Re: Bijbelboek Openbaring

[Gaitema]

Ik doe het even op een nieuwe manier:

Openbaring 9

9
1 Toen blies de vijfde engel op zijn bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde was gevallen. Hij kreeg de sleutel van de put naar de onderaardse diepte. 2 Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put.

De ster die uit de hemel valt, daarover lees ik niets in mijn naslagwerk. Ik vond wel op internet het volgende:
Sterren beelden soms engelen af, net zoals Jezus zich een morgenster noemt:
Uit de hemel ‘gevallen’ betekent logisch geredeneerd uit de hemel ‘geworpen’ worden.
bron: http://www.dojc.nl/?p=1817
Dan kan ik hieruit de conclusie trekken dat er een engel uit de hemel geworpen is in vers één (het onderstreepte) en dat hij de sleutel kreeg. Een demon dus. De duivel zelf kan dat zijn.

3 Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. 4 Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen. 5 Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen, vijf maanden lang; die mensen zouden pijn moeten lijden alsof ze door een schorpioen gestoken waren. 6 Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg.
7 Zo zagen die sprinkhanen eruit: ze leken op paarden die waren toegerust voor de strijd, met op hun hoofd een soort goudachtige krans en met een gezicht als dat van een mens. 8 Hun haar was lang als het haar van een vrouw, hun tanden waren als leeuwentanden. 9 Hun borst leek een pantser van ijzer. Hun vleugels maakten een geluid als het geratel van talloze wagens die ten strijde trekken. 10 Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang. 11 Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon.

De sprinkhanen uit vers 3 staat voor demonische machten volgens het handboek. Dienaren van de engel des afgronds,Abaddon/Apollyon (vers 11). Die worden los gelaten.
Het doel van deze demonen is de mensen, maar ze hebben geen macht over hen die bij God horen. Ze krijgen ook een beperkte periode (zie vers 5, onderstreept). Sprinkhanen leven gemiddeld ook 5 maanden.

12 Het eerste wee is voorbij, maar er komen er nog twee!

13 Toen blies de zesde engel op zijn bazuin. Uit de vier horens van het gouden altaar dat voor God staat, hoorde ik een stem 14 die tegen de zesde engel met de bazuin zei: ‘Maak de vier engelen los die bij de grote rivier de Eufraat gevangenzitten.’ 15 De vier engelen werden losgemaakt; ze waren gereedgehouden om juist op dit uur van deze dag, in deze maand van dit jaar, een derde deel van de mensen te doden. 16 Het aantal ruiters van de bereden troepen – ik hoorde hoeveel het er waren – bedroeg tienduizend maal tienduizenden. 17 Zo zagen de paarden en de ruiters in het visioen eruit: hun borstpantsers waren vuurrood, violet en zwavelgeel; de hoofden van de paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun mond kwamen vuur, rook en zwavel. 18 Een derde deel van de mensen werd gedood door deze drie plagen, het vuur, de rook en de zwavel die uit hun mond kwamen. 19 Want de kracht van de paarden zat in hun mond en in hun staart. Die staarten hadden koppen en leken net slangen; daarmee richtten ze onheil aan. 20 Maar de andere mensen, die deze plagen overleefden, keerden zich niet af van hun zelfgemaakte goden. Ze bleven die goden aanbidden en de beelden van goud, zilver, brons, steen en hout, die niet kunnen horen of zien en zich niet kunnen verroeren. 21 Evenmin braken ze met hun leven van moord en toverij, van ontucht en diefstal.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

De engelen die met hun legerscharen los worden gelaten hebben wel de macht om binnen bepaalde grenzen mensen te doden. Toch bekeren ze zich niet, ondanks deze dreigingen die bedoeld zijn om hen tot inkeer te laten komen.


mijn conclusie:
deze plagen dienen allemaal om mensen tot inkeer te laten brengen. Wij leren hieruit wat Gods doel is met ons. Inkeer.

[Adinomis]

Een kleine getuigenis. Op mijn veertiende werd ik in elkaar geschopt door een jongen die ook later in de gevangenis kwam om een ander voorval elders. Hij sloeg me destijds met een skateboard van de fiets af. Gaf me een knietje in mijn maag, waardoor in voorover gebukt kwam te staan. Vervolgens een knietje in mijn gezicht, waardoor ik achterover kwam te vallen. Eenmaal op de grond trapte hij mijn gezicht in elkaar. Waarom? Omdat ik een half jaar ervoor het zat was dat twee jongens om beurten op mijn schooltas stond te springen in een prullenbak. Ik greep in. Eén van de twee schakelde dus nu deze jongen in om mij in elkaar te trappen. Deze jongen die mij in elkaar trapte kwam echter op zijn 28ste tot bekering (5 jaar geleden nu) en vroeg me ook in mijn kerk persoonlijk om vergeving. Zijn broertje ging immers bij ons als spreker voor (al heel lang christen) en hij kwam met zijn broertje mee. Ik ken nu ook zijn verhaal. Als kind verloor hij zijn vader en daarmee kon hij niet om gaan. Erdoor raakte hij gefrustreerd op alles en iedereen en kwam met verkeerde vrienden in aanraking.
zijn moeder geloofde al jaren dat hij zou bekeren, dat zei ze me eens enkele jaren voor zijn bekering. Ik geloofde haar niet. Hoe kon zo iemand nu bekeren? Maar het gebeurde!

