Re: Bijbelboek Openbaring

[Zo Hee - oud account]

Over wie wil je heersen?

[Gaitema]

Wat mij opvalt is dat de brief aan de gemeenten is gericht? Elke gemeente kon lezen wat er in de andere gemeente aan de hand was?

Ja, en het is ook aan ons gericht. Wij zijn ook gemeenten. Het doel hiervan lijkt me om te laten zien wat er aan problemen en goede vruchten in gemeentes kunnen plaats vinden en hoe er mee om te gaan. Als vorens er een kijkje wordt genomen in de hemel om God en de Christus te aanschouwen die alles regeert, boven alle machten en krachten.

En dan is er nog een verschil in drie gevallen volgt na de zin nog de belofte voor wie overwint, in de laatste vier gevallen staat die belofte er niet bij? Waarom? wie weet het antwoord?

De overwinning staat voor elke gemeente beschreven:
De eerste gemeente Efeze moest slechte mensen verdragen, zogenaamde apostelen als leugenaars aan de kaak stellen en door alles heen zijn ze God trouw gebleven.
De tweede gemeente Smyrna werd ter wille van Jezus vervolgd en moest leven met armoede.
De derde gemeente te Pergamum woont in de stad waar de troon van satan staat en toch zijn ze Jezus trouw gebleven.
De vierde gemeente Thyatira lees ik in vers 26 ook de oproep om te overwinnen:
"Wie overwint en tot het einde doet wat Ik van Hem vraag, zal ik macht geven over vreemde volken."
Ze hadden problemen met de vrouw en haar invloed in de gemeente. Dat moest zoal overwonnen worden.
De vijfde gemeente Sardes was geestelijk stervende. Ze moeten dat zoal zien te overwinnen. Dit lees je in vers 5: "Wie overwint, zal dus witte kleren aankrijgen."
De de zesde gemeente Filadelfia wordt ook wel bij vermeld in vers 12:" wie overwint zal Ik maken tot een zuil in het huis van mijn God, een zuil die daar voor eens en voorgoed zal staan." Daarvan staat ook in vers 10 dat ze dwars door alles heen Hem trouw zijn gebleven.
De zevende gemeente Laodicea bleek lauw te zijn, maar je leest niets over iets dat ze te overwonnen hadden. Maar daar komt nu verandering in, want ze moeten goud van Jezus kopen dat in het vuur gezuiverd is. Hier staat daarom toch ook in vers 21: "Wie overwint, mag bij Mij op de troon zitten."

Alle gemeentes moesten de overwinning zien te behalen.

een weetje; : in het deel over pergamum, de witte steen met de nieuwe naam wat is dat? heb gelezen dat je bij vrijspraak voor het gerecht in die tijd een witte steen kreeg met een naam en dat je dan bij thuiskomst allerlei voordelen en belastingvoordelen kreeg.

Dit lijkt me de juiste verwijzing. Ik wist het antwoord nog niet. Dank je

[Gaitema]

Over wie wil je heersen?

Machtsverlangens is denk ik iets menselijks, maar ik geloof dat je het moet zien zoals een tienerleider in een tienerclub.
Zo iemand leidt de club, maar de bedoeling is dat de tieners erin zich kunnen ontplooien.
Een goede heerser is er ten dienste van de ander.
Ik ben een tienerleider geweest en het was niet iets wat ik verlangde,
maar eenmaal ermee bezig zie je wel hoe belangrijk het is dat iemand de club leidt.

[Peter79]

Over wie wil je heersen?

Machtsverlangens is denk ik iets menselijks, maar ik geloof dat je het moet zien zoals een tienerleider in een tienerclub.
Zo iemand leidt de club, maar de bedoeling is dat de tieners erin zich kunnen ontplooien.
Een goede heerser is er ten dienste van de ander.
Ik ben een tienerleider geweest en het was niet iets wat ik verlangde,
maar eenmaal ermee bezig zie je wel hoe belangrijk het is dat iemand de club leidt.

In het begin van de Bijbel is er sprake van dat de mens over de dieren heerst. De toekomstvisioenen uit o.a. Openbaring laten in zekere zin een herstel zien van de situatie uit het begin.

Anderzijds is het beeld van heersen het omgekeerde van onderworpen zijn, daarvan wordt de schepping juist verlost. "Als koningen heersen" duidt dan aan wat nu niet het geval is.

[Gaitema]

Dat lijkt me nog beter uitgekristalliseerd. We zijn immers naar Gods beeld geschapen en God wil ons in die luister herstellen.
Ik las al dat alle christenen zullen heersen. Dat laat dan eigenlijk zien dat iedereen weer leeft zoals de engelen nu in de hemel.

[Adinomis]

Over wie wil je heersen?

