorden een zuil van licht, die als een vinger wees naar een bepaalde plaats, die hij heel duidelijk zag.
Een monnik uit dat gebied, die samen met hem de monnikswijding ontvangen had, kwam op bezoek en Kyrillos begon hem direct te ondervragen of er aan het Witte Meer een plek bestond waar je in eenzaamheid zou kunnen leven. Therapont antwoordde dat er heel wat zulke gelegenheden bestonden. Met hem ondernam hij nu de moeizame reis, en samen trokken ze langs de oever van het Witte Meer tot Kyrillos eindelijk de plaats vond die hij in zijn visioen had aanschouwd. Heel zijn liefde ging daarnaar uit; hij richtte van boomstammen een kruis op en zong de dankcanon van de Alreine Maagd. Daarna eerst vertelde hij aan Therapont dat hij deze plek in een visioen had gezien, waarop zij samen God verheerlijkten.
De plek was bijna geheel omringd door water en er groeide dicht bos, waarin nog nooit iemand gewoond had. Wel vertelden de boeren uit de omtrek dat ze op die plaats vaak klokgelui en psalmgezang hadden gehoord. Ze begonnen een cel uit te graven in de aarde van de heuvelrand en bleven enige tijd bijeen. Daarna scheidden zij van elkander, omdat ze werkelijk alleen wilden zijn. Therapont trok naar een volgend meer, waar eveneens een klooster ontstond.
ln zware arbeid maakte Kyrillos nu plaats voor een kluis en een moestuin. Langzamerhand kwamen er leerlingen uit de omgeving en ook enkele broeders uit het Simonov-klooster en zij begonnen een kerk te bouwen, terwijl ze nog in holen woonden. Uit zichzelf kwamen er houthakkers naar hen toe om materiaal te verzorgen voor het bouwwerk, nadat de heilige tot de Moeder Gods gebeden had om hulp. Want omdat de plaats zo afgelegen was, waren zulke werklui niet in de omgeving te vinden.
Er ontstonden ook gemeenschappelijke vertrekken en vaste regels. ln de kerk moest ieder zijn eigen plaats innemen, er mocht niet gesproken worden en men mocht niet voor het einde van de Dienst vertrekken. Bij de maaltijd, van twee gerechten, waarbij water de enige drank was, werd niet gesproken. ln stilte ging men naar zijn eigen cel, waar de persoonlijke gebedsregel volbracht moest worden. Eerst daarna kon men elkander ontmoeten. Er was geen persoonlijke eigendom, zelfs niet in de cel. Daar waren alleen boeken en ikonen, en de deur kon niet op slot. Wanneer tussendoor iets gedronken moest worden, kreeg men water in de refter: in de cel mocht geen eten of drinken aanwezig zijn.
Kyrillos vertrouwde hun leven geheel aan God toe en verbood om aalmoezen te vragen. Ook wanneer er gebrek was, wilde hij niet dat er iets aan de buren gevraagd zou worden. “Want als God ons zou vergeten, wat zou dit leven dan nog voor waarde hebben?” Eens per jaar werd een monnik naar de stad gezonden om de noodzakelijke inkopen te doen.
Een bojaar uit de streek, die groot vertrouwen stelde in Kyrillos, stuurde elk jaar 50 mud koren. Hij kwam op de gedachte om de monniken een vast inkomen te verzekeren door een van zijn dorpen over te dragen aan het klooster op Kyrillos’ naam. Maar deze wilde dit niet aanvaarden, want zulk een bezit bracht allerlei rompslomp met zich mee, er zou voor allerlei gezorgd moeten worden, en de stilte van de broeders zou verbroken worden. Al werd er maar een enkele broeder door uit zijn evenwicht gebracht: zijn ziel was toch kostbaarder dan alle bezittingen.
Kyrillos was zo vol liefde tot God dat bij het bidden de tranen uit zijn ogen vloeiden. God had hem de gave verleend van inzicht in de zielen, zodat hij wist wat er in de mensen omging voordat zij hem erover spraken. Op dezelfde wijze kon hij vaak in de toekomst zien, terwijl zich ook de gave van genezingen in hem ontplooide, zodat vele zieken naar zijn cel kwamen, of door anderen een verzoek tot hem richtten om zijn gebed, dat vaak verhoord werd. Verschillenden werden na jarenlange blindheid genezen. Wijn voor de heilige Liturgie vloeide over uit een leeg vat. In de tijd van hongersnood deelde hij met volle handen brood uit aan de gebrek lijdende bevolking, ofschoon hun eigen land ternauwernood voldoende opbracht om in de behoeften van het klooster te voorzien. Storm en vuur weken terug voor zijn gebed.
ln zijn laatste levensjaar begonnen zijn lichaamskrachten af te nemen, zodat de broeders hem in hun armen naar de kerk moesten dragen en hij Zijn gebeden alleen nog maar zittend kon verrichten. Met Pinksteren celebreerde hij voor de laatste maal de Goddelijke Liturgie. De broeder- schap, die toen uit 53 monniken bestond, werd overvallen door grote droefheid om het naderend afscheid, maar Kyrillos was stralend in het vooruitzicht van zijn thuiskomst. En hij beloofde dat, zolang zij zouden volharden in onderlinge liefde, het klooster niet achteruit zou gaan maar integendeel zou groeien in aantal. Vervolgens nam hij afscheid van elke broeder met zijn zegen, terwijl hij elk vergiffenis vroeg en schonk. Daarna ontving hij voor het laatst de heilige Communie en ontsliep biddend in de Heer, 90 jaar oud. Op dat ogenblik werd zijn cel vervuld van een heerlijke geur. Zijn gelaat werd nog stralender dan men het soms tijdens zijn leven had gezien, het zag er in het geheel niet uit alsof hij gestorven was. Zijn celmonnik, de eerste broeder die tot hem gekomen was, lag met hoge koorts in het dorp, Hij zag plotseling zijn geestelijke vader voor zich staan, met een kruis in de hand, waarmee hij hem zegende. Op datzelfde ogenblik was hij genezen en hij spoedde zich vol vreugde naar het klooster om aan Kyrillos zijn genezing te melden, maar hij ontmoette de begrafenisstoet, op de 9e juni van het jaar 1429. Kyrillos had, toen hij 30 jaar oud was, de monnikswijding ontvangen in het Simonov-klooster. Daar had hij 30 jaar geleefd. En ook zijn leven in het Witte Meer-klooster besloeg een periode van 30 jaar.

Afbeelding

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-172/

Afbeelding Afbeelding Het plukken van de aren op de sabbath en de discussie tussen Jezus en farizeeën daarover
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

10 juni
Afbeelding
De heilige Joannes, metropoliet van Tobolsk en Siberië, 1651 – 1715. Hij studeerde aan het theologisch instituut in Kiev, waar hij ook leraar Latijn werd. Hij werd monnik van het Holenklooster en leidde een diep geestelijk leven. Hij was nog jong toen hem het predikambt voor de broeders werd toevertrouwd. Het grote thema van zijn onderricht, dat hem heel zijn leven bezig hield was: “Hoe brengt de mens zijn wil in overeenstemming met de wil van God?” Dit was ook de ondertitel van zijn laatste en belangrijkste boek, “De HeIiotroop”, de bloem die zich altijd wendt naar de zon en daardoor zelf tot een ikoon wordt van de zon. Hij legde daarbij grote nadruk op innerlijke religieuze zelfkennis, en zijn preken deden middelen aan de hand om die te bereiken.
In 1678 werd hij met een opdracht naar Moskou gezonden, waar de patriarch hem tot assistent aanstelde van de hegoumen van het Svena-klooster in Bryansk.
In 1696 benoemde de heilige aartsbisschop Theodosios van Tsjernigov hem tot archimandriet van het klooster van de Eljetskaja-ikoon van de Moeder Gods, en wees hem aan als zijn, opvolger. Het volgend jaar werd hij gewijd. Hij gaf bijzondere aandacht aan de theologische school van Tsjernigov en zette een hoge standaard vast van geestelijk onderricht en wetenschap, waarmee deze tot eersteling en model werd van de seminaries in Rusland. Tevens grondvestte hij een drukkerij voor geestelijke boeken, waar een reeks belangrijke uitgaven tot stand kwam.
Als aartsbisschop onderhield Joannes innige betrekkingen met de Athos, en hij verleende veel steun aan het russische Panteleimon-klooster op de Heilige Berg.
In 1710 werd hij benoemd tot Metropoliet van Tobolsk en Siberië. Ook daar besteedde hij bijzondere zorg aan de priesteropleidingen aan het missiewerk onder de nog heidense Siberiërs. Hier schreef hij ook zijn “Heliotroop”, met het oog gericht op “zijn natuurkinderen” in dat land. Ook toonde hij zijn liefde voor hen door na de Goddelijke Liturgie in zijn huis open tafel te houden voor de geestelijkheid en de armen, waarbij hij zelf aan tafel diende. Na 5 jaar kwam er echter een einde aan dit werkzame leven: hij stierf plotseling na deze tafeldienst op 10 juni 1715. Twee eeuwen later werd Joannes plechtig heilig verklaard.

Op deze dag worden ook alle heiligen van Siberië herdacht: Andreas, Antonios, Aretas, Basilios, Daniel, Dimitri, Donas, Filaret, Filotheos, Theodoros, Gerasimos‚ Germanos, Inkarios, Meletios, Misael, Nektarios, Paulos, Petros, Simeon, Sinessios, Sofronios, Stefanos, Warlaam, en vele anderen.

De heilige Landry, bisschop van Parijs, vanaf 650, onder de regering van Dagobert ll. Tijdens de grote hongersnood maakte hij alles te gelde wat hij bezat, tot zelfs het kostbare altaargerei, om de armen te kunnen bijstaan in hun gebrek. Toen daarna aan de kerken een vast inkomen werd toebedeeld door de staat, zorgde hij ervoor dat ook voorgeschreven werd dat elke bisschop daarmee de kosten zou dragen van het hospitaal, dat in de buurt van de kathedraal gevestigd moest worden, naar het voorbeeld van het oude hospitaal van Lateranen in Rome, dat behoorde bij de lateraanse basiliek. Zo kwam onder zijn bestuur het beroemde Hôtel-Dieu van Parijs tot stand. Het is niet bekend in welk jaar de heilige Landry overleden is.

De heilige Bardo, aartsbisschop van Mainz. Hij was geboren in de tweede helft van de 10e eeuw in een duits adellijk geslacht. Reeds als een schootkind leerde hij de psalmen lezen bij een dame van middelbare leeftijd. Bardo bleef haar dankbaar en zorgde voor haar toen hij bisschop was.
Verder werd hij opgevoed in de abdij van Fulda. Als familielid van de keizerin maakte Bardo gemakkelijk carrière. Achtereenvolgens werd hij aan het hoofd gesteld van de abdijen van Kaiserswerth en van Hersfeld. ln 1030 werd hij gewijd tot bisschop van Mainz. Zijn eerste preek in tegenwoordigheid van de keizer was een deerlijke mislukking, zodat deze zich wanhopig afvroeg hoe hij zulk een houten klaas de belangrijkste bisschopsplaats van het rijk had kunnen toevertrouwen. Aan Bardo werd de raad gegeven verder maar zijn mond te houden, maar hij liet zich niet intimideren en in het vervolg toonde hij een grote welsprekendheid, en de keizer kon weer rustig slapen.
Ofschoon hij zijn, benoeming aan protectie had te danken, bleek Bardo al spoedig een model-bisschop te zijn. Hij bleef trouw aan zijn monastieke levenswijze, hij at nooit vlees, voerde een eenvoudige levensstaat, zorgde met warmte voorde armen, en inspecteerde regelmatig zijn bisdom. Hij was vriendelijk en vergevingsgezind, en sprong in de bres voor wie door verdrukking te lijden had. Onder zijn bestuur werd de bouw van de grootse kathedraal voltooid. Als ontspanning had hij een verzameling zeldzame vogels die hij tam had gemaakt en die hij van zijn bord liet eten. Bardo stierf, diep betreurd door het volk van zijn diocees, op de 10e juni van het jaar 1053.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-173/

Afbeelding

Afbeelding "Het teken van de profeet Jona" als voorafbeelding van Christus' rust in het graf en opstanding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

11 juni
Afbeelding
De heilige Efraïm, hegoumen van Novotorzhk. Vandaag wordt herdacht de vinding van zijn relieken.