We kunnen het beste bidden voor het verlorene, dat ze bevrijd worden uit de slavernij van de duisternis en het Licht mogen zien.

Je hebt dit verhaal al eens eerder verteld. Het is een erg mooi getuigenis. Het is inderdaad goed om in deze genadetijd te bidden voor mensen die dreigen verloren te gaan. Om te bidden voor je vijanden.
Nu kan het nog!
In Openbaringen lees je wel iedere keer dat, ondanks de oordelen waardoor ze getroffen worden, de mensen zich niet bekeerden. Verder kunnen de vervolgingen voor de gelovigen wel zo intens zwaar zijn en voortkomen uit een grondeloze haat naar God, dat er om wraak gebeden wordt. Je ziet dat vaak in de periode van het oude testament. Dat waren ook de gebeden van de zielen onder het altaar. God zal oordelen en recht doen. We mogen zelf ook zeker geen wraak nemen en moeten het aan God overlaten. Rom. 8:19. Het vergeven van de vijanden is een bovennatuurlijke genade.

1Petrus 2:21-23 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; (22) die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; (23) die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt…”

[Gaitema]

Dat is de kunst. Om beheerst te blijven.
Dit verhaal kon ik niet nalaten nog eens te vertellen, want het is zo'n getuigenis, die jongen. Dat wat die deed en zijn bekering + vragen om vergeving.
Ik had het verhaal verteld voor een paar weken terug in onze gemeente (in een jeugdruimte voor 60 jonge mensen/gezinnen)
Net liep ik in een optocht mee. Voorop liep ik met de stille trom de dodenmars te spelen.
Na de tijd zei een meisje uit onze gemeente die toen ook in de dienst was nog dat ze het een heel mooi verhaal vond. Ze was vroeger ook gepest.
Nu moest ik net weer aan de woorden van de bijbel denken: "vertel het aan de mensen, nu het nog kan. Voor dat de oren van de mensen te verwend zijn en het niet meer kunnen horen."
Die drijfveer moeten we hebben. Laten we het ze vertellen, nu het nog kan. Er zijn nog mensen die het kunnen horen. Dat getuigde voor mij deze jonge tiener ook die me vandaag er over aansprak.
Ze zijn er nog. Gods kinderen

[Adinomis]

Ik doe het even op een nieuwe manier:

Openbaring 9

9
1 Toen blies de vijfde engel op zijn bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde was gevallen. Hij kreeg de sleutel van de put naar de onderaardse diepte. 2 Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put.

De ster die uit de hemel valt, daarover lees ik niets in mijn naslagwerk. Ik vond wel op internet het volgende:
Sterren beelden soms engelen af, net zoals Jezus zich een morgenster noemt:
Uit de hemel ‘gevallen’ betekent logisch geredeneerd uit de hemel ‘geworpen’ worden.
bron: http://www.dojc.nl/?p=1817
Dan kan ik hieruit de conclusie trekken dat er een engel uit de hemel geworpen is in vers één (het onderstreepte) en dat hij de sleutel kreeg. Een demon dus. De duivel zelf kan dat zijn.

Johannes ziet de ster niet uit de hemel vallen, maar ziet de uit de hemel gevallen ster. In het Grieks wordt de verleden gebruikt (heb ik gelezen).
Het kan inderdaad een gevallen engel zijn, mogelijk zelfs Lucifer, de ster die bij God was, de zoon van de dageraad, die in zijn hart overlegde dat hij zich aan de Allerhoogste wilde gelijkstellen. Jes.14:12-14.
Hij wilde in het Paradijs ook de mensen verleiden om aan God gelijk te zijn. Waarschijnlijk is het dezelfde gebeurtenis die in Op.12:9 beschreven wordt: De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.

In Openbaring 8:10 en 11 is ook sprake van een ster die uit de hemel viel. Maar hierbij verwijzen de verklaringen naar kernwapens, de inslag van een komeet en de overeenkomst met de plaag van Egypte waarbij het water van de Nijl in bloed werd veranderd. Ik weet nog dat toen in 1986 de ramp met de kerncentrale in Tsjernobiel plaatsvond, dit door velen als een (voor)vervulling werd gezien van wat hier in de bijbel staat. Het Oekraïense woord voor Alsem is "Tsjornobiel".

3 Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. 4 Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen. 5 Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen, vijf maanden lang; die mensen zouden pijn moeten lijden alsof ze door een schorpioen gestoken waren. 6 Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg.
7 Zo zagen die sprinkhanen eruit: ze leken op paarden die waren toegerust voor de strijd, met op hun hoofd een soort goudachtige krans en met een gezicht als dat van een mens. 8 Hun haar was lang als het haar van een vrouw, hun tanden waren als leeuwentanden. 9 Hun borst leek een pantser van ijzer. Hun vleugels maakten een geluid als het geratel van talloze wagens die ten strijde trekken. 10 Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang. 11 Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon.

De sprinkhanen uit vers 3 staat voor demonische machten volgens het handboek. Dienaren van de engel des afgronds,Abaddon/Apollyon (vers 11). Die worden los gelaten.
Het doel van deze demonen is de mensen, maar ze hebben geen macht over hen die bij God horen. Ze krijgen ook een beperkte periode (zie vers 5, onderstreept). Sprinkhanen leven gemiddeld ook 5 maanden.