Het is geen kwestie van "willen" heersen. Jezus zegt zelf in Math.20 dat wie een belangrijke functie wil hebben in Zijn Koninkrijk bereid moet zijn te willen dienen. In Openbaring 5:10 gaat het over het ambt van priesters en koningen. Bij het woord "koningen" denken we vaak aan "de baas spelen", maar van "priesters" hebben we juist gedachten over bemiddeling. Het "heersen" in Gods koninkrijk is van een andere orde dan wat we er in deze samenleving onder verstaan.

Dat Jezus koning is en zal zijn is duidelijk. De engel Gabriël zei aan Maria: "Deze zal groot zijn en zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven. en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen" (Lucas 1:32,33). Zie ook Jesaja 9:6; Hebreeën 1:8 en Openbaring 11:15.

In Op.20:6 staat dat wij met Christus zullen heersen. Hoe dat precies zal zijn durf ik niet in te vullen. Mogelijk is dat we over de schepping zullen heersen. Ps. 8:6-7 U hebt van de mens bijna een god gemaakt, omkranst met glorie en pracht. U laat hem heersen over het werk van uw handen, alles hebt U aan zijn voeten gelegd. Het bewerken en bebouwen van de aarde was al een eerste "koningsopdracht" aan Adam. Verder is er in de bijbel sprake dat we in Gods rijk zullen mogen oordelen.

[Zo Hee - oud account]

maar als je geen idee hebt wat "heersen" betekent, wat maakt het dan uit? Waarom er dan naar uitkijken?

[Peter79]

maar als je geen idee hebt wat "heersen" betekent, wat maakt het dan uit? Waarom er dan naar uitkijken?

Omdat het "heersen als koningen" een gedachte weergeeft, zoals bijvoorbeeld te vinden in:

Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan. In deze hoop zijn we gered.

[Zo Hee - oud account]

helder.

[Wim Nusselder]

Hoi Gaitema,

Johannes zie ik nergens getuigen dat het een droom is [...] Het betreft hier [...] echter een visioen.

Mijn punt was dat het Johannes´ droom was (of visioen, mij om het even).
Betekenisvol voor hem en zijn tijdgenoten, maar (nog) niet voor mij.

Zo Hee's "De hoer Babylon" heeft mij overtuigd dat Openbaring met zijn hulp ook voor mij betekenis kan krijgen (zoals zijn sleutels ook de gedichten die hij aandraagt voor mij ontsluit).

Met v&Vriendengroet,

Wim

[Gaitema]

Een visioen is wat anders dan een droom.
Deze droom werd door Jezus gegeven, verteld Johannes.
Dus ik geloof niet dat het gewoon maar een droom was.
Voor mij is het zelfs een weten dat het geen droom was
Net als een weten dat Jezus over alles regeert.
Ik denk dat dit verschil van inzicht komt door verschil van onze achtergronden.

Mooi dat je trouwens iets kunt met wat Zo Hee schrijft.
Ik ga overigens gewoon verder met de studie, want ik vind het goed om me in de openbaringen van Jezus aan ons te verdiepen.
Ik hecht immers waarde aan wat Hij ons mee geeft. Hij staat immers boven alle machten.

[Gaitema]

Nu een pijnlijke toekomstvoorspelling,

Openbaring 6



De eerste zes zegels
6
1 Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’ 2 Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet. 3 Toen het lam het tweede zegel verbrak, hoorde ik het tweede wezen zeggen: ‘Kom!’ 4 Er verscheen een ander, vuurrood paard. De ruiter kreeg de opdracht om de vrede uit de wereld te verdrijven, zodat men elkaar zou afslachten. Hij kreeg een groot zwaard. 5 Toen het derde zegel werd verbroken, hoorde ik het derde wezen zeggen: ‘Kom!’ Ik zag dit: een zwart paard met een ruiter, die een weegschaal in zijn hand hield. 6 Te midden van de vier wezens hoorde ik iets als een stem zeggen: ‘Een dagloon voor een portie tarwe en hetzelfde bedrag voor drie porties gerst. Maar laat wijn en olijfolie ongemoeid.’ 7 Toen het vierde zegel werd verbroken, hoorde ik het vierde wezen zeggen: ‘Kom!’ 8 Toen zag ik een vaalgeel paard. De ruiter heette Dood, en Dodenrijk vergezelde hem. Zij kregen toestemming om op een vierde deel van de aarde dood en verderf te zaaien, door middel van het zwaard, hongersnood, dodelijke ziekten en wilde dieren.

9 Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis. 10 Ze riepen luid: ‘O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult u de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken?’ 11 Ieder van hen kreeg witte kleren. Verder werd hun gezegd nog een korte tijd geduld te hebben, totdat ook de andere dienaren, hun broeders en zusters die net als zij zouden worden gedood, zich bij hen gevoegd zouden hebben.