De heilige Barnabas van Wetluga. Hij was priester in Groot-Ustjug, maar toen de barbaren binnenvielen vluchtte hij naar een ontoegankelijke plek bij de Wetluga-rivier. Daar leefde hij verder als kluizenaar, maar er verzamelden zich volgelingen rond hem, die na Barnabas dood in 1445, een klooster bouwden. Daaromheen groeide de stad Warnawin, terwijl de kloosterkerk de kathedraal werd van de bisschop.

De heilige Arkadios, leerling van de heilige Efraïm, archimandriet van het Boris en Gleb-klooster van Novotorzhk. Hij is gestorven in 1077. Vandaag wordt herdacht de overbrenging van zijn relieken.

De heilige martelaar Ausonus, eerste bisschop van Angoulème, door de heidenen vermoord, nadat hij zich onder hen had gevestigd om beter contact met de mensen te hebben. Toen dit leidde tot verschillende bekeringen, werd hij op bevel van het stadsbestuur onthoofd. Hij ligt begraven in de aan hem gewijde kerk, die toebehoort aan het door Ausonus gestichte klooster, een van de eerste kloosters van Gallië.
Afbeelding
De ikoon Axion Estin, “Waarlijk, het is waardig u zalig te prijzen..”, in het Protaton van Karyes op de Athos. De aartsengel Gabriël kwam als monnik bij een kluizenaar en zong samen met hem het officie. Maar vóór de hymne van de heilige Moeder Gods in het Magnificat: “U, eerbiedwaardiger…”, zong hij het “Waarlijk, het is waardig u zalig te prijzen..”‚ en hij schreef deze hymne met de vinger in een steen welke later naar Konstantinopel is overgebracht. Dit gebeurde in 980. Ten gevolge van deze verschijning werd de uitgebreide hymne algemeen aanvaard, zowel op het einde van de canon van de Metten, als op het einde van de Eucharistische Canon in de Goddelijke Liturgie.

De heilige martelaren Felix en zijn broer Fortunatus te Aquilea. Zij waren daar aangekomen uit een naburig dorp om Christus te prediken, Die zij hadden leren kennen en liefhebben. Toen de magistraat was aangekomen om het vervolgingsdecreet van Diokletiaan ten uitvoer te brengen, werd hem gemeld dat twee christenen in de stad waren aangekomen. Hij zond een wacht uit om hen te arresteren, en zij werden voorgeleid met hals- en handboeien. Bij de ondervraging gaf Felix hun namen en voegde eraan toe dat zij christenen waren, en liever onder de wilde dieren leefden dan met afgodendienaars. Zij werden met stokken geslagen, en toen zij standvastig bleven, onthoofd, in het jaar 296.

De heilige maagdelijke martelares Macra, in de buurt van Reims tijdens de vervolging van Diokletiaan als christen aangebracht en op allerlei wijzen gefolterd, terwijl zij telkens zwaar gewond weer in de gevangenis gesloten werd, zonder verzorging, om door wondkoorts haar wilskracht te verzwakken. Maar het lukte niet haar verzet te breken en ten slotte werd zij op een bed van gloeiende kolen verbrand, rond 297. In de tijd van Karel de Grote bestonden er verschillende grote, aan haar gewijde kerken.

Ook nog op deze dag de heilige martelaar Theopemptos en vier medemartelaren.

Eveneens op deze dag de heilige Rembertus, bisschop van Hamburg en Bremen.
Afbeelding Martelares Elpida (Hoop)
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-174/

Afbeelding

Afbeelding Jezus en de kinderen
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

12 juni
Afbeelding
De heilige paus Leo III werd van jongsaf opgevoed in Lateranen, het pauselijk paleis, waar hij de Heilige Schrift en Canoniek Recht studeerde. Hij zocht zijn vrienden onder de vroomste monniken en priesters van Rome, was zeer vrijgevig voor de armen en betoonde grote zorg voor de zieken. Dat maakte hem tot lieveling van het romeinse volk, en toen paus Adriaan I stierf op Kerstmis 798, werd Leo reeds de volgende dag unaniem tot Paus gekozen en bisschop gewijd. Er was echter een groep ontevredenen en enige tijd later werd er een aanslag op de paus gedaan, waarbij hij zwaar werd mishandeld en daarna gevangen genomen. Hij wist echter te ontsnappen en stelde zich onder de bescherming van Karel de Grote, die hij bij diens bezoek aan Rome op kerstdag 800 bij verrassing tot keizer kroonde en zalfde, ondanks het protest van de byzantijnse keizer. Karel de Grote stuurde ook de abt Anglibert als zijn persoonlijke gezant naar Rome, met veel geschenken en met de opdracht de paus telkens weer te herinneren aan de plichten van zijn ambt, de kerkelijke canons te onderhouden, en zich voor ogen te stellen dat zijn bewind slechts enkele jaren zou duren en dat daarvan zou afhangen hoe het hem zou vergaan in de eeuwigheid. En hij moest ook telkens zeggen dat het kwaad van de simonie moet worden uitgeroeid, waarvan de Kerk zoveel te lijden heeft In zijn strijd tegen het arianisme ijverde Karel de Grote voor de toevoeging van het “Filioque” aan de geloofsbelijdenis, omdat daardoor de nadruk gelegd zou worden op de Godheid van Christus. Leo verzette zich er niet tegen dat de geloofsbelijdenis, die altijd plechtig gezegd werd, gezongen zou mogen worden, maar hij bleef, gekant tegen het invoegen van het Filioque, want aan het Credo mochten geen veranderingen aangebracht worden. Bovendien zei hij dat “Licht uit Licht, ware God uit de ware God, één in wezen met de Vader..” toch werkelijk duidelijk genoeg was. Hij liet naast de ingang van de basiliek twee gouden schilden aanbrengen met de overgeleverde tekst van het Credo, zowel in het grieks als in het latijn. Maar op den duur slaagde de franse Kerk erin het “Filioque” in het credo geplaatst te krijgen en begon het grote schisma dat de oude Kerk verdeelde in Oost en West.
Leo voerde een bijzonder kostbare staat en de daarvoor benodigde zware belastingen veranderden de gezindheid van het volk, zodat er na de dood van Karel de Grote, in 815 zware onlusten en oproer uitbraken, waarbij zijn paleizen geplunderd werden. Leo stelde zich eerst hevig te weer, maar werd ziek en stierf in 816.

De heilige Odulphus (Olof) uit een adellijk frankisch geslacht te Verrebest (Oirschot, Brabant) geboren rond 770. Vanaf zijn jeugd deed hij werken van barmhartigheid. Hij werd priester te Oirschot en later monnik in Utrecht, en een der naaste medewerkers van bisschop Frederik. Door hem werd hij uitgezonden om te prediken onder de ariaanse Friezen, onder wie hij vele bekeerlingen maakte. Hij had daarbij veel te lijden, maar hij wist alle moeilijkheden te overwinnen door zachtmoedigheid, geduld en naastenliefde, innerlijk gesteund door een diep geestelijk leven.
Op latere leeftijd vestigde hij zich in Utrecht waar hij een plaats kreeg als kanunnik. Hoe minder hij in staat was te werken, des te meer verdiepte hij zich in het gebed. Door vasten en nachtwaken scheen hij zich niet uit te putten maar telkens nieuwe kracht te winnen. Hij is gestorven op de 12e juni, in de 9e eeuw. Hij ligt begraven in de San Salvator te Utrecht.
Zijn hoofdkwartier in Friesland groeide later uit tot het Sint-Odulphusklooster; dit klooster is echter in de golven verdwenen(1525), even buiten Stavoren, in het huidige IJsselmeer. (Jaarlijks vindt daar op deze dag een bedevaart plaats, vanuit het orthodox klooster in het nabijgelegen Himmelum.) Ook in Amsterdam bestond er een aan hem gewijde Olofskapel; de ruimte maakt nu deel uit van een congres-centrum.

Afbeelding
De heilige Cunera was vermoord uit jaloezie. In Rhenen bestaat een aan haar gewijde kerk, maar er zijn geen feiten over haar bekend. Ook weet men niet in welke tijd zij heeft geleefd, daar zij zowel in verband gebracht wordt met Radboud (8e eeuw), als met de heilige Ursula (5e eeuw).

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Antonina te Nicea, na langdurige martelingen met het zwaard gedood; en Basilides, Quirinus (Cyrintis), Nabor en Nazarius te Rome, soldaten in het leger van Maxentios, onder Diokletiaan na allerlei martelingen onthoofd aan de Via Aurelia, 296.

Eveneens op deze dag de heilige Stefanos Komelski (of Oserski), naar het klooster dat hij in 1534 bouwde aan het Komel-meer, gestorven 1542; de monnik Timotheos, begon zijn asketisch leven in de Thebaïde, en leefde nog 30 jaar als kluizenaar in de woestijn; de monnik Zeno; de belijder Amfion, bisschop in Cilicië, tijdens Galerius Maximianus; de monniken Andreas, Heraklemon, Joannes en Theofilos die leefden in de egyptische woestijn in de 6e eeuw; Anna van Kasjin, prinses- schima-moniale, 1368; Onufrios Malski, stichter van het klooster van de heilige Moeder Gods in Malch (Pskov), gestorven in 1552; Onufrios, hegoumen van het Katromklooster (Wologda); Onufrios en Auxentios, stichtten in 1499 het Pertsevklooster bij Wologda, gestorven 1521; Olympios, bisschop in Thracië, door de Arianen verdreven, (stierf als belijder; Joannes de soldaat, kluizenaar in Egypte, 6e/7e eeuw; en Julianos van Dagaz.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-175/

Afbeelding

Afbeelding Maagd Maria te gast bij haar nicht Elisabeth
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

13 juni
Afbeelding
De heilige Trifyllios, bisschop van Leukosia (Nikosia) op Cyprus. Hij was afkomstig van Konstantinopel maar werd een leerling van de heilige Spiridon van Trimithunt op Cyprus. Ook als bisschop volhardde hij in de strenge askese die hij bij Spiridon geleerd had. Trifyllios is hoogbejaard gestorven in 370.

Afbeelding
De heilige Anna, met haar zoon Joannes. Anna was de dochter van een diaken in Blacherna. Na de dood van haar echtgenoot trok zij mannenkleding aan en leefde onder de naam Euthymianos met haar zoon als askeet in het bithynische klooster op de Olympos. Zij is gestorven in 826 in Konstantinopel.