Ik zal even overnemen wat ds. Glashouwer hierover schrijft:

"Koppen van sprinkhanen lijken wel wat op paardenhoofden, en paarden waren in de oudheid de oorlogsmachines bij uitstek. Ze zijn metalig gepantserd en er steken sprieten uit. Moderne gevechtshelikopters zien er uit als grote insecten en de cabine aan de voorkant heeft wel wat van een sprinkhanenkop of een paardenhoofd of een lelijk mensengezicht. Het gedruis van de vleugels, de propellors, de rotors, de turbinemotoren is het gedruis, het gedaver van vele strijdwagens. Hun boordgeschut verspreidt dood en verderf. Met hun antennes houden ze contact met elkaar en met het opperbevel. Helikopters en straaljagers, condensstrepen trekkend als vrouwenhaar. Joël 1 en 2 gebruikt soortgelijke beelden bij de beschrijving van de dag des Heren. .... enz. enz"

12 Het eerste wee is voorbij, maar er komen er nog twee!

mijn conclusie:
deze plagen dienen allemaal om mensen tot inkeer te laten brengen. Wij leren hieruit wat Gods doel is met ons. Inkeer.

Ja, ze krijgen de gelegenheid, maar je leest hier in Openbaringen steeds: zij bekeerden zich niet. De maat van de boosheid is vol.

[Gaitema]

Ik doe het even op een nieuwe manier:

Openbaring 9

9
1 Toen blies de vijfde engel op zijn bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde was gevallen. Hij kreeg de sleutel van de put naar de onderaardse diepte. 2 Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put.

De ster die uit de hemel valt, daarover lees ik niets in mijn naslagwerk. Ik vond wel op internet het volgende:
Sterren beelden soms engelen af, net zoals Jezus zich een morgenster noemt:
Uit de hemel ‘gevallen’ betekent logisch geredeneerd uit de hemel ‘geworpen’ worden.
bron: http://www.dojc.nl/?p=1817
Dan kan ik hieruit de conclusie trekken dat er een engel uit de hemel geworpen is in vers één (het onderstreepte) en dat hij de sleutel kreeg. Een demon dus. De duivel zelf kan dat zijn.

Johannes ziet de ster niet uit de hemel vallen, maar ziet de uit de hemel gevallen ster. In het Grieks wordt de verleden gebruikt (heb ik gelezen).
Het kan inderdaad een gevallen engel zijn, mogelijk zelfs Lucifer, de ster die bij God was, de zoon van de dageraad, die in zijn hart overlegde dat hij zich aan de Allerhoogste wilde gelijkstellen. Jes.14:12-14.
Hij wilde in het Paradijs ook de mensen verleiden om aan God gelijk te zijn. Waarschijnlijk is het dezelfde gebeurtenis die in Op.12:9 beschreven wordt: De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.

Dank je voor deze toelichting. Zo is het wat beter verwoordt en ik ben het met je eens

In Openbaring 8:10 en 11 is ook sprake van een ster die uit de hemel viel. Maar hierbij verwijzen de verklaringen naar kernwapens, de inslag van een komeet en de overeenkomst met de plaag van Egypte waarbij het water van de Nijl in bloed werd veranderd. Ik weet nog dat toen in 1986 de ramp met de kerncentrale in Tsjernobiel plaatsvond, dit door velen als een (voor)vervulling werd gezien van wat hier in de bijbel staat. Het Oekraïense woord voor Alsem is "Tsjornobiel".

Ik zelf kan dit er niet overtuigd er uit halen en vind de vergelijkingen met wat er in het oude testament staat, die Sanne plaatste wel best aannemelijk.
Wel mooi dat je deze visie deelt.

3 Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. 4 Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen. 5 Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen, vijf maanden lang; die mensen zouden pijn moeten lijden alsof ze door een schorpioen gestoken waren. 6 Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg.
7 Zo zagen die sprinkhanen eruit: ze leken op paarden die waren toegerust voor de strijd, met op hun hoofd een soort goudachtige krans en met een gezicht als dat van een mens. 8 Hun haar was lang als het haar van een vrouw, hun tanden waren als leeuwentanden. 9 Hun borst leek een pantser van ijzer. Hun vleugels maakten een geluid als het geratel van talloze wagens die ten strijde trekken. 10 Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang. 11 Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon.

Ik zal even overnemen wat ds. Glashouwer hierover schrijft:

"Koppen van sprinkhanen lijken wel wat op paardenhoofden, en paarden waren in de oudheid de oorlogsmachines bij uitstek. Ze zijn metalig gepantserd en er steken sprieten uit. Moderne gevechtshelikopters zien er uit als grote insecten en de cabine aan de voorkant heeft wel wat van een sprinkhanenkop of een paardenhoofd of een lelijk mensengezicht. Het gedruis van de vleugels, de propellors, de rotors, de turbinemotoren is het gedruis, het gedaver van vele strijdwagens. Hun boordgeschut verspreidt dood en verderf.