12 Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood. 13 De sterren vielen op de aarde, zoals late vijgen die door een stormwind van de boom worden gerukt. 14 De hemel scheurde los en rolde zich als een boekrol op. Geen berg of eiland bleef op zijn plaats. 15 Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen, iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! 17 Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Behalve dat je deze gebeurtenissen kunt lezen als op één volgend, wordt de zeven zegels, de zeven bazuinen en de rest van de beschrijvingen gezien als de zelfde realiteit. Direct na de verovering volgd hongersnood, slachtpartijen en ziektes. De klassieke bestraffingen van God die heel vaak door de profeten is voorspeld.
Enkelen op de rij:

Jeremia 14:12


12 Ook al vasten ze, ik zal niet naar hun smeekbeden luisteren. Ook al brengen ze brandoffers en graanoffers, die zullen mij niet behagen. Ik zal hen vernietigen met het zwaard, de honger en de pest.’


Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Ezechiël 14:21


21 Dit zegt God, de HEER: Dit alles geldt des te meer nu ik mijn vier straffen: het zwaard, de honger, de wilde dieren en de pest, op Jeruzalem loslaat om er mens en dier uit te roeien!


Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

De ruiters komen uit:

Zacharia 1:8


8 Vannacht had ik een visioen. Ik zag een man op een voskleurig paard. Hij stond tussen de mirtenstruiken aan de oever van het diepe water, en iets verderop stonden nog meer paarden: roodvossen, goudvossen en schimmels.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Maar welke ramp er ook gebeurd op de aarde, God beheerst alles. Zijn liefde voor zijn kinderen schieten niet te kort. Dat zie je weer in de verzen 9 t/m 11 van Openbaring 6.

De verzen 12 t/m 17 beschrijven de catastrofale gebeurtenissen die vooraf gaan aan het dag van het oordeel. Johannes beschrijft hier de ineenstorting die van stabiele en zekere wereld die we nu kennen. Ik zelf persoonlijk zie de economische crisis nu als een teken vooraf. Het gevolgd van het graaicultuur en gebrekkig omzien naar elkaar. Het systeem van het grote Babilon, dat gaat vallen.
Wat dat betreft ben ik helemaal niet positief over onze toekomst. We hebben volgens mij de beste jaren wel gehad.
Wel wat het christelijke geloof betreft, want God gebruikt dat allemaal ten goede voor Zijn kinderen. We worden met ons allen wakker geschud te midden van de problemen. We worden er betere mensen van. Dat weet ik wel zeker. Als gelouterd goud.

De ineenstorting van de zekere en stabiele wereld die we nu kennen lees je onder andere ook over in :

Matteüs 24:29

29 Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Daarnaast in Joël 2 en Sefanja 1 een hele hoofdstuk.

[Gaitema]

Wat trouwens aangeraden wordt door Bouwstenen Bijbelstudies, om de hoofdstukken 6 t/m 18 in één keer achter elkaar door te lezen, om een bredere context te krijgen voor het bestuderen ervan.

[Gaitema]

Nu we dit als geheel ook kunnen bekijken thuis, doet het boek "Gelukkig Gereformeerd" nog een greep naar de lijn van de vijandschap tussen de slang en de vrouw en hun nazaat door de hele bijbel heen, door Genesis 3:15 naast Openbaring 12 neer te leggen.

Die vergelijking leggen we er even bij tussen door erbij:

Genesis 3:15



15 Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw,

tussen jouw nageslacht en het hare,

zij verbrijzelen je kop,

jij bijt hen in de hiel.’



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Openbaring 12



De vrouw, de draak en de twee beesten
12
1 Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3 Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. 4 Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. 5 Maar toen ze het kind gebaard had – een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden –, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. 6 De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden.

7 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand 8 maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. 11 Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. 12 Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen! Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.’

13 Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een zoon gebaard had. 14 Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang. 15 Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren. 16 Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd. 17 De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven.

18 Hij ging op het strand bij de zee staan.



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Daar komen we vast wel op terug.

[Sanne]

Interessant dat je deze twee gedeelten uit Openbaring 6 en 12 naast elkaar legt. Zelf geloof ik dat de ruiter op het witte paard Jezus zelf is. Er wordt namelijk gezegd dat hem een "zegekrans" wordt gegeven. Andere vertalingen hebben het over een "kroon". Het gaat hier dus over een koning die erop uit trekt om te overwinnen. In Openbaring 19:11,12 lezen we ook over een ruiter op een wit paard. Het gaat hier over Jezus, want hij wordt "Getrouw en Waarachtig" genoemd. Zo wordt hij eerder genoemd in Openbaring 3:14. Het paard is wit, omdat hij "vonnis velt en oorlog voert in gerechtigheid".

