Ligt eraan om welke redenen Hij doet. Als bijvoorbeeld verbond A bedoelt is ter voorbereiding op verbond B, dan is het niet wispelturig als verbond A met het ingaan van verbond B nietig wordt. Niet elk verbond hoeft eeuwig te zijn.Michelangelo2 schreef: 16 dec 2024, 20:25 Ik denk dus van niet. Ik weet dat het algemeen christelijk gedachtengoed is dat dit verbond 'oud' en ongeldig is. Velen zullen hier blij mee zijn vanwege praktische bezwaren die aan de wet kleven. Maar afschaffen omwille van de inhoud en haalbaarheid lijkt me niet okee. Dus eerst de vraag stellen of de wet nog van kracht is en dan zorgvuldig bestuderen. Ik herhaal dat een God die verbonden wijzigt, om welke reden dan ook, als wispelturig aangemerkt kan worden.
Straks op de nieuwe hemel en aarde zal de Kerk ook fundamenteel veranderen, want dan zijn er geen sacramenten en geboden meer en is het geloof vervangen door het weten. Alles is dan gegrond op de zalige aanschouwing van God en de vrijheid van het leven zonder zonde.
Ze kunnen echter nu niet van kracht zijn, omdat ze niet onderhouden kunnen worden. Er is immers geen mozaïsche tempel meer, waardoor er geen offers gebracht kunnen worden en geen rituele reinigingen met reinigingswater verricht kunnen worden.Lees in dit verband Exodus 32:9-14. God kan wel van gedachten veranderen maar een verbond schrappen zie ik Hem niet doen.
De Sabbath, de bijbelse feesten en de voedselwetten zijn ook nu nog gewoon van kracht. Over de rest kunnen we discussiëren.
Het NT verschaft daarnaast ook geen rite voor het op christelijke wijze vieren van deze feesten en bepalingen en verbiedt zelfs de besnijdenis. Je bent dus ofwel gebonden aan de OT-rite, die dus onmogelijk is, een eigenbedachte rite die geen bijbelse en dus apostolische grond heeft, of de riten van het huidige rabbijnse jodendom, dat eveneens niet zit te wachten op niet-joodse christenen die hun tradities willen overnemen.
Sowieso zijn niet-joden nooit gebonden geweest aan de mozaïsche wet. Alleen zij die in Israël woonden, moesten enkele bepalingen onderhouden om conflicten in het samenleven met de joden te voorkomen, zoals het niet handelen op sabbat. Maar zij hoefden zich niet te laten besnijden, hoefden niet te offeren en de feesten niet te vieren, als zij God wilden aanbidden. Ze móchten zelfs veel dingen niet.
Ook vandaag de dag hoef je volgens het jodendom niet de mozaïsche wet te houden om God te aanbidden. Het wordt vaak zelfs ontmoedigd om jood te willen worden, omdat het vooral extra veel plichten en lasten oplevert die dus in principe niet nodig zijn. Jood worden is dan ook een lang en ingewikkeld proces dat vaak jaren duurt.
Tenslotte wordt vooral in de Hebreeënbrief het Offer van Christus geplaatst in de orde van de hogepriester Melchisédek. Zijn Offer valt dus niet onder de mozaïsche wet, maar onder die van Melchisédek. De mozaïsche wet was een voorafbeelding, maar geen grondslag. Daarom offeren we ook brood en wijn tijdens de eucharistie, omdat Abraham dat al deed toen hij Melchisédek ontmoette en door hem gezegend werd.