Ik vind dit wel mooi gevonden, maar het kan niet kloppen, vanwege vers 4 en 5:

3 Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. 4 Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen. 5 Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen,

Ik houd het er op dat het toch demonische machten moeten zijn.

Ja, ze krijgen de gelegenheid, maar je leest hier in Openbaringen steeds: zij bekeerden zich niet. De maat van de boosheid is vol.

Dat klopt, maar waarschijnlijk wel enkelingen, denk ik. Waarom? Omdat elders in de bijbel beschreven wordt dat Jezus pas terug komt als de laatste mens zich tot Hem bekeerd heeft.
Hij wacht totdat het zo ver is. Maar zoals je met de grote massa het altijd zag en ziet: dat vindt het leven niet en bekeerd zich niet. Zo kijk ik er tegen aan.

[Sanne]

Omdat elders in de bijbel beschreven wordt dat Jezus pas terug komt als de laatste mens zich tot Hem bekeerd heeft.

Waar baseer je dat op?

[Sanne]

Ik houd het er op dat het toch demonische machten moeten zijn.

Ik heb deze uitleg meer gehoord. Maar als we Openbaring 9 vergelijken met de profetie in Joël 2 dan zouden we ook tot een andere conclusie kunnen komen. Joël beschrijft een plaag, waaronder een sprinkhanenplaag, die overeenkomt met die Johannes beschrijft. Vergelijk bijvoorbeeld Joël 2:4,5,7 (waar insekten worden vergeleken met paarden, een volk en mannen, voortstormend met het geluid van wagens) met Openbaring 9:7-9. En ook Joël 2:6,10 (waar de pijnlijke uitwerking van de insektenplaag wordt beschreven) met Openbaring 9:2,5. De plaag die door Joël wordt beschreven, zou veel pijn veroorzaken bij de Joden die afvallig waren geworden, maar ze zou er ook voor zorgen dat enkele Joden tot berouw zouden komen.
In Joël 2:11 staat over deze "insekten" dat het Gods leger is "dat zijn woord volbrengt". En vervolgens brengt Joël deze plaag in verband met Gods grote dag.

Nu haalt Petrus in Handelingen 2 de profetie uit Joël 2 aan. Dit was op het moment dat de heilige geest net was uitgestort. En de eerste christenen waren hierdoor in staat om over "de grote daden Gods" (2:11) te spreken. Sommigen reageerden gunstig op de prediking en hadden berouw, maar voor veel mensen waren de eerste christenen een plaag. Dat lees je bijvoorbeeld in Handelingen 17:5,6. Van christenen werd gezegd dat ze de hele wereld op zijn kop hadden gezet of in rep en roer brachten.
Nu kwam in de eerste eeuw Gods grote dag in 70 na Chr. toen de Romeinen Jeruzalem vernietigde. Degenen die hadden geluisterd naar Jezus raad en naar de boodschap van de eerste christenen, waren op tijd uit de stad gevlucht en werden gered. En zoals wel vaker met profetieën, is er ook nog een tweede vervulling. We wachten ook nu op Gods grote dag. Maar ook nu zal God niet iets doen voordat mensen in kennis zijn gesteld van zijn voornemen. En net als in de eerste eeuw komen sommigen tot berouw door het evangelisatiewerk. Maar veel anderen voelen zich erdoor gepijnigd.

[Gaitema]

Omdat elders in de bijbel beschreven wordt dat Jezus pas terug komt als de laatste mens zich tot Hem bekeerd heeft.

Waar baseer je dat op?

Lucas 21: 25-28


25 Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; 26 de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. 27 Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister. 28 Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Hier is helder te lezen dat er in ieder geval christenen op aarde zijn tijdens deze beangstigende gebeurtenissen, zoals we lezen in vers 28

2 Petrus 3:8-16


8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.
10 De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht. 11 Als dit allemaal op die manier te gronde gaat, hoe heilig en vroom moet u dan niet leven, 12 u die uitziet naar de dag van God en het aanbreken daarvan bespoedigt! Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op, en de elementen vatten vlam en smelten weg. 13 Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
14 Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door hem te worden aangetroffen. 15 Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is. Dat heeft ook onze geliefde broeder Paulus u geschreven met de wijsheid die hem is geschonken. 16 Hij schrijft dit overigens in alle brieven waarin hij dit onderwerp ter sprake brengt. Daarin staat een en ander dat moeilijk te begrijpen is en dat door onwetende en onstandvastige mensen, tot hun eigen ondergang, wordt verdraaid; dat doen ze trouwens ook met de overige geschriften.


Noot
(3:10) de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht – Andere handschriften lezen: ‘de aarde en alles wat daarop gedaan is zal platgebrand worden’.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling

Hier staat duidelijk wat de reden is waarom Jezus nog niet weer gekomen is.

[Gaitema]

Ik houd het er op dat het toch demonische machten moeten zijn.