De heilige Andronikos van Moskou, afkomstig uit Flostov. Als jongeman was hij leerling van de heilige Sergios. Later stichtte hij zelf een klooster in Moskou, Spaso Androniev, waarvan hij ook de eerste hegoumen werd. Daar is hij ook gestorven, in 1395. Hij werd opgevolgd door de eveneens heilig verklaarde Sabbas.

De heilige martelaar Rambert (Rembert, Rlagnbert), was de zoon van de hertog van de Seine/Loire provincie, en werd als Christen opgevoed. Hij werd een der vele slachtoffers van de misdadige hofmeier van koning Dirk, Ebroin, die geen enkel middel te min achtte om zijn invloed uit te breiden, en die hem door huurmoordenaars liet afmaken in 675, nadat hij onder vals voorwendsel was weggelokt naar een eenzame plek bij Ambournay.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Antonina van Nicea, tussen 284 en 305 na langdurige martelingen met het zwaard gedood; de monnik Aventinus, in de Pyreneeën, 8e eeuw; Diodoros, gekruisigd te Emesa; Fortunatus en Lucianus in Noord-Afrika; Peregrinus, bisschop in de Abruzzen, gedood door de Longobarden; de priester Fandilas, te Cordova door de Arabieren onthoofd.

Eveneens op deze dag de heilige Agricus, bisschop van Sens, 5e eeuw; Antipatros, bisschop van Bostra (Arabië), 4e eeuw, heeft een rol gespeeld in de strijd tegen de leer van Origenes; Priscus, aartsbisschop van Lyon, 586; Psalmodus, kluizenaar te Eymoutiers‚ 7e eeuw; en Eulogios, patriarch van Antiochië.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-176/

Afbeelding Afbeelding Geboorte van Jezus Christus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

14 juni
Afbeelding
De heilige Basilios de Grote. Zijn grote feest is op 1 januari, maar hij wordt ook herdacht aan het begin van de zomer. De heilige Gregorios van Nazianze schrjft over hun gezamenlijke studietijd in Athene:
“We waren serieuze studenten: we wilden niet omgaan met de schuinsmarcheerders of met hen die hun minachting voor elke godsdienst tentoon spreidden, maar alleen met hen die ernstig werk van hun studie maakten. Er werd wel gezegd dat je juist met die anderen moest meedoen om ze zo te kunnen bekeren, maar het leek ons veel waarschijnlijker dat zij ons zouden aansteken met hun lichtzinnigheid.
Eigenlijk kenden we maar twee straten van de stad: de weg naar de kerk en naar de verschillende priesters die daar dienden; en de weg naar de universteitsgebouwen. De weg naar het theaters de overige amusementsgelegenheden lieten we aan de anderen over.”
Zij kozen bijzonder zorgvuldig hun studiemateriaal volgens een vast plan, altijd met het oog op het nut dat het zou kunnen opleveren bij hun werk voor de Kerk: wel breed opgevat, want zij wilden op elke gebied een ruime algemene ontwikkeling bezitten, ook b.v. van natuurwetenschappen (onderdeel van de filosofie) en medische studie. Vooral Basilios met zijn sterk verstand en diep inzicht, toonde zich hierin een meester, zegt Gregorios vol bewondering. Hij gold dan ook na enkele jaren als een orakel, en hij werd niet alleen geraadpleegd door de studenten, maar ook door de leraren, wanneer die op hun niveau wilden spreken over moeilijke punten in hun vak. Op allerlei manieren werd dan ook beproefd hem in de stad te houden, maar Basilios vond dat hij aan zijn verre vaderland verplicht was om daar de talenten te werk te stellen die God hem verleend had.
Hij liet dan ook Gregorios in Athene achter, ging terug naar Caesarea in Kappadocië in 355, en opende daar een college in rhetorica, waar veel uiteenlopende wetenschappen werden bestudeerd. Tegelijk was hij pleiter aan het gerechtshof, bij de vele rechtszaken die de Grieken elkaar in die tijd aandeden. Maar ook al stond hij zichzelf geen enkele onregelmatigheid in zijn leven toe, toch werd in hem het besef steeds sterker dat de algemene eer welke hem ten deel viel, niet gunstig was voor de ontplooiing van zijn geestelijk leven. Onder invloed van zijn zuster Macrina, en van zijn vriend Gregorios, besloot hij radicaal afstand te doen van het wereldlijk leven. Het grootste deel van zijn bezittingen schonk hij weg aan de armen en hij begon het monastieke leven.
Ook hierin ging hij eigenlijk op wetenschappelijke wijze te werk. Hij wilde de grondslagen van dat leven kennen en in 357 begaf hij zich daarom op reis om de plaatsen te bezoeken waar het monnikdom ontstaan was en nog in zijn puurheid aanwezig was: Syrië, Mesopotamië en Egypte. Na een jaar kwam hij terug in Kappadocië en werd lector gewijd. Vervolgens trok hij zich terug in het klooster van zijn zuster Macrina, in het huis van zijn grootmoeder, aan de oever van de Iris-rivier. Hij bouwde daar op de andere oever een mannenklooster, waarvan hij gedurende 4 jaar de leiding had, tot hij die overdroeg aan zijn broer, de eveneens heilig verklaarde Petros van Sebaste.
Maar hoezeer hij ook streefde naar een teruggetrokken leven, zijn organisatietalent en leidersgaven brachten vanzelf met zich mee dat allerlei mensen zich onder zijn leiding stelden, en hij stichtte een aantal kloosters, zowel voor vrouwen als voor mannen, in de hele Pontus-provincie, waarover hij een soort oppertoezicht uitoefende. In allerlei zaken werd zijn raad gevraagd, en uit de correspondentie welke daaruit volgde, ontstonden de verzamelingen van voorschriften en raadgevingen, die de Regels van de heilige Basilios worden genoemd.
Vaak scherpt hij in dat de monnik de geheimste gedachten van de ziel moet blootleggen voor de overste, en zich aan al diens beslissingen moet onderwerpen, want het gemeenschappelijk leven is de veiligste weg tot vooruitgang voor wie zich aan God toewijdt.
Basilios behandelde zichzelf met grote gestrengheid, zodat hij vaak ziek en geheel verzwakt was. Maar ten opzichte van anderen ging zijn optreden gepaard met grote zachtheid en geduld, ook in de allermoeilijkste omstandigheden, wat reeds de bewondering opwekte van zijn heidense leermeester Libanios. Naast de studie en het gebed wijdde hij zich ook aan de handenarbeid: hout aandragen, stenen kappen, bomen planten, sloten graven.
Tijdens de grote hongersnood van 359 verkocht hij ook de rest van zijn bezittingen, om de armen te kunnen bijstaan, terwijl hijzelf in de grootst mogelijke armoede leefde.
In 362 kwam een einde aan dit geconcentreerde leven. Juliaan de Afvallige, die hem nog kende uit zijn studententijd, was keizer geworden en schreef hem een honingzoete brief met vleierijen, waarin hij hem vervolgens opdroeg duizend goudstukken te betalen aan de schatkist want dat hij anders Caesarea met de grond gelijk zou laten maken. Basilios schreef koelbloedig dat hij zelfs niet genoeg geld bezat om maar een enkele dag van te leven. Vervolgens ging hij tot de aanval over en schreef hoezeer hij zich verwonderde te zien, hoe de vorst zijn keizerlijke plichten verwaarloosde, en dat hij de toorn van de hemel over zich afriep door de minachting die hij aan de dag legde voor de Dienst van de Heer. Juliaan voelde zich hevig gekwetst en zwoer dat hij Basilios en Gregorios wel te pakken zou nemen wanneer hij terugkwam van de veldtocht tegen Perzië. Hij wist niet dat hij daar het volgend jaar zou sneuvelen.
Bijna met geweld werd Basilios toen priester gewijd. Hij bleef zijn gewone monastieke levenswijze volgen, maar voegde aan zijn werk de prediking toe. In 364 werd Valens keizer, die het arianisme sterk bevoordeelde. In 366 kwam deze naar Caesarea, met de bedoeling dit belangrijke bisdom in handen van de Arianen te geven. Bisschop Eusebios, die Basilios gewijd had, zond een nood-oproep. Nu het geloof in gevaar kwam, haastte Basilios zich naar de stad. Hij trad met zoveel wijsheid op dat de Arianen zich moesten terugtrekken. Zijn preken staken het volk weer een hart onder de riem, want hij volstond er niet mee de dwaling bloot te leggen, maar op de eerste plaats riep hij op om te gaan leven volgens het Evangelie. Waar tweedracht heerste, wist hij verzoening tot stand te brengen. Hij bedelde geld bij de rijken en nodigde de hongerigen aan tafel, waarbij hij hen bediende en de voeten waste.
Daarmee won hij ook het hart terug van bisschop Eusebios die hem inschakelde bij het bisschopswerk en in alles zijn raad inwon. Toen Eusebios stierf in 370 werd vanzelfsprekend Basilios gekozen als zijn opvolger. Met nog meer energie nam hij nu het predikambt waar; hij preekte iedere morgen en avond, en altijd was de kerk overstromend vol. Soms was hij zo zwak dat hij zich ternauwernood overeind kon houden, maar hij bleef het Woord verkondigen nu er zulk een duidelijke honger naar was. Basilios voerde verschillende gebruiken in die hij in de Syrische Kerk had waargenomen. Het bijzonderste was het gemeenschappelijke dagelijkse morgengebed in de kerk, met gezongen psalmen. Daarbij ging men te communie op zondag, woensdag, vrijdag en zaterdag, en op alle martelaarsfeesten. Keizer Valens was intussen bezig het arianisme in zijn rijk met geweld in te voeren, en reeds waren verschillende diocesen voor zijn intimidatiemethoden bezweken. Nu zond hij zijn prefect Modestos naar Kappadocië, met de opdracht die vervloekte bisschop klein te krijgen. Maar Basilios was niet iemand die zich liet intimideren door bedreiging met confiscatie, verbanning, foltering of dood. “Bij wie niets bezit, valt niets te confiskeren. Verbannen zal ook moeilijk gaan want de hemel is mijn vaderland, waar ik ook ben. Ook voor foltering ben ik niet bang want er is al zo weinig over van mijn lichaam dat het niet lang zal kunnen lijden. De dood zal me welkom zijn, want die verenigt mij met mijn Schepper, en het is voor Hem dat ik leef”. Verbaasd en verontwaardigd zei de prefect dat er nog nooit iemand zo tegen hem gesproken had waarop Basilios zei: “Dan komt u vandaag zeker voor het eerst in aanraking met een bisschop!”
Het verhoor werd nog eens herhaald in aanwezigheid van de keizer, doch met hetzelfde resultaat. De keizer gaf zich voorlopig gewonnen en liet Basilios met rust. Daarna kwam hij nog tweemaal met een verban- ningsbevel, maar trok ook dat weer in, om verschillende redenen; wel wierp hij allerlei kerkpolitieke hinderpalen op wat betreft de verdeling der bisdommen.
Basilios werd ook tweemaal te hulp geroepen in Armenië bij de kerkelijke ongeregeldheden die zich daar voordeden. In 373 genas hij van een zware ziekte, toen men hem reeds stervende waande. Intussen duurden de ariaanse moeilijkheden voort tot in 378 de keizer stierf. Zijn opvolger, Gratianos liet de kerk met rust. Maar toen werd Basilios opnieuw ernstig ziek, en nu voelde hij dat zijn leven ten einde liep. Het nieuws leidde tot algemene opwinding en van alle kanten kwam men hem opzoeken. Basilios stierf op 1 januari 379, met de woorden: “Heer, in Uw handen leg ik mijn ziel”. Een ontelbare menigte vergezelde hem op zijn laatste tocht. Niet alleen de christenen maar ook de heidenen en de Joden treurden, want allen beschouwden hem als hun gemeenschappelijke vader en als de beroemdste geleerde van de wereld. Er werden lofredenen uitgesproken door de heilige Gregorios van Nazianze, door de heilige Gregorios van Nyssa, door de heilige Amfilochios en door de heilige Efraïm. Op deze dag, 14 juni, vieren we de verjaardag van zijn bisschopswijding.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-177/