Dit witte paard gaat dus voorop en daarna volgen andere paarden die ellende op aarde veroorzaken. Waarom dit witte paard voorop gaat, wordt ook duidelijk in Openbaring 12. Hier wordt gesproken over een oorlog in de hemel. Daarbij worden Satan en zijn demonen naar de aarde geslingerd en daar veroorzaken ze "wee". Op dit moment wordt er in de hemel een aankondiging gedaan namelijk in 12:10: "Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn gezalfde". De eerste overwinning als koning is behaald. Gods koninkrijk is gekomen. Grote vreugde in de hemel, maar op aarde nemen de problemen eerst nog toe. Satan zijn macht is namelijk alleen nog maar tot de aarde beperkt. De eindtijd is op dit punt begonnen. Gelukkig staat er dat Jezus zijn overwinning zal voltooien. Jezus leerde ons in het "Onze Vader" ook bidden: "uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, niet alleen in de hemel, maar ook op aarde".

[Adinomis]

Over de vier paarden in Openbaringen is al veel gediscussieerd. Er bestaan meerdere verklaringen, vooral voor wat betreft het witte paard. Ook in het gkv forum hebben we indertijd uitgebreid hierover gediscussieerd. Er waren forummers die net als Sanne geloofden dat de ruiter op het witte paard Christus is. Anderen geloofden dat het de antichrist is, die als een Messias verschijnt. In mijn boek van ds. Glashouwer staat weer een ander verklaring, die ik hier citeer:

"Wie is deze ruiter op het witte paard, met een overwinningskroon op het hoofd en een boog in de hand? Wit staat in het boek Openbaring altijd voor iets wat met Christus te maken heeft. Christus zelf zal later verschijnen op een wit paard (Op.19:11), en de bruid van het Lam is gekleed in blinkend en smetteloos fijn linnen (Op.19:8), en de hemelse heerscharen volgen hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen (Op.19:14). De schare die niemand tellen kan, draagt witte gewaden (Op.7:9). Christus belooft aan overwinnaars een witte steen en witte klederen (Op.3:4,5 en 18). De oudsten gaan in het wit gekleed (Op.4:4) en de martelaren krijgen witte gewaden (Op.6:11). Christus wordt gezien met hoofdhaar als witte wol (Op.1:14) en wordt gezien op een witte wolk (Op.14:14), terwijl God bij het laatste oordeel wordt gezien op een witte troon (Op.20:11).

Er gebeuren ook geen rampen bij de verschijning van de eerste ruiter op het witte paard. Christus zelf kan het nog niet zijn. Hij verschijnt in Op.19:11-16. De antichrist kan het ook niet zijn. Hij verschijnt als beest in Op. 13. Wat is het dan? Want hij gaat overwinnend (kroon) en effectief strijdend (boog) uit over de aarde, als éérste.

Marcus 13:10 zegt: en aan alle volken moet het evangelie verkondigd worden (vgl. Math.24:14). Vanuit de overeenkomst tussen de rede over de laatste dingen door de Here Jezus en het boek Openbaring, waarin alles nog eens gedetailleerder aan de orde komt, is er veel voor te zeggen om de ruiter op het witte paard te beschouwen als de evangelieverkondiging over de gehele wereld.

Het evangelie baant zich een weg, met 'geweld' (Math.11:12) en de genade Gods is 'onwederstandelijk'.

De boog komt daarmee goed overeen. Reeds is uw boog ontbloot, Gij hebt U voorzien van pijlen in overvloed.... Gij trekt uit tot redding van uw volk, tot redding van uw gezalfde, zegt Habakuk (3:9 en 13)"

Tot zover het boek.

In een ander boek “Het leven” (Praktische lessen) staat deze toelichting:

“Sommige mensen zeggen dat het witte paard de overwinning vertegenwoordigt en dat Christus zijn berijder is (omdat Christus later de overwinning tegemoet rijdt op een wit paard (19:11), Maar omdat de andere drie paarden te maken hebben met oordeel en vernietiging kan dit witte paard en zijn berijder ook de Antichrist zijn, die de wereld voor een korte tijd regeert door bedrog.”

Mijn idee is dat als al die paarden met oordeel te maken hebben, het heel goed kan zijn dat met de ruiter het eerste paard het Woord van God wordt uitgebeeld. Het Woord van God is ook oordelend, een tweesnijdend zwaard

[Sanne]

De rampen die veroorzaakt worden door de drie laatste ruiters uit Openbaring 6 tonen overeenkomsten met de tekenen die Jezus geeft over de eindtijd. Zoals ik hierboven al had aangegeven begint Jezus overwinning in de hemel. De komst van Jezus als koning of de komst van Gods koninkrijk is onzichtbaar voor mensen op aarde. Tenminste de uitwerking op aarde is wel te zien; want Satan en zijn engelen veroorzaken "wee". Daarom is het passend dat Jezus al ruiter voorop gaat "overwinnende en om te overwinnen".
In Openbaring 6 vinden we geen enkele aanwijzing dat degene op het witte paard een bedrieger is. Terwijl dit bijvoorbeeld wel het geval is met het wilde beest uit Openbaring 13:11, waarvan wordt gezegd dat het op een lam lijkt, maar spreekt als een draak. Een beest met een vals voorkomen dus.