Ik heb deze uitleg meer gehoord. Maar als we Openbaring 9 vergelijken met de profetie in Joël 2 dan zouden we ook tot een andere conclusie kunnen komen. Joël beschrijft een plaag, waaronder een sprinkhanenplaag, die overeenkomt met die Johannes beschrijft. Vergelijk bijvoorbeeld Joël 2:4,5,7 (waar insekten worden vergeleken met paarden, een volk en mannen, voortstormend met het geluid van wagens) met Openbaring 9:7-9. En ook Joël 2:6,10 (waar de pijnlijke uitwerking van de insektenplaag wordt beschreven) met Openbaring 9:2,5. De plaag die door Joël wordt beschreven, zou veel pijn veroorzaken bij de Joden die afvallig waren geworden, maar ze zou er ook voor zorgen dat enkele Joden tot berouw zouden komen.
In Joël 2:11 staat over deze "insekten" dat het Gods leger is "dat zijn woord volbrengt". En vervolgens brengt Joël deze plaag in verband met Gods grote dag.

Nu haalt Petrus in Handelingen 2 de profetie uit Joël 2 aan. Dit was op het moment dat de heilige geest net was uitgestort. En de eerste christenen waren hierdoor in staat om over "de grote daden Gods" (2:11) te spreken. Sommigen reageerden gunstig op de prediking en hadden berouw, maar voor veel mensen waren de eerste christenen een plaag. Dat lees je bijvoorbeeld in Handelingen 17:5,6. Van christenen werd gezegd dat ze de hele wereld op zijn kop hadden gezet of in rep en roer brachten.
Nu kwam in de eerste eeuw Gods grote dag in 70 na Chr. toen de Romeinen Jeruzalem vernietigde. Degenen die hadden geluisterd naar Jezus raad en naar de boodschap van de eerste christenen, waren op tijd uit de stad gevlucht en werden gered. En zoals wel vaker met profetieën, is er ook nog een tweede vervulling. We wachten ook nu op Gods grote dag. Maar ook nu zal God niet iets doen voordat mensen in kennis zijn gesteld van zijn voornemen. En net als in de eerste eeuw komen sommigen tot berouw door het evangelisatiewerk. Maar veel anderen voelen zich erdoor gepijnigd.

In Openbaring 9:1-3 kwam ik tot de conclusie dat we het hier te maken hebben met een gevallen engel die de put opent, waaruit rook komt. Daar komen de sprinkhanen ook uit.
In Joël 2 betreft het zoals ik het lees inderdaad Gods leger met een verterend vuur in de voor en achterhoede. Het hof van Eden ligt voor hen en de woestijn achter hen.
Ook zijn ze als paarden en wordt er gesproken over sprinkhanen als Gods leger die God op hen heeft afgestuurd. Donkere wolken die over het land heen dreven, staan er ook beschreven.

Nu kijk ik naar Openbaring 9 wat dus begint met een gevallen engel die een put opent.
Daarin lezen we in tegenstelling tot Joël 2:25 waaruit bleek dat de sprinkhanen de oogst had opgevreten, dat deze sprinkhanen van Openbaring planten, struiken en bomen ongemoeid moesten laten. Het lijkt hiermee bewust aan te geven dat het in tegenspraak is met het gebeuren uit Joël 2. Het betreft andere sprinkhanen.
Ter vergelijking van de twee gedeeltes:

(Openbaring 9: 3-4) Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. 4 Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten.

(Joël 2:25) Ik zal jullie schadeloos stellen voor de oogst van jaren die door al die zwermen sprinkhanen is opgevreten, door Mijn grote leger, dat Ik op jullie had afgestuurd.

Ook staat er dat ze de mensen die de zegel van God op hun voorhoofd hadden geen kwaad mochten doen. Kwaad doen ze dus. Gods leger doet geen kwaad, want het zal het kwaad met het goede overwinnen en niet met het kwade. Verder staat dat dit leger een koning heeft. Hun koning is een engel van de onderaardse diepte, niet God zelf tot tegenstelling van Joël 2. Klinkt als een duistere macht, net als de gevallen engel uit vers 1.

10 Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang. 11 Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon.

[Gaitema]

De duivel doet God na.

[Sanne]

Omdat elders in de bijbel beschreven wordt dat Jezus pas terug komt als de laatste mens zich tot Hem bekeerd heeft.

Waar baseer je dat op?

Lucas 21: 25-28

Hier is helder te lezen dat er in ieder geval christenen op aarde zijn tijdens deze beangstigende gebeurtenissen, zoals we lezen in vers 28

Ja, dat is wel een geruststelling. Zij kunnen hun hoofd a.h.w. omhoog heffen omdat ze weten dat hun bevrijding nabij is. In het parallelle verslag in Mattheüs 24 en 25 wordt nog meer informatie toegevoegd. Vanaf 25:31 lees je dat Jezus de schapen van de bokken gaat scheiden of de rechtvaardigen van de onrechtvaardigen.
De rechtvaardigen zullen het Koninkrijk beërven en voor eeuwig mogen leven, maar de onrechtvaardigen zullen voor eeuwig afgesneden worden. Dus op het moment dat Jezus als rechter op de troon gaat zitten, zijn er klaarblijkelijk ook "bokken". Niet iedereen zal bekeerd zijn.

2 Petrus 3:8-16


Hier staat duidelijk wat de reden is waarom Jezus nog niet weer gekomen is.