Afbeelding

Afbeelding De herders aanbidden de geboren Chrstus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

15 juni
Afbeelding
De heilige Augustinus, bisschop van Hippo (Noord-Afrika). ln Tagaste geboren in 354, werd hij vooral opgevoed door zijn vrome moeder Monica, terwijl zijn vader zich pas veel later bekeerde. Het latijn was zijn moedertaal, grieks kende hij slecht, ook toen hij later pogingen deed die kennis uit te breiden om de kerkvaders uit het Oosten beter te kunnen verstaan. Zijn ouders behoorden tot de kleine burgerij of verarmde landadel, en daarom zetten zij alles op alles om hun zoon door een goede opvoeding een betere kans te geven. De eigen middelen waren ontoereikend, er moest een beschermheer gevonden worden; Augustinus was dus eigenlijk een beursstudent, van zijn 7e tot zijn 19e jaar.
Het lezen van Ciceros Opwekking tot de Filosofie had in hem een brandende liefde tot de wijsheid teweeggebracht, die langzamerhand heel zijn leven zou gaan tekenen, al zou het nog dertien jaar duren tot hij, met de doop, de volledige consequenties zou trekken en het monastieke leven omhelzen.
De briljante Augustinus werd rhetoricaprofessor in Carthago, de hoofdstad van het latijnse Afrika, en na Rome de grootste stad van het Westen. Hij moet een buitengewoon leraar geweest zijn, dat blijkt duidelijk uit de grote aanhankelijkheid van zijn studenten tegenover hem, die hem zelfs volgden, niet alleen tot in het verre noorden van ltalië, maar ook in de verschillende sporen van zijn levensweg. Zijn stadsgenoot Alypius wordt van leerling zijn vertrouwde vriend, metgezel en -mede-bisschop. Het eerste deel van zijn leven volgt een normaal pad: Tagaste, Carthago, Rome, Milaan, de residentie, waar hij trachtte een bestuurspost te veroveren.
In Carthago kwam hij onder de invloed van de rationalistische ketterij van het Manicheïsme, dat hem jarenlang in zijn ban zou houden, tot de gebrekkige wetenschap van de leiders hem steeds meer teleurstelde. Toch bleef hij nog lang aarzelen: de strikte eisen die het christendom stelde aan de zedelijke levenswijze, vielen hem te zwaar, en hij dacht dat het voor hem onmogelijk was die te onderhouden. Eerst toen hij Ambrosius van Milaan beter leerde kennen, en vooral door het horen van het leven van de heilige Antonios, zou de definitieve beslissing komen.
De weinig beschaafde houding van zijn studenten die hem veel moeilijkheden veroorzaakten, bracht hem ertoe in ltalië zijn geluk te beproeven. Hij vestigde zich eerst in Rome en later in Milaan, waar hij uit professionele nieuwsgierigheid de diensten van de welsprekende heilige Ambrosios bezocht. Door diens preken kwam Augustinus tot een beter begrip van de Heilige Schrift en van Christus. Met zijn moeder en zijn vrienden hield hij nu een lange vakantie op een buitengoed van een van hen, in het op dertig kilometer ten noorden van Milaan gelegen Cassiciacum, om zich voor te bereiden op de doop met het Paasfeest.
Daarna verdeelde hij zijn geld onder de armen en begon met enkele vrienden het monniksleven.
Monica die hem gevolgd was, had de diepe vreugde de bekering van haar zoon mee te maken. Ze wilde graag in haar oude omgeving in Afrika begraven worden en daarom vertrokken ze naar hun vaderland. Maar in de italiaanse haven Ostia werd zij ziek en zij stierf.
Augustinus keerde nu met zoon en vriend alleen terug en stichtte een monastieke gemeenschap in Tagaste, in 388. Slechts drie jaar duurde dit rustige ingekeerde leven, dat hij eigenlijk voor altijd had willen leiden. In 391 kwam hij in Hippo Regius (het huidige Bône), de tweede stad van Afrika na Carthago, waar een oude bisschop was, Valerius. Deze was juist aan het preken dat hij als Griek maar slecht latijn sprak en dat ze iemand moesten kiezen om voor hen te preken. Zijn komst was kennelijk opgemerkt want het volk begon nu met steeds meer aandrang te roepen: Augustinus priester! Hij werd vastgegrepen en naar voren gedrongen, en ondanks zijn protesten priester gewijd.
Toen het eenmaal gebeurd was, aanvaardde Augustinus deze wijding als de wil van God en hij beproefde niet zich aan zijn verplichtingen te onttrekken door zijn liefde voor het contemplatieve leven, waarin hij voor het eerst echt gelukkig was geweest. Met hart en ziel wijdde hij zich aan zijn taak. Het was daardoor vanzelfsprekend dat hij in 395 tot bisschop werd gewijd. Hij bestuurde deze Kerk nog 35 jaar en hield daar zijn beroemde preken, voornamelijk homilieën over de Evangeliën en de Brieven van Paulos, terwijl hij tevens moest optreden tegen de verschillende ketters die het christendom belaagden, zoals de Donatisten, de Manicheën en de Pelagianen. Zijn taak bleef ook niet tot Hippo beperkt, daarvoor waren zijn talenten te zichtbaar en daarvoor werden ze ook te zeer op prijs gesteld. Reeds als priester werd hij naar Carthago geroepen om te preken voor de verzamelde bisschoppen, en Aurelius, de primaat, deed nog vaak een beroep op hem, zowel op zijn krachtdadig woord als op zijn geschriften. Zo was Augustinus de bezieler van heel het afrikaanse kerkelijk leven. Daarnaast was er de uitvoerige briefwisseling die hij onderhield met vele prominente figuren buiten Afrika. Zelf had hij reeds een aantal contacten gelegd maar hier is het vooral bisschop Alypius van Tagaste die door zijn gesprekken allerlei correspondenten aanbrengt, die graag de mening wilden horen van de man over wie Alypius met zoveel begeestering vertelde. Zijn invloed strekte zich uit over een groot deel van het Rijk. Maar zijn voornaamste zorg wijdde hij toch aan zijn eigen kudde, waar hij als monnik wilde verblijven. Zijn kathedraal werd een soort klooster, waar hij met zijn geestelijken in gemeenschap leefde, onder een strikte regel. Er was gezamenlijk koorgebed, een asketische levenswandel, vooral wat voedsel betreft, en persoonlijke armoede, want bij intrede moest men afstand doen van zijn bezittingen. Dit werd het voorbeeld voor de latere kanunnikenorden van de Middeleeuwen. Deze gemeenschap werd een kweekplaats van heilige priesters en bisschoppen voor de Kerk van Afrika.
En vooral was er natuurlijk het predikambt, op zon- en feestdagen, maar ook bij andere gelegenheden, soms meermaals daags, elk voor onze begrippen van een grote lengte. Er zijn meer dan vijfhonderd stenografisch opgenomen preken bewaard gebleven, zonder twijfel slechts een deel van de toespraken die hij in feite gehouden heeft.
Daarnaast de zielzorg op allerlei gebied. Belangrijk was, juist in die tijd, de sociale zorg, waarin bijna alleen door de Kerk voorzien werd, en waarin de bisschop de centrale rol vervulde. Er zijn zelfs brieven waarin hij zich bezighoudt met het kiezen van een man voor een weesmeisje. Daarmee hing samen het beheer van de goederen van de Kerk in landerijen, woningen en andere schenkingen.
Ook werd er vaak beroep op hem gedaan om rechter te zijn in allerlei kwesties en strafzaken, waarbij een onpartijdiger en humaner uitspraak van hem werd verwacht dan van de wereldlijke rechter. Zelfs ketters en heidenen deden in dit opzicht een beroep op hem over erfenis- en voogdijkwesties, eigendomsgeschillen, grensscheidingen en dergelijke. In feite werd dit zelfs het zwaarste deel van zijn taak. Na de dagelijkse viering van de heilige Liturgie ontving hij de rechtszaken met hun pleiters‚ en zo werd er vaak tot ver in de middag beslag op hem gelegd. Het is geen wonder dat hij in zijn brieven vaak klaagt over de verpletterende last van zijn bediening. Des te verwonderlijker is het dat hij naast al dit werk nog in staat is geweest een omvangrijk aantal boeken te schrijven, 113 stuks, waarvan sommigen zich afvroegen of iemand dat ooit wel allemaal zou kunnen lezen. Maar niet verwonderlijk is dat het schrijven van verschillende boeken zich over vele jaren uitstrekte.
Daar is zijn autobiografie, de Confessiones (Belijdenissen), die tot de wereldliteratuur behoren. Eveneens het grote werk Over De Stad Gods (De Civitate Dei), dat een grote invloed heeft uitgeoefend op het westerse denken, zelfs op politiek gebied; de boeken over de Drie-eenheid; de Doctrina Christiana; en zoveel andere.
In 414 poogt Augustinus de werkzaamheden buiten zijn diocees af te zeggen, hij is dan 60 jaar; maar de pelagiaanse kwestie roept hem toch opnieuw tot actie. In 426, wanneer hij 72 is, draagt hij het grootste deel van zijn kerkelijke functies over aan de hem toegewezen opvolger, de priester Heraclius. Hij zal dan vijf dagen van de week vrij krijgen om zich alleen met zijn eigen werk bezig te kunnen houden. Hij maakt nu boeken af, herziet verschillende werken, en maakt een catalogus op zodat ze beter bewaard kunnen blijven.
ln de ouderdom van 76 jaar is Augustinus gestorven, in 430. Doordat in zijn tijd het contact tussen Oost en West reeds verloren was gegaan door de veelvuldige oorlogen en de taalmoeilijkheden, zijn de werken van Augustinus in de tegenwoordige rest van de Orthodoxe Kerk minder bekend.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-178/

Afbeelding Heilige grijsaard Simeon en profetes Anna ontmoeten baby Jezus in de tempel en profeteren over Hem.