Wanneer Jezus in Mattheüs 24 de tekenen geeft voor de eindtijd, beantwoord hij de vraag van zijn discipelen in 24:3. Zij vragen o.a. "wat is het teken van uw komst". Tenminste zo is het in de meeste vertalingen vertaald. Het Griekse woord dat hier met "komst" is vertaald is "parousia". Dat betekent letterlijk "zijn naast (of bij)" of "aanwezig zijn" of "tegenwoordig zijn".
Een andere tekst waar we dit woord "parousia" ook terug kunnen vinden, is Filippenzen 2:12. De meeste vertalingen vertalen hier wel correct door te vertalen met "aanwezigheid" of "tegenwoordigheid". In Mattheüs 24 vragen de discipelen dus om een teken waaraan zij konden zien dat Jezus als koning aanwezig zou zijn.

[Gaitema]

Goede discussie.
Volgens "Gelukkig Gereformeerd" dient soms openbaringen in Openbaring op zichzelf staand gelezen te worden. Ze worden vaak als in een chronologische volgorde gelezen van gebeurtenissen, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.
We zagen in de vorige gedeeltes overigens wel duidelijk zo'n lijn van een blik op de aarde naast een blik in de hemel.
Wat mij betreft kan het dus echter wel goed dat de witte paart door Jezus bereden wordt, maar wat me wel opvalt is dat het Lam de zegels aan het verbreken is. Het Lam is dus Jezus al. Hij laat het geheel gebeuren door de zegels te verbreken. Jezus zit zowel achter het Evangelie verspreiding als achter het toelaten van de oordelen over de aarde en het omkomen van de gelovigen in de vervolgingen.
Ik ben geneigd daarom het als een evangelie verspreiding te zien, maar ook lijkt het me okee om dat als Jezus als zittend op het paart te beschouwen, aangezien Jezus het evangelie ook uit draagt door de evangelisten heen.
De andere paarden zie ik ook beeld staan voor de gebeurtenissen. In werkelijkheid gaan achter al dit wereldgebeuren een zee van engelen en demonen + menselijke inspanningen schuil. Samen gevat tot dit beeld.

[Gaitema]

Openbaring 13


13
1 Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. 2 Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over. 3 Een van de koppen van het beest zag eruit alsof hij geslacht was; het was een dodelijke verwonding, maar de wond genas. Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. 4 Iedereen aanbad de draak, omdat hij het beest gezag had gegeven. Ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?’ 5 Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang. 6 Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die in de hemel wonen. 7 Het mocht de strijd met de heiligen aanbinden en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal. 8 Alle mensen die op aarde leven zullen het beest aanbidden, iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is.

9 Wie oren heeft, moet horen. 10 Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen.

11 Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens, net als een lam, en het sprak als een draak. 12 Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. 13 Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. 14 Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. 15 Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. 16 Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. 17 Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen.

18 Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Het beest uit de zee (een slecht oord, in het joodse gedachtengoed) is een uit vier beesten samen gesteld wezen dat het op elkaar volgende wereldrijken vertegenwoordigd in Daniël 7

Nuttig om het er bij te halen

Daniël 7



Het visioen van de vier dieren
7
1-2 In het eerste jaar van koning Belsassar van Babylonië had Daniël een droom, beelden kwamen in hem op tijdens zijn slaap. Hij schreef die droom op en zijn verslag begon aldus:

‘Ik had een nachtelijk visioen waarin ik zag hoe de vier winden van de hemel de grote zee in beroering brachten. 2 [1–2] 3 Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere gestalte. 4 Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe zijn vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd gezet als een mens en ook het hart van een mens kreeg. 5 Toen verscheen er een tweede dier; het leek op een beer en het had zich half opgericht. Het hield drie ribben tussen de tanden van zijn muil, en het dier werd aangespoord met de woorden: “Sta op, eet veel vlees.” 6 Daarna zag ik een ander dier; het leek op een panter, maar dan met vier vogelvleugels op zijn rug, en het had ook vier koppen. Dit dier werd macht toebedeeld. 7 Daarna zag ik in mijn nachtelijke visioenen een vierde dier, angstaanjagend, afschrikwekkend en geweldig sterk, met grote ijzeren tanden. Het vrat en vermaalde alles, en wat overbleef vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van alle dieren die daarvoor verschenen waren, en het had tien horens. 8 Toen ik naar de horens keek zag ik hoe een kleine, nieuwe horen tussen de andere opkwam; drie van de oude horens werden uitgerukt om er plaats voor te maken. En in die horen bevonden zich ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. 9 Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur. 10 Een rivier van vuur welde op en stroomde voor hem uit. Duizend maal duizenden dienden hem, tienduizend maal tienduizenden stonden voor hem. Het hof nam plaats en de boeken werden geopend. 11 Ik zag hoe het dier werd gedood vanwege de grootspraak van de horen, ik zag hoe zijn lichaam werd vernietigd en aan de vlammen werd prijsgegeven. 12 De andere dieren werd wel hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund. 13 In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. 14 Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.