We kunnen inderdaad blij zijn dat God nog geduldig is. Veel mensen vragen zich af waarom God nog niet heeft ingegrepen. Maar dat is inderdaad omdat Hij niet wil dat er iemand verloren gaat. In Ezechiël 33 staat iets soortgelijks, namelijk dat Hij geen behagen heeft in de dood van de goddelozen. Maar dit wil niet zeggen dat er niemand verloren gaat. Zowel Jezus als Petrus maken de vergelijking met de dagen van Noach. Zie Mattheus 24:37-39. Jezus zegt hier dat velen in dagen van Noach helemaal opgingen in de dagelijkse dingen en geen acht sloegen op de tijd waarin zij leefden en het werk van Noach. Zij stopten a.h.w. hun kop in het zand. Tot de vloed kwam en ze werden weggevaagd. En dan zegt Jezus "zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn".

En in 2 Petrus 3:1-7 lezen we ook dat mensen in de eindtijd eenzelfde houding zullen hebben. Ze zullen spotten en zeggen dat er helemaal niets verandert. Maar ze vergeten dat er in het verleden ook al een oordeel is geweest. De "toenmalige wereld is verzwolgen door water, maar de tegenwoordige hemelen en aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen. "
Gelukkig is God geduldig en hoopt dat zoveel mogelijk mensen nog tot berouw komen. Je eigen ervaring die je hierboven een keer hebt opgeschreven, laat zien hoeveel vreugde het geeft als iemand oprecht spijt heeft van slecht gedrag en zich tot het goede keert.

Over het andere stukje in Openbaring 9 ga ik nog even studeren. Pittige stof!

[Gaitema]

Dat is het en ik leer zelf ook bij
Dank je voor deze heldere toelichting.
Het schapen en bokkenoordeel is voor mij ook heel wezenlijk een gedeelte geweest,
waardoor ik het christendom en Gods wil met ons beter leerde begrijpen.
Jezus is de weg naar Gods doel met ons. Leven uit liefde, zoals God liefde is.
Daarvoor hebben we de verzoenende weg en tevens de Liefde zelf van Jezus nodig.
Onze kruis opnemen en achter Hem aangaan.

[Sanne]

Hun koning is een engel van de onderaardse diepte, niet God zelf tot tegenstelling van Joël 2. Klinkt als een duistere macht, net als de gevallen engel uit vers 1.

Van de engel in Openbaring 9:1,2 wordt gezegd dat hij de sleutel van de afgrond heeft. Ook in Openbaring 20:1-3 komen we deze engel tegen. Deze engel bindt Satan en werpt hem in de afgrond. Dus deze "koning" kan niet Satan zelf zijn.

[Adinomis]

Hun koning is een engel van de onderaardse diepte, niet God zelf tot tegenstelling van Joël 2. Klinkt als een duistere macht, net als de gevallen engel uit vers 1.

Van de engel in Openbaring 9:1,2 wordt gezegd dat hij de sleutel van de afgrond heeft. Ook in Openbaring 20:1-3 komen we deze engel tegen. Deze engel bindt Satan en werpt hem in de afgrond. Dus deze "koning" kan niet Satan zelf zijn.

Ik vraag me af of het dezelfde engel is. In Openbaring 9 gaat het over een engel die uit de hemel gevallen is. Dat wijst erop dat deze engel onder het oordeel viel. Maar in Openbaring 20 lezen we over een engel die neerdaalde uit de hemel. Dat wijst erop dat deze engel met een opdracht van God naar de aarde ging. We gaan met Op. 20 op de gebeurtenissen vooruit. Maar de engel die in Op. 20 op aarde komt moet de draak, de oude slang grijpen. Mogelijk was deze de engel die in Op. 9 uit de hemel geworpen is, maar op aarde ongemoeid gelaten is. Hij zal worden gebonden en in de "Abyssos" de afgrond geworpen worden. Volgens Op. 20:4 zal hij daar 1000 jaar gevangen gehouden worden.

[Gaitema]

Daarbij lees ik in Openbaring 20 dat de engel die inderdaad neerdaalde de sleutel bij zich had, maar niet dat hij de engel van het dodenrijk was. Van Jezus Christus lezen wij ook dat Hij een sleutel heeft en Hij is niet de koning van het dodenrijk, maar van het Koninkrijk der hemelen, die van David:

4. Openbaring 3,7

Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: “Dit zegt hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft – wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen:

2. Jesaja 22,22

Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen.

[Gaitema]

Openbaring 10


De geopende boekrol
10
1 Ik zag een andere machtige engel uit de hemel neerdalen. Een wolk omhulde hem en de regenboog was om zijn hoofd. Zijn gezicht was als de zon en zijn benen waren als zuilen van vuur. 2 Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linkervoet op het land. 3 Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult, en daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen. 4 Ik wilde opschrijven wat ze gezegd hadden, maar een stem uit de hemel zei tegen mij: ‘Wat de zeven donderslagen gezegd hebben, moet je geheimhouden. Schrijf het niet op.’
5 Toen hief de engel die ik op de zee en het land zag staan, zijn rechterhand op naar de hemel. 6 Hij zwoer: ‘Zo waar de schepper van de hemel en alles wat daarin is, en van de aarde met alles wat daarop is, en de zee met alles wat daarin is, tot in eeuwigheid leeft: het is de hoogste tijd! 7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.’
8 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’ 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’ 10 Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. 11 Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap