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

16 juni
[...]
Afbeelding
De heilige Tychon van Kaluga (Tychon Medinski), die als kind het verlangen koesterde om monnik te worden in het beroemde Holenklooster, was, als vele anderen, uit Kiev naar Moskou gevlucht voor de inval der Tataren. Moskou was toen nog een vrij en christelijk gebied, waar een orthodoxe samenleving werd gebouwd naar het model van het orthodoxe Byzantium. Daar trad hij in het Tsjudow-klooster, in 1365 gebouwd door de heilige Alexios, de vriend van de heilige Sergios van Radonesj. Hij bleef er niet lang want hij werd reeds beschouwd als rijp voor het kluizenaarsleven, en hij trok hij naar het woeste gebied van Kaluga en Medin. Het was een schitterend natuurgebied met dichte wouden. Daar vond hij een onderkomen in een holle eik, waar hij leefde van de planten die er groeiden, ten prooi aan alle uitersten van het ongastvrije Iandklimaat, met zijn barse winters en hete zomers. Een woestijnmonnik is geen stille contemplatief, maar een soldaat van Christus, die rechtstreeks ten aanval trekt tegen Diens vijand, de duivel, waarbij het van de wereld afgesloten zijn en het doorstaan van allerlei ontberingen wapens vormen in de strijd. Langzamerhand werd hij door de bevolking ontdekt, er kwamen volgelingen voor wie hij moest zorgen. Maar de eigenaar van dit land, kwam Tychon bevelen te vertrekken en hief zelfs de rijzweep tegen hem op. Toen verstijfde zijn arm en deze bleef omhoogsteken in de lucht. Daardoor kwam de man tot zichzelf en begreep dat Tychon een vriend van God was. Nu viel hij de heilige te voet en smeekte hem om voor altijd te blijven en daar een klooster te bouwen, waarvoor hij zijn hulp aanbood. Om het land te ontginnen spande de oersterke Tychon, bij gebrek aan een lastdier, zichzelf voor de ploeg die door zijn leerlingen bestuurd werd. Zo kwam het bekende klooster van de Ontslaping van de heilige Moeder Gods tot stand. Daar gaf hij leiding in deemoed en wijsheid, met grote zachtmoedigheid. Hij betoonde grote gastvrijheid, hielp de armen en was een voorspraak voor de verdrukten. Tychon is als schimonach op hoge leeftijd gestorven in 1492.

De heilige martelaren, de priester Tigrios met zijn lektor Eutropios van Konstantinopel. Zij behoorden tot de geestelijkheid van de heilige Joannes Chrysostomos, en toen deze in ballingschap was gezonden, werd de kathedraal in brand gestoken. Het vuur breidde zich uit en verbrandde een stuk van de stad, waarbij ook bezittingen van de vervolgers in vlammen opgingen. Het volk zag hierin de straffende hand van God, en dat wakkerde de woede van de tegenstanders natuurlijk aan. Zij wreekten zich op de priesters van Joannes Chrysostomos, waaronder Tigrios en Eutropios. Zij werden gevangen genomen en gefolterd. Eutropios stierf tijdens de marteling, en Tigrios in de gevangenis te Mesopotamië, waarheen hij verbannen was.

De heilige Aurelianus, bisschop van Arles, vanaf 546. Hij stond in hoge eer bij koning Childebert en deze steunde hem bij het stichten van abdijen, zowel voor mannen als voor vrouwen, waar een strenge levensregel gevolgd werd, grotendeels gegrond op de Regels van de heilige Caesarius en Benedictus, maar met zwaardere askese: veel meer psalmen voor de gebedsuren; rigoureus slot, zodat niemand het klooster ooit mocht verlaten; geen enkele leek mocht ooit het klooster betreden, zelfs niet de kerk; het spreken met een van de monniken mocht slechts gebeuren in een spreekkamer bij de poort, en altijd in aanwezigheid van de abt of van zijn gemachtigde; geen enkel contact met vrouwen was de monniken toegestaan, zelfs niet met hun eigen moeder.
Allen moesten leren lezen en zich met geestelijke lectuur bezig houden tussen het Eerste en het Derde uur. Tijdens de lange lezingen van de Metten van de weekdagen moet ieder bezig zijn met een of ander handwerk zoals schoenen maken of hennep bereiden, om niet door slaap overmand te worden. Wanneer iemand op zon- of feestdagen teveel slaap kreeg, moest men maar recht overeind gaan staan, zonder ergens tegen te leunen.
De Grote Vasten werd gehouden vanaf Theofanie, behalve op grote feestdagen, zaterdag en zondag. Wie voor een fout gegeseld werd, mocht niet meer dan 39 slagen ontvangen, zoals voorgeschreven is in de Wet van Mozes.
Voor de vrouwenkloosters kende de Regel enkele verzachtingen: zij mochten wel met hun ouders spreken, en leken mochten in de kerk komen mits het vrouwenkoor zo afgesloten was dat zij niet konden zien of gezien worden vanuit het kerkschip. Aurelianus is volgens zijn grafschrift gestorven in 551.
Afbeelding Heilige oudvader Mozes van Optina

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-179/

Afbeelding Afbeelding

Afbeelding De heilige familie vlucht naar Egypte
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

17 juni
Afbeelding
De heilige abt Harvey (Hervé), 6e eeuw. Hij was blind geboren in Bretagne, en daarom had zijn moeder hem die naam, welke “bitterheid” betekent, gegeven. De baby voelde zich ook verder ongelukkig, want hij huilde dag en nacht, en kon alleen maar getroost worden als zijn moeder voor hem zong. Dat deed zij dan ook in haar medelijden: voortdurend zong zij bij de wieg en bij alles wat zij deed, en het kind groeide op met een alles overheersende liefde voor muziek en poëzie.
Al spoedig stierf zijn vader, en zijn moeder, die zelf ook een wees was, bleef onverzorgd achter, zonder familie om haar te steunen. De zevenjarige Harvey trok door het land om te zingen en te bedelen, “begeleid door zijn witte hond aan een touw, bevend en klappertandend van de kou, blootgesteld aan regen en wind, geen schoenen aan de naakte voeten”, zingt een bretonse ballade. Er bestaat daar nog een aan hem toegeschreven “Zielenzang”, die hij gedicht zou hebben aan zijn vaders graf op Allerzielenavond.
Toen de jongen 14 was, sprak hij met zijn moeder af dat zij naar een klooster zou gaan, terwijl hijzelf zijn oom wilde opzoeken die als kluizenaar leefde en tegelijk les gaf aan de kinderen uit de omgeving. Zij leefden een aantal jaren samen. Toen vertrok zijn oom naar een eenzame kluis om zich op de dood voor te bereiden en liet de school over aan Harvey die op dichterlijke wijze de kinderen onderricht gaf in muziek, poëzie, godsdienst en levenswijsheid in spreuken.
Naarmate de kinderen opgroeiden waren er die bij hem wilden blijven, en zo ontstond een klooster, op enige afstand oostwaarts. En opnieuw trok Harvey zingend rond, nu niet begeleid door een hond maar door zijn nichtje, Kristine, die door zijn moeder was opgevoed en na haar dood alleen was achtergebleven. Zij kreeg een hutje bij de kerk en mocht voor de bloemen van het Altaar zorgen.
Langzamerhand kreeg hij de reputatie een heilige te zijn, erkend door volk en geestelijkheid. Daarvan getuigt een merkwaardige middeleeuwse gebeurtenis: De bevolking van Bretagne werd uitgezogen door een officier van de koning der Franken, die met geweld van alles een zware tol hief, zodat het land tot armoede verviel. De bisschopsraad van Armorica kwam bijeen en er werd gewacht op de komst van Harvey. Een van de prelaten klaagde dat ze hun kostbare tijd moesten verdoen met te wachten op een blinde zwerver. Deze kwam juist binnen, blootsvoets en in lompen, en hij hoorde de beledigende opmerking. Hij keerde zijn blinde ogen naar de spreker en zei zachtmoedig: “Mijn broeder, waarom verwijt ge mij dat ik blind ben? God kan u evenzeer het gezicht ontnemen als Hij dat mij gedaan heeft. Het is Zijn wil dat ik blind ben en dat u kunt zien”. Maar op dat ogenblik omfloerste een wolk de ogen van de hooghartige bisschop en hij werd blind. Eerst nadat Harvey voor hem gebeden had, kon hij weer zien.
Toen werd besloten de wrede officier in de ban te doen. De bisschoppen en abten omringden Harvey met brandende kaarsen in de hand. Deze stond op een rotsblok en riep de banvloek uit. De zeven bisschoppen antwoordden driemaal met Amen, en allen vertrapten de vlam van hun kaars onder hun voeten.
Na dit alles was het einde van de oude man gekomen. De heilige zei tot Kristine: “Mijn lieve nicht, maak mijn bed op, maar niet zoals anders. Maak het op de harde grond, voor het Altaar, aan de voeten van Jezus, mijn Verlosser. Leg een steen neer als hoofdkussen en bestrooi het bed met as, zodat, wanneer de Zwarte Engel komt, hij mij op as gelegen vindt. Want mijn kracht is uitgeput, mijn hart wordt zwak, mijn einde is nabij.”
De kleine Kristine weende: “Ach lieve oom, uw hart is zwak, maar het mijne kan niet verder. Als u van me houdt, vraag dan als gunst aan God dat ik u direct mag volgen, zoals een roeiboot hangt aan een schip.” “God is de Heer, Tina, mijn nichtje, mijn zuster. God zaait het graan en maait wanneer het rijp is”. Het was de zomer van het jaar 575.
De heilige leefde nog drie dagen. Omringd door de bisschoppen en abten en zijn eigen leerlingen, ademde hij zijn ziel uit in de handen van zijn Schepper. Op dat ogenblik sloeg de kleine Tina haar armen om zijn voeten, boog haar hoofd daarop neer en stierf. De roeiboot volgde het schip naar de haven.
De wieg waarin hij als baby gelegen had, die doordrenkt was van zijn kindertranen en de tranen van zijn moeder, en waarover zij zoveel liederen gezongen had, wordt nog als een kerkschat bewaard in de kerk van Lanhuavarn.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-180/

Afbeelding

Afbeelding Jonge Jezus in de tempel discussiëert met de volwassene schriftgeleerden.
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

18 juni
De heilige martelaren Marcus en zijn tweelingbroer Marcellianus behoorden tot de oudste families van Rome. In hun jeugd waren zij christen geworden, en zij waren beiden gehuwd. Diokletiaan was in 284 aan het bewind gekomen; hij had nog geen officiële christenvervolging ingeluid, maar moedigde wel de terreur aan die door verschillende heidense groeperingen bedreven werd. Ook Marcus en Marcellianus vielen ten prooi aan een dergelijke particuliere vervolging. Zij werden gearresteerd en ter dood veroordeeld.
Hun vrienden kwamen in actie; zij hoopten een vernietiging van het vonnis te kunnen bewerkstelligen en hadden voorlopig een maand uitstel verkregen, in de hoop dat beiden zich op den duur zouden voegen naar de wens van de rechter. Zij werden overgebracht naar het huis van Nicostratus, de griffier. Hun ouders en gezinnen kwamen hen daar bezoeken en beproefden hen over te halen hun halsstarrigheid te laten varen. Maar ook de heilige Sebastianus, officier van het paleis, kwam hen dagelijks bezoeken, juist om hen op te wekken standvastig te zijn. Hij genas door zijn gebed Zoë, de vrouw van Nicostratus, van haar stomheid, waaraan zij vele jaren geleden had.
Dit maakte een geweldige indruk en al deze deliberaties eindigden ermee dat de ouders en hun vrouwen zich bekeerden, evenals Nicostratus, en zelfs de prefect Cromatius, die hen veroordeeld had. Deze stelde hen nu in vrijheid, nam ontslag uit de dienst, en trok zich terug op zijn landgoed in de provincie.
Een christen officier verborg Marcus en Marcellianus in zijn appartement in het keizerlijk paleis, maar zij werden verraden door een afvallige christen. Zij werden opnieuw gevangen genomen en veroordeeld door de wrede opvolger van Cromatius. Zij werden vastgebonden aan een paal, waaraan bovendien hun voeten werden vastgespijkerd. Zo liet men hen een nacht lijden terwijl zij psalmen zongen; de volgende dag werden zij met lansen doorboord. Zij zijn rond 186 begraven op het kerkhof van Balbina te Rome, dat later naar hen is genoemd.