15 Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn gemoed geraakt; de visioenen die door mijn hoofd gingen brachten mij in verwarring. 16 Ik wendde me tot een van de omstanders en vroeg hem naar de ware betekenis van dit alles. Hij gaf mij deze verklaring: 17 “Die grote dieren, vier in getal, duiden op vier koningen die uit de aarde zullen opkomen. 18 Daarna zullen de heiligen van de hoogste God het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap altijd behouden – voor eeuwig en altijd.” 19 Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat anders was dan alle andere, buitengewoon angstaanjagend met zijn ijzeren tanden en bronzen klauwen, dat alles vrat en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrapte; 20 en de betekenis van de tien horens op zijn kop en van de nieuwe horen die opkwam, waarvoor er drie moesten wijken – de horen met ogen en een mond vol grootspraak die er groter uitzag dan de andere. 21 Ik had immers gezien hoe die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overwon, 22 totdat de oude wijze kwam, er recht werd verschaft aan de heiligen van de hoogste God en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit kregen. 23 Hij zei: “Dat vierde dier duidt op een vierde koninkrijk dat op aarde zal komen, anders dan alle andere koninkrijken, en dat de hele aarde zal verslinden, vertrappen en vermorzelen. 24 Die tien horens duiden op tien koningen die uit dat koninkrijk zullen opstaan, maar na hen zal een andere opstaan, anders dan alle vorige, en deze zal drie koningen ten val brengen. 25 Hij zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd. 26 Dan zal het hof plaatsnemen en zal hem zijn heerschappij ontnomen worden, hij zal voor eeuwig verdelgd en vernietigd worden. 27 Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de hoogste God. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen.”

28 Hier eindigt mijn verslag. Wat mij, Daniël, betreft, mijn gedachten brachten mij geheel in verwarring en ik werd bleek; ik koesterde die woorden in mijn hart.’



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Het dikgedrukte lijkt me een links aan te geven, waaruit op valt te maken dat het opeenvolgende periodes betreft, dus geen Unie waarin de koningen te gelijk tronen.

Met zijn kronen en hoorns (soevereiniteit en macht) , staat het voor het autoritaire anti-God rijk. Het onttrekt zijn macht aan de boze (Op. 2,4)
en lijkt onverwoestbaar te zijn (3). Het bedriegt de wereld, maar niet de genen wier namen zijn geschreven in "het boek des levens" van het lam (8).
Het tweede beest --het namaaklam dat spreekt met de stem van Satan (11) -- is de door de staat goed gekeurde en door de staat gedomineerde godsdienst. 16:30 en 19: 20 identificeren het als een "valse profeet". Het imiteert het echte geloof en brengt de eredienst van de mensen op de verkeerde weg. Als ze weigeren te vereren, kost dat sommigen het leven (15), anderen hun middelen van bestaan (17). Voor Johannes waren de twee beesten het Romeinse Rijk en de keizerverering. Maar elke tijd heeft zijn eigen vormen.

>versen 13:3, 14
Er ging een gerucht rond daty keizer Nero niet echt gestorven was in het jaar 68 en zou terug keren aan het hoofd van de grote Parthische legers uit het oosten.
>Tweeënveertig maanden (zie bij 11:2)
>Het merkteken (17)
bewijs van eigendom en bestempeling van de hoedanigheid van het beest. Mensen dragen op het "merkteken" van de wereld, of het "zegel" van God -- en dat is te zien.
> Het getal (17-18) Velen hebben geprobeerd aan de hand hiervan een persoon te identificeren, aangezien de letters van het alfabet in vroegere tijden ook getallen konden voorstellen. "Nero Caesar" is de tegenwoordige favoriet, "maar om tot dit resultaat te komen moeten we de Griekse vorm van de Latijnse naam gebruiken, die omzetten in Hebreeuwse lettertekens en wel met een variabele spelling" (Morris). De sleutel kan eerder gelegen zijn in de symboliek van de getallen, 6 als het "menselijke nummer", het nummer van de mensheid. Hoe vaak het ook wordt herhaald, het blijft altijd minder dan 7, Gods getal van de volmaaktheid, de perfectie. Hoe machtig het "beest" ook is, het is God niet.

bron: handboek bij de bijbel

[Adinomis]