Openbaring 11
De twee getuigen
11
1 Vervolgens kreeg ik een rietstengel als meetstok, met de opdracht: ‘Neem de maten op van Gods tempel en van het altaar, en tel degenen die God daar aanbidden. 2 De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen. 3 Ik zal mijn twee getuigen opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderdzestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed. 4 Zij zijn de twee olijfbomen en de twee lampenstandaards die voor de Heer van de wereld staan. 5 Als iemand hun kwaad wil doen, komt er vuur uit hun mond, dat hun vijanden verteert; op die manier zal iedereen die hun kwaad wil doen moeten sterven. 6 Zij hebben de macht om de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt zolang zij profeteren. Ook hebben ze de macht om water in bloed te veranderen. Verder kunnen ze de aarde treffen met alle mogelijke plagen, zo vaak ze maar willen. 7 Wanneer zij hun getuigenis hebben afgelegd, zal het beest dat uit de onderaardse diepte opstijgt de strijd met hen aanbinden, hen overwinnen en hen doden. 8 Dan liggen hun lijken op het plein van de grote stad die in figuurlijke zin Sodom of Egypte heet, de stad waar ook hun Heer gekruisigd is. 9 Gedurende drie-en-een-halve dag komen er mensen uit alle landen en volken, van elke stam en taal, om hun lijken te zien, en zij dulden niet dat ze begraven worden. 10 De mensen die op aarde leven juichen om de dood van de twee profeten, en opgetogen sturen ze elkaar geschenken, want die profeten waren een grote kwelling voor hen geweest.’
11 Maar toen de drie-en-een-halve dag voorbij waren, voer er een levensgeest uit God in hen en kwamen ze weer overeind. Iedereen die hen zag werd doodsbang. 12 Er klonk een luide stem uit de hemel, die tegen hen zei: ‘Kom hierboven.’ Toen stegen ze in de wolk op naar de hemel, voor het oog van hun vijanden. 13 Op dat moment kwam er een zware aardbeving, die een tiende deel van de stad verwoestte. Zevenduizend mensen werden door de aardbeving gedood, de rest werd door vrees bevangen en begon de God van de hemel eer te bewijzen.
14 Het tweede wee is voorbij, maar het derde volgt binnenkort!

[Gaitema]

Uitleg vanuit het handboek bij Openbaring 10 t/m 11:14:

Er is een pauze tussen de zesde en zevende bazuin, zoals ook tussen de zesde en zevende zegel. God stelt zijn laatste oordeel uit, maar niet voor altijd (6-7). Een andere machtige engel (zoals in 5:1), schitterend en glorieus, brengt Johannes een open boekrol. Deze bevat een boodschap voor de wereld - de engel staat op het land en op de zee. Gods woord is bitterzoet (9). De gelovige proeft de zoetheid (zie Jeremia 15:16; Ezechiël 3:1-3), maar Johannes wordt misselijk door de bittere boodschap die hij bekend moet maken aan de genen die God weerstaan.
11:1-14 heeft grote overeenkomst met de joodse apocalyptische geschriften (een tekst van Qumran bijvoorbeeld, betreft het afmeten van het nieuwe Jeruzalem) en is erg moeilijk te begrijpen. De symbolen zie je ook in Ezechiël 40-41 (het afmeten van de Tempel) en Zacharia 4 (de olijfbomen). Het afmeten wijst op Gods bescherming en zorg over de mensen.


De twee olijfbomen vertegenwoordigen de gemeente van God (al Gods kinderen) die trouw blijven voor altijd.

ps. in het boek staat Gods kerk. Verder staat er dat de wet van het oude testament vereiste dat je voor een goede bewijsvoering ten minste twee getuigen moet hebben. Deuteronomium 19:15. Ik denk dat de twee olijfbomen de twee getuigen voorstellen die getuigen namens al Gods kinderen (onder joden en niet-joden).

Titus 2: 14 die Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken.

De strijd tegen Gods volgelingen wordt gevoerd door de anti-God legers van het demonische 'beest', die de macht hebben te doden en te onteren, maar niet om te vernietigen en hun overwinning te voorkomen.

>Tweeënveertig maanden (11:2) komt overeen met 1260 dagen (3) en "een tijd(één jaar), tijden (twee jaar) en een halve tijd (6 maanden)" (12:14). Dit kan zijn ontleend aan de duur van de tirannie van de Syrische koning Antiochus Epiphanes in Jeruzalem, die begon in 168 voor Christus of aan de 42 kampementen van Israël in de woestijn. Maar de precieze lengte van het proces is minder belangrijk dan het feit dat God een bepaalde limiet heeft gesteld.
>Sodom en Egypte (11:8) Bijnamen voor kwaad en onderdrukking. De slotzin suggereert Jeruzalem, maar het is aannemelijker dat de "grote stad", zowel hier als verderop in het boek, staat voor de stad van de opstandige mensheid, aldus dit boek.

Ik moest zelf denken aan de bijbelse woorden: "o Jeruzalem, dat zijn profeten doodt!"
Ik zie hierin het beeld weer van het kwaad dat de inwoners van Jeruzalem in beslag heeft genomen en tot een Babylon, een Egyptische slavernij en een Sodom heeft gemaakt.