Afbeelding
De heilige Marina leefde maagdelijk in Bithynië met een buitengewone vurigheid, waarbij zij de deemoed en het geduld nastreefde van de woestijnvaders. Zij is gestorven rond het midden van de achtste eeuw.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-181/

Afbeelding

Afbeelding Jezus en de Samaritaanse vrouw
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

19 juni
Afbeelding
De heilige Job, de eerste patriarch van Moskou en Rusland. Hij was geboren in een winkeliersgezin in Staritsa aan de Twer. Zijn moeder werd later de bekende moniale Pelagia, maar over Jobs jeugd is verder niets bekend. De familie wilde hem uithuwelijken maar Job werd monnik in het Ontslapingsklooster van Staritsa en bleef daar vele jaren. Hij was begaafd velerlei gebied en was een van de beste zangers van het klooster. Op bijzondere wijze was hij thuis in de Heilige Schrift: het Nieuwe Testament en de psalmen kon hij uit het hoofd op een meeslepende wijze opzeggen, evenals de lange gebeden van de Basilios-Liturgie en de knielgebeden van pinksteren. Zijn geleerdheid en zijn wijze manier van omgaan met de mensen trok de aandacht van de kerkelijke overheden, en toen de gelegenheid zich voordeed werd hij tot overste van het Ontslapingsklooster gemaakt. Hij begon direct met restauratiewerkzaamheden en met de bouw van een nieuwe kerk.
ln 1571 werd archimandriet Job naar Moskou gehaald, waar hij achtereenvolgens aan het hoofd kwam te staan van verschillende kloosters. Hij was buitengewoon verdraagzaam en toegewijd aan allen. Voor ieder had hij goede raad en warm gebed.
Als archimandriet van het Nieuwe-Verlossersklooster maakte hij deel uit van de bestuursraad van de Kerk, en zijn naam begon te verschijnen in de verslagen van de Raad, vooral wanneer het ging over het gebruik van kloostergoederen, waarmee nog wel eens particuliere doeleinden werden gediend. Ook later als patriarch zou hij nooit iets voor eigen gebruik bestemmen, en toen hij stierf bestond zijn bezit uit 15 roebels en enkele ikonen.
Het duurde niet lang of archimandriet Job werd bisschop van Kolomna‚ en 5 jaar later aartsbisschop van Rostov. Op 11 december 1587 werd hij metropoliet van Moskou, op voorstel van de tsaar en met goedkeuring van de Heilige Synode. Het was een moeilijke taak om het juiste pad te vinden tussen de twistende bojaren en het lijdende, onderdrukte volk. Maar de zachtmoedige metropoliet bezat ware staatsmanswijsheid en gaf de tsaren waardevolle adviezen.
Juist toen Rusland officieel een keizerrijk werd, schonk God aan het land de zachtmoedigste en deemoedigste primaat om de patriarchale waardigheid te verkrijgen. Na de val van Konstantinopel werd Moskou steeds meer het middelpunt van de orthodoxe wereld, het “Derde Rome”.
Men ging het vanzelfsprekend vinden dat de Metropoliet van Rusland een zelfstandige Patriarch zou worden. ln 1580 begonnen de besprekingen met Konstantinopel en in 1588 kwam patriarch Jeremias naar Moskou. De besprekingen werden in hoofdzaak gevoerd met de bojaar Boris Godunov, en beiden kwamen al spoedig tot overeenstemming omdat de patriarch wel begreep dat het grote Rusland een steun kon zijn voor heel de Orthodoxe Kerk, die bijna overal zwaar onderdrukt werd.
ln januari 1589 werd een Concilie gehouden van de bisschoppen van de Russische Kerk, waarin werd meegedeeld dat patriarch Jeremia zijn toestemming had verleend tot het kiezen van een patriarch voor Moskou. De verkiezing werd vastgesteld op 23 januari, de intronisatie op de 26e januari 1589, in aanwezigheid van de tsaar en patriarch Jeremia. Uit drie kandidaten werd metropoliet Job gekozen als de eerste patriarch van Moskou en Rusland.
Een van de eerste bestuursdaden van de nieuwe patriarch was het instellen van vier metropolitaten: Novgorod, Kazan, Rostov en Saraï. Verder stelde hij priester-oudsten aan, die elk het toezicht hadden over een veertigtal parochies, en die erop moesten toezien dat daar, zo mogelijk dagelijks, de goddelijke Diensten werden gehouden; dat het altaargerei met eerbied werd behandeld; dat de parochiepriesters op hun beurt deelnamen aan de patriarchale en keizerlijke ceremoniën; en dat zij zich moesten bezighouden met de persoonlijke godsvrucht van de priesters.
Patriarch Job spande zich in om de priesteropleiding te verbeteren zoals voorgesteld was op het Concilie van de ‘Honderd Kapittels’, maar voorlopig leden zijn pogingen schipbreuk door het gebrek aan orthodoxe leraren. Alle andere orthodoxe Kerken werden op bittere wijze onderdrukt, en de meeste geletterde Grieken vluchtten naar het katholieke Westen. Meer succes had hij met de verbetering van de liturgische boeken, zoals het was ingezet door de heilige Maximos de Griek. Hij zocht de minst beschadigde teksten uit en liet deze drukken met een nawoord dat ruimte openhield voor eventuele nadere correcties. Vrijwel ieder jaar kwam een nieuw boek gereed: in 1589 het Triodion, daarna het Pentekostarion, Psalterion, Oktoïch, Horologion, Algemeen Meneon, het Bisschopsboek (Archieratikon). Vrijwel al deze boeken verschenen voor de eerste keer, behalve Psalter, Apostel en Horologion. Dit werk werd zo belangrijk geacht dat het onverminderd doorging, ook in het jaar van de grote hongersnood. Het was ook de tijd dat Rusland grote gebiedsuitbreiding bewerkte in het Noorden en Oosten. Het uitgestrekte Siberië werd ontsloten, er werden nieuwe steden gebouwd, zoals Tobolsk en Tiumen. De nog heidense Siberiërs en hun vorsten werden in grote menigten gedoopt. De patriarch zorgde voor een netwerk van kloosters die het culturele middelpunt moesten worden voor hun omgeving en de tsaar steunde deze stichtingen met geld en goederen. Een van de beroemdste is het in 1591 gestichte klooster van de Donskaja-ikoon van de heilige Moeder Gods, ter gedachtenis aan de bevrijding van de onderdrukking door de Horde van de Krim-Tataren.
Onder Jobs bestuur werd ook de heiligenverering bevorderd en een groot aantal plaatselijke heiligen werd vereerd, onder wie de heilige Basilios, Dwaas om Christus, de Wonderwerker van Moskou.
Verder verbeterde hij de relaties met de orthodoxe zusterkerken, en hij zond hun materiële hulp waar dat nodig was. En bijna elk jaar werd er ook een nieuwe kerk gebouwd in het zich uitbreidende Moskou.
Daarna kwam de tijd van het ongeluk, de droeve “Tijd der Troebelen”. De tsarewitsj stierf aan een geheimzinnige ziekte, en de tsaar stierf zonder erfgenaam. De tsarina nam de sluier, de dynastie van de Ruriks was ten einde. Na veel moeilijkheden wist de patriarch Boris Godunov over te halen de functie van tsaar te aanvaarden. In 1598 werd hem trouw gezworen door het plaatselijk concilie van 500 edelen, maar de Oekraïne kwam in opstand met een troonpretendent die beweerde de tsarewitsj te zijn. In 1604 had de Oekraïne zich vrijwel geheel afgescheiden van het rijk. Het volgend jaar stierf plotseling de nieuwe tsaar, Boris Godunov, en nu barstte ook in Moskou de opstand uit. De opstandige troepen mishandel- den de nieuwe tsarewitsj en diens moeder en sloten zich aan bij de oekraïense indringer. De patriarch werd ruw gevangen genomen en naar zijn oude klooster gebracht te midden van het joelende volk dat naar de vertrekken van de patriarch stroomde om te plunderen.
In het Ontslapingsklooster werd patriarch Job hartelijk verwelkomd door zijn geestelijk kind, hegoumen Dionysios. Ook de honderd monniken van de Drie-eenheidslaura hielden trouw stand, en zo kwam langzamerhand een einde aan de opstand. De valse tsarewitsj werd ontmaskerd en de patriarch naar zijn troon teruggeroepen. Maar hij was intussen blind geworden en hij zegende metropoliet Hermogenes van Kazan om zijn plaats in te nemen. Deze bracht verzoening tot stand met het volk dat zich wenend voor de nu als monnik geklede Job; neerwierp om vergeving te vragen.
Vier maanden later, zaterdagnacht 19 juni 1607, stierf patriarch Job, de Veelduldende. Hij werd begraven in de kloosterkerk, en later overgebracht naar het Kremlin. Bij zijn graf gebeurden vele wonderbare genezingen. In 1979 werd hij opgenomen bij de verering van de heiligen van het diocees Twer.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-182/

Afbeelding

Afbeelding Jezus predikt in de synagoge van Nazareth
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

20 juni
Afbeelding
De heilige Adalbert, bisschop van Maagdenburg. Hij was monnik in het klooster van Trier en werd toen, na een verzoek van de heilige Olga aan keizer Otto de Grote om missionarissen te zenden, aan het hoofd van een delegatie naar Kiev gestuurd. In 961 kwamen zij bij de russische grens, doch daar stieten zij op heftige tegenstand van Olga’s heidense zoon Swjatoslav, die sommige van de missionarissen doodde. Adalbert ontkwam en keerde daarop naar Duitsland terug, waar hij abt werd van een klooster te Weissenburg. Hij deed alles om de studiezin onder de monniken te bevorderen. In 968 werd hij de eerste aartsbisschop van Maagdenburg. Tot aan zijn dood, 13 jaar later, deed hij veel missiewerk onder de Wenden en hij kon drie nieuwe diocesen oprichten. Hij is gestorven te Merseburg in 981.

De heilige Bainus, bisschop van Terwaan en abt van Sint Wandrille (Fontenelle), waar hij zich later teruggetrokken heeft en tot abt gekozen werd. Door hertog Pepijn werd hij uitgenodigd om ook de door Pepijn gebouwde abdij van Fleury onder zijn bestuur te nemen. De heilige Bainus is gestorven tegen 711.

De heilige priester-martelaar Goban (Gobain). Hij was een ierse priester die in gezelschap van de heilige Fursey in 637 naar Engeland kwam, waar ze goed werden ontvangen door Sigebert, de koning van de Oost-Angelen, en een klooster stichtten in Suffolk. Na 644 kwam hij in Frankrijk, misschien verdreven door de invallen van koning Penda met zijn Merciërs. Hij vestigde zich in Corbeny, waar in die tijd nog geen klooster was.
Later begaf hij zich naar Laon en bouwde een kluis in het woud bij de Oise, en vervolgens, samen met de bevolking, ook een kerk, tijdens de regering van Clotarius III (656-670), die hem in alle opzichten steunde. Een groep barbaren uit Noord-Duits|and viel het land binnen, verwoestte de gehele streek en doodde Goban. Zijn gedachtenis bleef bewaard en op de plaats van zijn graf groeide het stadje Saint-Gobain.