We slaan nu wel hoofdstukken over. Openbaring 6 en 12 werd naast elkaar gelegd, maar nu gaan we verder met 13. Dat is wel wat onoverzichtelijk. Het beest wat hier ter sprake komt is ook al genoemd in hoofdstuk 11, waar de twee getuigen werden gedood. Hier horen we over de draak die in hoofdstuk 12:3 zeven koppen en tien horens had, bovendien kronen. Zo ook met het beest dat nu uit de volkerenzee opkomt. Het symboliseert macht: gekroonde macht! Het duidt op een antichristelijke politieke macht in de eindtijd die helemaal onder invloed van de satan staat. Het is de strijd om de heerschappij op aarde, die God bij de schepping aan de mensen had gegeven. Wat bij Genesis - het eerste Bijbelboek - als opdracht werd gegeven, wordt bij Openbaring - het laatste Bijbelboek - ontfutseld door satanische machten. Maar gelukkig is dat niet het einde....
Bij vergelijking met de dieren uit Daniël 7 zie je dat iedere schrijver de dieren anders beschrijft. Bij het eerste dier zien ze beiden gelijkenissen met een leeuw, maar ook andere aspecten. Het zijn natuurlijk ook beschrijvingen die het ontzagwekkende wat het uitbeeldt bij benadering weergeven. Maar wel heel duidelijk is het antichristelijke karakter van die rijken. Christenen worden daarin gedwongen zich aan te passen aan hun inzichten en zo niet vervolgd. Zien we dat nu al niet in onze tijd in sommige Islamitische landen? Het is bizar wat christenen in moslimlanden wordt aangedaan. En het wordt alleen maar erger onder de nieuwe leiders, de zog. bevrijders die de "Arabische lente" brengen. Bij tienduizenden worden ze vermoord, doodgeschoten, verkracht en verjaagd. In Syrië is het ook bar en boos. En dan de christenen in Noord Korea die geconfronteerd worden met zwaar lijden en vervolging. Ze worden in kampen gemarteld en gedood. Zij ervaren de grote verdrukking.

Bij Daniël corresponderen het gouden hoofd met het dier de leeuw,de zilveren borst: de beer, de buik en de heupen van koper met de panter (het luipaard) en het vierde verschrikkelijke dier, met de benen van ijzer (en voeten van ijzer en leem). Johannes ziet hier het beest uit de volkerenzee opkomen, dat alle karaktertrekken van het beeld van Nebukandnezar vertoonde. Het komt tot een climax..! De godslastering uit de afgrond, regelrecht door de duivel geïnspireerd. En de mensen gaan er achteraan, juichend en vol enthousiasme. Verblind…. Het volk gaat verloren door gebrek aan kennis….

Maar… er is schare die niemand tellen kan. Laten we ons vasthouden aan Jezus, onze Leidsman en Verlosser. De Enige die ons kan behoeden om niet met de massa het verderf tegemoet te gaan. Blijf in Mij… zegt Jezus. O hoe van levensbelang is die oproep!!

Ik plaats hierbij een plaat uit een oud boek. Hierbij wordt het verloop van de geschiedenis uitgebeeld. Soms vind ik het duidelijk zoiets te bekijken om inzicht te krijgen, al moeten we dergelijke schematische tekeningen nooit als vaststaand bekijken. Als we het over de toekomst hebben moeten we altijd voorzichtig zijn. Gebeurtenissen kunnen een andere volgorde hebben dan we denken.

[Titus]

Hierbij wordt het verloop van de geschiedenis uitgebeeld.

Slechts een visie op de geschiedenis. Maar bedankt voor het delen, ik vind het wel interessant om te zien.

[Sanne]

Het beest uit de zee (een slecht oord, in het joodse gedachtengoed) is een uit vier beesten samen gesteld wezen dat het op elkaar volgende wereldrijken vertegenwoordigd in Daniël 7

Dit vind ik ook zo bijzonder van de Bijbel; dat de Bijbel zichzelf uitlegt. Met behulp van het boek Daniël, kunnen we het boek Openbaring beter begrijpen. Ook kunnen we terugvinden wat "de zee" zou kunnen zijn waaruit dit wilde beest te voorschijn komt. Zie bijvoorbeeld Jesaja 17:12,13 en 57:20. De goddeloze mensenmaatschappij wordt met zeeën en wateren vergeleken.