De heilige priester Novatus, een zoon van de christen-senator Pudens uit een gezin van heiligen: een broer, Timotheüs, en twee zusters, Pudentiana en Praxedes. Een andere zuster, Potentiana, was reeds gestorven, en Praxedes was zeer verdrietig. Veel christenen kwamen haar daarom bezoeken, en ook haar broer, de priester Novatus, “die veel christenen steunde door zijn aalmoezen”.
“Toen Novatus gedurende ruim een jaar weerhouden was haar te bezoeken, doordat hijzelf ernstig ziek was, stelde de zalige Praxedes aan onze vader, de heilige Pius, voor om hem samen te gaan bezoeken en hem door hun gezamenlijk gebed te genezen. Zo werd besloten, en de volgende avond gingen we met bisschop Pius, en de maagd des Heren, naar de Godsman Novatus. En toen de Godsman Novatus hoorde dat we bij hem wilden komen, dankte hij God dat Deze hem waardig geacht had het bezoek te ontvangen van de heilige bisschop Pius en de maagd des Heren. We bleven een week bij hem, en het geviel dat de Godsman Novatus overging naar de Heer dertien dagen later, om de beloning van het hemels Koninkrijk in ontvangst te nemen”. Aldus een brief van de heilige Pastor. Het was het jaar 151.

De heilige martelares Gemma, was de dochter van een heidense edelman in Saintonge. Toen zij weigerde te trouwen met een jongeman die hij voor haar bestemd had, mishandelde hij haar zo hevig dat zij aan de opgelopen verwondingen stierf.

De heilige moniale Florentia, zuster van de heilige bisschoppen Leander en Isidoros. Florentia is gestorven in 530, en zij zijn bij elkander begraven in de kathedraal van Sevilla.

De heilige moniale Edburga (ldaberga) een dochter van de felle christenhater, koning Penda. Zij leefde en werd begraven in het klooster van Dormundecastre in de tweede helft van de 7e eeuw.

De heilige Studios, een edelman, was consul in Konstantinopel. In 463 bouwde hij de kerk van de heilige Joannes de Voorloper aan de Gouden Hoorn, en ook het klooster dat naar hem Studion heet. Het werd een van de beroemdste kloosters van die eeuwen door de vele heiligen, grote mannen, geestelijke leiders, asketen en martelaren die er gevormd zijn. Een van de bekendste is de heilige Theodoros de Studiet.
Het klooster werd door de Kruisvaarders verwoest in 1204, maar in 1293 weer opgebouwd door de Paleoloog keizer Andronikos II. Daarna is de kerk enige eeuwen een moskee geweest, nu is het een ruïne.

Ook op deze dag de heilige martelaren Innas, Pinnas en Himmas ( zie 20 januari ); en Paulus en Cyriacus te Tomi in Pontus.

Eveneens op deze dag de heilige Nikolaas Kabasilas, bisschop van Dirrachys; vorst Gleb Andrejewitsj van Wladimir, een rechtvaardig heerser, gestorven in 1175; en Hildemarca, abdis te Fécamp, 682.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-183/

Afbeelding

Afbeelding Jezus geneest de schoonmoeder van Petrus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

21 juni
De heilige Julianos van Egypte. Tijdens de vervolging van Diokletiaan in de derde eeuw, zochten vele christenen een toevlucht in Egypte, zoals het vervolgde Christuskind met Zijn ouders naar Egypte was gevlucht. Zij vonden onderdak bij een groep door Julianos gestichte kloosters, in Antiopolis, waar zij met vele duizenden bijeen waren; er werd zelfs gesproken van twaalfduizend. Dit centrum was beroemd in heel de christenheid.
De bestuurder Markianos besloot dit centrum in één actie uit te roeien. In de nacht liet hij de nederzetting door zijn soldaten omsingelen, en op een gegeven signaal van alle kanten tegelijk in brand steken. Onder de weinige overlevenden bevond zich ook Julianos, die evenals de anderen in de gevangenis terechtkwam. Ondanks zijn diepe brandwonden bleef hij blijmoedig Christus loven. De jonge Kelsios, de zoon van Markianos, vatte een diepe bewondering voor hem op en kwam steeds terug om Julianos op te zoeken en met hem te spreken. Hij werd christen, net als zijn held. Markianos’ woedend protest had geen uitwerking, maar omdat hij wist hoezeer de jongen aan zijn moeder gehecht was, rekende hij erop dat zij hem die dwaasheid wel uit het hoofd zou praten. Het resultaat was echter dat de moeder zich eveneens liet dopen, omdat zij haar zoon werkelijk begreep. Toen liet Markianos hen allen ombrengen.

De heilige Eusebios, bisschop van Caesarea in Kappadocië. Tijdens de regering van Juliaan de Afvallige werd door de christelijke bevolking de laatste heidense tempel afgebroken. Dit wekte natuurlijk de woede op van Juliaan; een jongeman die bij de afbraak een leidende rol had vervuld, werd ter dood gebracht. Aan de bevolking werden zware boetes opgelegd. Zij kozen nu Eusebios om zijn hoogstaand karakter tot bisschop, ofschoon hij nog maar katechumeen was. Snel achtereen werd hij nu gedoopt en ontving hij de opeenvolgende wijdingen. Maar de bisschoppen, die onder aandrang van het volk hadden gehandeld, verklaarden korte tijd later zijn wijding ongeldig, omdat die afgedwongen was. Men wilde hem zelfs gevangen nemen, maar hiertegen kwam de oude Gregorios van Nazianze in opstand; Maar toen Juliaan probeerde gebruik te maken van deze verdeeldheid, sloten de bisschoppen zich onder leiding van Gregorios weer aaneen, en toen werd Eusebios erkend als de wettige herder van Caesarea.
Zo onverwachts geplaatst in deze positie van bisschop in een belangrijk diocees, zocht Eusebios naar een betrouwbaar raadsman, en hij vond die in de heilige priester Basilios. Hij hield zich trouw aan diens raadgevingen, al was er een periode van venvijdering, toen Eusebios jaloers werd op de geweldig groeiende populariteit van Basilios. Deze trok zich toen weer in zijn bergkluis in Pontus terug.
Dit was een signaal voor de gewelddadige ariaanse aanvoerder VaIens, die reeds zware schade had toegebracht aan de Kerken van Bithynië en Galatië, om van de kerkelijke onenigheid te profiteren en ook in Kappadocië zijn machtte laten gelden. Want veel belangrijke inwoners van Caesarea hadden de partij van de geniale Basilios gekozen en betreurden dat deze zich teruggetrokken had wegens de jaloezie van bisschop Eusebios. Het zag er beangstigend uit of er een schisma ophanden was, ofschoon Basilios zelf uit heel zijn hart als monnik leefde in Pontus en er niet in betrokken wenste te worden.
De heilige Gregorios van Nazianze‚ de oude vriend van Basilios, maar eveneens van Eusebios‚ was zich zeer bewust van het gevaar dat de Kerk bedreigde wanneer er zo toegegeven werd aan kleinzielige jaloersheid. Hij schreef in die zin aan Eusebios, die zich eerst gekwetst toonde maar toen inzag dat hij fout was geweest. Op een brief van Gregorios aan Basilios om het’verleden te laten rusten en te komen om te helpen bij de verdediging van de bedreigde Kerk van Caesarea, gaf deze gehoor en hij kwam terug.
Eusebios ontving Basilios met open armen, en deze stelde zich ook minder eigengereid op en deed zijn best om de rechten en de gevoelens van de bisschop te ontzien.
Sindsdien was de samenwerking vlekkeloos. Basilios was steeds bij Eusebios, gaf hem onderricht, waarschuwde tegen gevaren, leerde hem hoe hij de waarheid moest verdedigen, en gehoorzaamde hem punctueel. De eenvoudige Eusebios, die nauwelijks geloofsonderricht genoten had, kon zonder Basilios’ hulp nauwelijks het hoofd bieden aan de Arianen. Maar Valens had respect voor het overwicht van Basilios, en hij liet de Kerk van Caesarea met rust.
ln 370 stierf Eusebios in de armen van Basilios en deze werd zijn waardige opvolger.

Afbeelding De vrome koning Luarsab II van Georgië

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-184/

Afbeelding Afbeelding

Afbeelding

De genezing van een melaatse en andere zieken door Jezus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

22 juni
Afbeelding
De heilige Paulinus van Nola, bisschop van Bordeaux en een bekend dichter. Hij was geboren in 353 in een senatorenfamilie, zowel van vaders- als van moederskant; een talentvolle jongeman van grote intelligentie, met een levendige verbeelding en een groot gemak van zich uit te drukken. Hij was een vlijtig student en verdiepte zich in de meest uiteenlopende wetenschappen. Reeds op jonge leeftijd hield hij redevoeringen die de enthousiaste bijval genoten van de grote geesten van zijn tijd, zoals Hiëronymos, de grote Martinus, Sulpicius Severus, Ambrosius, Augustinus, Gregorius van Tours, Cassiodorus en vele anderen.
Het duurde dan ook niet lang of hem werden verschillende ambten toevertrouwd, waarin zijn wijze voorzichtigheid, zijn edelmoedigheid, zijn zachtmoedigheid, zijn vriendelijkheid en zijn warme godsdienstigheid tot uitdrukking kwamen. Keizer Valentinianus de Oudere stelde hem aan tot prefect van Rome. Hij reisde vaak en maakte overal vrienden; hij was gehuwd met Tharasia, een spaanse vrouw, en had een kind. Gedurende 15 jaar ontwikkelde hij op briljante wijze zijn carrière.
Door de omgang met die heilige bisschoppen ontwikkelde zich ook zijn geestelijk leven. De moeilijke tijdsomstandigheden droegen ertoe bij zijn aandacht te vestigen op de vergankelijkheid van de wereldse waardeschattingen. Toen hij gedoopt werd was hij reeds 37 jaar. Kort daarna stierf zijn kind. Bovendien verkeerde Paulinus in moeilijkheden: hij werd ervan beschuldigd zijn broer gedood te hebben.
Het echtpaar week uit naar Spanje, waar ze een deel van hun bezittingen verkochten om goed te doen aan de armen. Dit had tot gevolg dat het volk van Barcelona erop aandrong dat Paulinus hun priester zou zijn; hij werd inderdaad gewijd in de Kerstnacht van het jaar 393, en het huwelijk bleef verder onvoltrokken. Dat Paulinus niet alleen zijn eigen goederen verkocht ten bate van de armen, maar ook die van zijn vrouw, wat zij overigens zelf had voorgesteld, vond in grote kringen weinig waardering. Zij werden uitgestoten uit de familie en veel van hun vrienden en kennissen wilden niets meer met hen te maken hebben. Er werd gezocht naar allerlei heimelijke ondeugden die hun naar het hoofd werden geslingerd. In een brief beschrijft Paulinus het als een veracht worden, samen met Christus. Maar toen uit heel hun levenswijze bleek met welk een ernst zij hun nieuwe staat voerden, stierf de kritiek uit en de vroegere lofredenen kwamen weer boven, eigenlijk tot hun verdriet.
Na vier jaar vertrok het echtpaar naar Milaan, waar ze hartelijk werden ontvangen door de heilige Ambrosius. Na diens dood gingen zij naar Rome, waar hun een ijzige ontvangst ten deel viel, misschien wegens zijn vriendschap met de door de romeinse geestelijkheid verachte heilige Hiëronymos.
Omdat zij in Rome niet welkom waren, vertrokken zij, en in 395 vestigden zij zich op hun bezitting in Nola (ltalië), waar zij, in afzonderlijke kluizen, een monastiek leven leidden. Ze leefden sober, zongen de dagelijkse Diensten in de kerk, bestudeerden de Heilige Schrift, zorgden voor de armen en ontvingen de pelgrims die kwamen voor het graf van de heilige Felix van Nola. Paulinus wilde niet meer zijn dan koster in de kerk, de vloer vegen en er de nachten wakend doorbrengen. Velen protesteer- den dat hij zo zijn talenten begroef, maar hij bleef leven als rekluus tot de bisschop gestorven was. Wel ontstond er een monastieke gemeenschap van christenen die zijn leven wilden delen. Hij kwam vooral in vervoering door na te denken over Gods goedheid. Tegenover het oneindig vele dat wij Hem verschuldigd zijn op zoveel verschillende gebieden, vraagt Hij van ons alleen maar onze liefde. Hoe armzalig en ontoereikend wij ook zijn, wanneer wij beminnen dan voldoen wij aan al onze verplichtingen, dan betalen wij onze schulden. Ieder mens bezit een hart en is dus tot liefhebben in staat.
Na vijftien jaar zo in verborgenheid te hebben geleefd, werd Paulinus in 409 tot bisschop gekozen en hij heeft dit werk 22 jaar volvoerd tot aan zijn dood in 431. Een van zijn priesters getuigt over hem: Zijn streven was om meer bemind te worden dan gevreesd. Wanneer hij toornig was, dan verloor hij toch niet zijn gemoedsrust. Wanneer hij streng moest optreden, dan liet hij tegelijk ook zijn zachtmoedigheid blijken. Wanneer men hem iets vroeg, dan stond hij altijd klaar om het verzoek in te willigen. Geld had voor hem slechts waarde als middel om anderen te helpen. Zijn vrijgevigheid dwong hem uiterst armoedig te leven. De heilige Augustinus verhaalt over hem dat, toen hij in 410 gevangen genomen was door de Gothen, hij zich vol vertrouwen tot God richtte met de bede: “Heer, sta niet toe dat ik gefolterd wordt omwille van goud of geld. U weet toch waar ik alles gelaten heb wat U mij gegeven hebt”. Zijn gebed werd verhoord, Paulinus werd niet gefolterd, evenmin als de anderen die van alles afstand hadden gedaan omwille van Jezus Christus.
Hij bouwde bij het graf van de heilige Felix een grote kerk met erbij behorende gebouwen voor de vele pelgrims. De muren waren geheel beschilderd met bijbelse voorstellingen, tot onderricht voor het volk. Hij stond in briefwisseling met de grote geesten van die tijd. Daarnaast zijn er een dertigtal door hem gedichte hymnen bewaard gebleven, waaronder de eerste christelijke bruiloftszang. Zijn brieven tonen zijn zachtaardig en beminnelijk karakter, en zijn liefde voor de heiligen, vooral de heilige Felix.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 23 januari.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Achaz en velen met hem; Blandina (een reliek van haar bevindt zich in het klooster van de heilige Joannes de Doper in Den Haag); Flavius Clemens, oud-consul van Rome, onder Diokletiaan ter dood gebracht; Galaktion die verdronken werd; en Satorninos en zijn moeder Juliana die de vuurdood ondergingen; en Pompianos.