We hebben in Openbaring gezien dat God zelf een koninkrijk of regering heeft opgericht met Jezus als koning\hogepriester en mensen die van de aarde zijn gekocht om samen met hem als koning\priester te regeren. Maar Satan oefent ook autoriteit uit. Hij is de heerser van deze wereld en hij geeft macht aan wie hij wil. - Zie Lukas 4:6.
Daniël heeft het over vier wereldmachten, maar in Openbaring wordt er over zeven gesproken. Daniël begint namelijk bij de wereldmacht die er in zijn tijd was, maar er waren al meer wereldmachten geweest, namelijk Egypte en Assyrië. (Natuurlijk nog wel meer, maar deze twee hadden invloed uitgeoefend op Gods volk) In Daniëls tijd was Babylon de wereldmacht. Daarna kwamen de koningen van Medië en Perzië; samen als één macht, en daarna Griekenland en Rome.
In Daniël 8 wordt in een ander visioen meer details gegeven over deze wereldmachten die in Daniëls tijd nog moesten komen! Zo staat er bijvoorbeeld in Dan.8:21,22 over Griekenland geschreven dat haar eerste koning met een grote horen wordt vergeleken. Deze brak plotseling af en er kwamen er vier voor in de plaats. En zo is het ook gegaan. De eerste koning van Griekenland was Alexander de Grote. Hij stierf jong en zijn rijk werd verdeeld onder vier van zijn generaals. Zij hadden echter niet dezelfde "kracht" als Alexander de Grote.
In Johannes tijd waren er dus vijf koningen gevallen, één was aan de macht (Rome) en één moest er nog komen. - Zie Openbaring 17:10. Zelf geloof ik dat dat Engeland/Amerika is. De eindbestemming van dit wilde beest staat ook al vast: Openbaring 20:9,10.

[Gaitema]

Dat vind ik ook lastig in te vullen. Europa is bijvoorbeeld weer de sterkste militaire macht ter wereld met de sterkste munteenheid, hoewel de VS meer doet op het wereldtoneel. De hele wereld lijkt nog steeds rondom landen als Griekenland heen te bungelen. Dan heb je ook nog de verenigde naties.
Ach ja, ik heb geen idee. Wel zie ik wat antichristelijke machten in onze directe omgeving vooral het liberale klimaat, gelijk die van de verloren zoon.
Neemt zijn geld mee van huis en geeft het aan alle vormen van genot.. hoewel je daarmee geen echte vrienden kunt kopen. Dat blijkt wel, als je geld op is. Dan zijn ze in geen wegen of velden te vinden. Wat gebeurd er als het sociaal stelsel wordt afgebroken? Vangen we dan elkaars lasten op?
Ik denk dat dit nog een zware gewetensvraag gaat worden in de toekomst, want zelfstandigheid wordt vaak verwacht en afhankelijkheid gaat vaak gepaard met schaamte en gesloten deuren.

We zijn trouwens inderdaad wat overgeslagen. De volgende hoofdstuk werp ik dus weer terug naar waar we gebleven waren. Ik denk dat deze vooruitblik ook wel even goed was. Zo zien we waar we naar toe werken. Morgen ga ik me meer in verdiepen. Eerst de tekst op ons in laten werken.
Op zich heb ik meer te verwerken gehad de afgelopen dagen, want er zijn mooie dingen in onze gemeente gebeurd. Daarover schrijf ik iets in het Evangelisch Leven. Titel: "wat bezield de pestkop"

[Gaitema]

Openbaring 7



De honderdvierenveertigduizend voor de troon
7
1 Hierna zag ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de bomen zou waaien. 2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe: 3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’

4 Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: honderdvierenveertigduizend in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël. 5 Twaalfduizend uit de stam Juda die het zegel droegen, twaalfduizend uit de stam Ruben, twaalfduizend uit de stam Gad, 6 twaalfduizend uit de stam Aser, twaalfduizend uit de stam Naftali, twaalfduizend uit de stam Manasse, 7 twaalfduizend uit de stam Simeon, twaalfduizend uit de stam Levi, twaalfduizend uit de stam Issachar, 8 twaalfduizend uit de stam Zebulon, twaalfduizend uit de stam Jozef en ten slotte twaalfduizend uit de stam Benjamin die het zegel droegen.

9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. 10 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ 11 Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God 12 met de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid. Amen.’

13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ 14 Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. 15 Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen. 16 Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. 17 Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’



Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

[Gaitema]

Als ik dit zo lees, dan gaan hier oudtestamentische mooie boeken spreken. Dit is gewoon door het te lezen, zonder verdere naslagwerk te raadplegen.
Ik zie zowel Israël en de rest van de wereld mensen uit voort komen die bij het nieuwe volk van God horen en Hem dienen in de tempel.
Of terwijl: ze zijn Gods rust in gegaan. Gods rijk van vrede en hebben de directe band met God gevonden. Door Jezus ontdekt wat hun bron is van heel hun levens. God zelf die hen al het leven geeft en Hem komt de eer toe. Volgens mij lijkt dat op een bepaalde hartstochtelijke liefde ervaren tot je geliefde. De bruid en de bruidegom. Dat is de eer voor Hem. In die liefde van een kind tot zijn vader of een bruid tot de bruidegom. Het lijken me allemaal beelden waar wel waarheid in schuil gaat.