Eveneens op deze dag de heilige Pretia, die een maagdelijk leven leidde in Metz, 7e eeuw; Rotrude (Otrude), 9e eeuw; Consortia, een maagd die een voorbeeldig leven leidde in Cluny, 6e eeuw; Vitor en Hesperius, bisschoppen van Metz in de 4e en 5e eeuw; en Anastasia van Servië.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-185/

Afbeelding

Afbeelding De genezing van een verlamde bij de Schaapspoort van Bethesda
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

23 juni
De heilige priester-martelaar Felix, te Sutri in Toscane. Nadat hij gevangen genomen was en voor de rechter gebracht, beleed hij vol vreugde Christus. Hij werd toen met een steen in het gezicht geslagen tot hij gestorven was, 257. Hij werd begraven door zijn diaken Ireneus.

De heilige priester-martelaar Joannes, die te Rome onthoofd werd onder keizer Juliaan, in 362. Zijn hoofd werd bewaard in de kerk van de heilige Sylvester, die daardoor de bijnaam kreeg “Ad Caput”. Door de gelijke naam en de bijna gelijke datum is later de mening ontstaan dat het hier het hoofd betrof van de heilige Joannes de Doper, waarvoor dan ook een schitterende reliekschrijn werd gemaakt door verschillende pausen.

Afbeelding
De heilige abdis Edeltrudis (Etheldreda, Audry), de zuster van de eveneens heilige monialen Sexburga, Ethelburga en Withburga, uit het graafschap Suffolk. Ook zij had al vroeg voor zichzelf de gelofte afgelegd om maagdelijk te leven, maar toen zij de huwbare leeftijd had bereikt, gaf ze gehoor aan de sterke wens van haar vader, de koning van Suffolk, om te trouwen met de vorst der Griviërs. Het echtpaar leefde echter als broeder en zuster.
Na drie jaar werd zij weduwe, maar nog was zij niet vrij: ze moest een tweede huwelijk sluiten met de jonge koning van Northumberland. Zij had op hem een grote invloed ten goede en bleef trouw aan haar maagdelijkheid.
Eerst na twaalf jaar gaf de koning toe aan haar verlangen en liet haar de sluier aannemen. Hierin werd zij bijgestaan door bisschop Wilfrid van York, een sterke persoonlijkheid. Hij wijdde haar in het mede door haar gestichte klooster Coldingham.
In 672 verliet Edeltrudis Coldingham en stichtte een dubbelklooster in het moerasgebied van Ely. Bisschop Wilfrid stelde haar aan als abdis van het vrouwenklooster, waar zij een zeer streng leven leidde en in alle opzichten een voorbeeld was. ‘s Nachts stond zij op om langdurig te bidden. Zij besteedde veel zorg aan zieken en aan allen die te lijden hadden. God schonk haar de gave van wonderen en van profetie. Ely werd een der grootste kloosters van die tijd. Na een pijnlijke ziekte is Edeltrudis gestorven, 23 juni 679.

Eveneens op deze dag de heilige monnik Domnolet te Limoges, 6e eeuw; de hegoumens Jozef, Antonios en Joannikios van Wologda; en de belijder Markos, bisschop van Efese 1444 ( zie 19 januari ).

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-186/

Afbeelding Afbeelding Genezing van de dienaar van de centurio van Kafarnaüm
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 787
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: De levens van de heiligen voor elke dag - juni

Bericht door Uranopolitis »

24 juni
Geboorte van de heilige engelgelijke Profeet en Voorloper Joannes de Doper. Buiten Christus is hij de enige van wie de geboorte wordt verhaald in het Nieuwe Testament, wat een bijzonder accent geeft aan het getuigenis van Christus, dat hij de grootste is onder de mensenkinderen. Hij was op wonderbare wijze geboren uit een onvruchtbaar huwelijk, en de aartsengel Gabriël, die zijn geboorte aankondigde, zei reeds dat hij groot zou zijn voor het aanschijn van de Heer. Hij leefde zijn gehele bestaan op een bijzondere wijze in Gods hand. Reeds vóór zijn geboorte mocht hij de aanwezigheid van zijn Heer verkondigen door vol vreugde op te springen in de schoot van zijn moeder. Nadat hij opgegroeid was, dreef Gods Geest hem al vroeg naar de woestijn, waar hij leefde, geheel onafhankelijk van de mensen, van voedsel dat in de natuur aanwezig was, om zich met een volledige concentratie op God te richten.
Toen hij tegen zijn dertigste jaar uit de woestijn tevoorschijn kwam, ging er een geweldige kracht van hem uit. Zijn gloeiende overtuiging bracht mensenmassa’s in beweging: “Het Koninkrijk Gods is nabij!” Het ging om bekering, om het totaal veranderen van het menselijk levenspatroon, om los te breken uit de enge begrenzing van het dagelijks leven en op te gaan in een grootse verwachting. Wie zich daaraan wilde overgeven liet zich door hem dopen in de heilige rivier, de Jordaan. Zo werd een volk toebereid voor de komst van de Heer Zelf, Die hij straks zou aanwijzen: “Zie het Lam Gods …”
Dan is het de tijd van de blijde verwachting. De mensen, zijn volgelingen, zijn nabije leerlingen, gaan over naar die Jezus van Nazareth. En Joannes verheugt zich, want hij is “de vriend van de Bruidegom”. Het wordt leeg rond hem, en hij komt nu ook in de stad. Daar ontmoet hij de koning en het vlamt in hem op hoe deze, die toch de vorst is van het volk dat de Goddelijke Wet ontvangen had, deze Wet met de voeten treedt en zelfs de vrouw van zijn broer als vrouw genomen had. Zoals hij het volk hun zonden had voorgehouden, zo deed hij het nu ook de vorst: “Ge moogt de vrouw van uw broeder niet hebben!” En daarmee tekende hij zijn eigen doodsvonnis.
Hoezeer hij de geest van de mensen had beïnvloed blijkt op verschillende wijzen. Allereerst in de bereidheid van zijn leerlingen om zich geheel aan Christus over te geven. Maar ook in de stormachtige groei van de Kerk in de dagen na het Pinksterfeest. De mensen waren innerlijk voorbereid, er behoefde a.h.w. maar het herkenningssignaal gegeven te worden of ze kwamen tot de groep die zich rond de apostelen verzamelde, met honderden en duizenden tegelijk. En dit werkte zelfs op de lange duur. Vele jaren later treft Paulos op zijn missiereizen leerlingen aan, die nog altijd leefden in de door Joannes gewekte verwachting, en die vol blijdschap toetreden tot de jonge Kerk. En door alle eeuwen heen is er onder de christenen een bijzonder gevoel van genegenheid voor deze man van het Eerste Uur, voor de Vriend van de Bruidegom, voor hem die getuigd heeft van het Lam Gods, voor hem die met nadruk uitgenodigd werd om de hand te leggen op het schuldeloos hoofd van de Heer, Die de Doop voor de zondaars wilde ontvangen om “alle gerechtigheid te vervullen”, en die getuige was van de grote Godsopenbaring, de Theofanie, welke deze Doop vergezelde.
Er is vaak gespeculeerd of Joannes deel heeft uitgemaakt van de joodse sekte der Essenen, die in die tijd een monastieke gemeenschap, vormden in de woestijn, maar daarvoor zijn geen gegevens te vinden. Een poëtische oplossing van dit vraagstuk wordt gegeven door een oude. legende: Toen Herodes zijn soldaten uitzond om alle jongetjes beneden de twee jaar te doden, kwamen deze ook bij het huis van Zacharias, maar zij vonden daar niemand. Zacharias had weer tempeldienst en de woedende koning liet hem doden tussen het altaar en de tempel (Lk. 2:51). Elisabeth was tijdig met de kleine Joannes naar de woestijn gevlucht, waar zij zich verborgen had in een grot. Zij stierf niet lang daarna en het kind bleef alleen achter; en het werd door engelen verzorgd totdat hij groot genoeg was om voor zichzelf te zorgen.

Afbeelding
De heilige martelaren Orentios en zijn zes broers: Farnakios, Eros, Firmos, Firminos, Kyriakos en Longinos. Zij waren soldaten onder Diokletiaan en Maximiaan. Nadat Orentios in een tweegevecht de skythische aanvoerder overwonnen had, weigerde hij een dankoffer aan de goden te brengen. Zij werden toen allen naar de Kaukasus verbannen en stierven op verschillende plaatsen op weg daarheen, door ondervoeding en harde behandeling.

https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-187/

Afbeelding Jezus vergeeft een zondaares in het huis van Simon de Farizeeër

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️