CONCLUSIE :
Er wordt nog getuigd voor het grote laatste oordeel. Twee getuigen getuigen bewust om een bewijslast aan te voeren.
De wereld kan nog steeds tot inkeer komen, maar de opstand neemt echter alleen maar toe.
Ze moeten het ook met de dood bekopen, maar ook dan beschermd God zijn kinderen en zorgt voor hen.

[Adinomis]

Eerst even een korte reactie. Het gaat in dit bijbelgedeelte over Jeruzalem: de stad die Sodom of Egypte heet, de stad waar ook hun Heer gekruisigd is. De benaming "Sodom en Egypte" duidt erop dat het een goddeloze stad is.
Jeruzalem speelt in de bijbel een heel bijzondere rol. We horen er in Genesis al van, waar we lezen over Melchizedek de koning van Salem. Deze koning was het beeld van Christus (mogelijk was het Christus zelf). Ik hoorde vandaag een Messiaanse Jood (Reuven Berger) uit Jeruzalem hierover. Salem betekent: vrede, volheid. voltooiing, vervulling, perfectie. En bij een andere toonzetting van de medeklinkers ook nog: "er is voor betaald". 1 Kon.11:36 Jeruzalem, de stad die Ik Mij verkoren heb om mijn naam daar te vestigen. De naam van deze stad is voor eeuwig met God verbonden.

En toch..... Sodom of Egypte. (Op.11:8) Satan denkt dat hij die stad wel aan Gods plannen kan onttrekken. Hij probeert dat met alle macht. Want hij wil voorkomen dat Jezus zich in Jeruzalem als Koning zal manifesteren. En dan komen er twee getuigen, twee profeten, twee Messias belijdende Joden die in Jeruzalem zullen sterven, net als hun Heer.

Er moet wel een geweldige doorbraak komen, door God bewerkt.

[Gaitema]

Die opleving door wat er gebeurt met de twee getuigen vind ik ook bijzonder om te lezen.
Ik weet ook niet hoe ik dat lezen moet, of het allemaal oprecht is dat ze opeens God de eer geven of door angst in gegeven.
Het lijkt allemaal in het middel te blijven. Hoe dan ook geloof ik wel dat er door dergelijke gebeurtenissen wel mensen echt wakker geschud worden
en wel serieus Jezus willen volgen. Of dat bij iedereen even zo oprecht is, is me eigenlijk een raadsel bij het lezen van dit stuk.

[Gaitema]

Adinomis: ik vind het trouwens mooi wat je hier schrijft.
Ik kan me er helemaal in vinden.

[Sanne]

De geopende boekrol
10
7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.’
8 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’ 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’ 10 Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. 11 Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Openbaring 11

14 Het tweede wee is voorbij, maar het derde volgt binnenkort!

Het "heilige geheim" of "Gods geheim" zal niet altijd een geheim blijven. Het zal tot een einde worden gebracht of "werkelijkheid" worden. Door de hele Bijbel heen, ontdek je dat er steeds een tipje van de sluier wordt opgelicht. In de eerste plaats heeft dit geheim met Jezus Christus te maken. In Efeziërs 3: 4 spreekt Paulus over "het geheim van Christus". Jezus is immers het beloofde zaad in de eerste profetie in Genesis 3:15. Eerst werd aan Abraham beloofd dat het beloofde zaad via hem zou komen. Later wordt o.a. ook duidelijk dat het zaad een zoon van David zou zijn.
En in Paulus brief aan de Galaten wordt er nog aan toegevoegd dat degenen die Christus toebehoren ook tot het beloofde zaad horen. - Zie Galaten 3:29.

Het "geheim" heeft ook met Gods Koninkrijk te maken. Jezus zelf spreekt in Markus 4:11 over het "geheim van het Koninkrijk Gods". Het was het thema van zijn prediking: "het evangelie van het Koninkrijk Gods". Nu betekent "evangelie" goed nieuws. Toch wordt hier in Openbaring het uitbazuinen van het goede nieuws dat het geheim van God werkelijkheid wordt, in verband gebracht met een "wee". Dat het Koninkrijk is opgericht en ook over de aarde zal gaan regeren, is namelijk niet voor iedereen goed nieuws. Voor degenen die de voorkeur geven aan de wereld zoals hij nu is, bestuurd door Satan en van wie je zelf mag bepalen wat goed en kwaad is, is het slecht nieuws. Gods Koninkrijk zal namelijk een einde maken aan alle aardse koninkrijken en aan allen die daar hun steun aan geven. - Zie Daniël 2:44.
Jezus zelf en zijn mederegeerders zullen over de aarde regeren. Daar is dan alleen plaats voor degenen die onder Gods bestuur willen leven.

De verschillende reacties op de boodschap wordt ook treffend omschreven door Paulus in 2 Korinthiërs 2:15,16. Voor God zelf en degenen die de boodschap aanvaarden, is het een aangename geur. Voor degenen die de boodschap afwijzen is het a.h.w. een "doodslucht". Voor die laatsten is de bekendmaking van het goede nieuws van het koninkrijk echt een "wee".

[Hendrik-NG]

De geopende boekrol
10
7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.’
8 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’ 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’ 10 Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. 11 Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Openbaring 11

14 Het tweede wee is voorbij, maar het derde volgt binnenkort!

Het "heilige geheim" of "Gods geheim" zal niet altijd een geheim blijven. Het zal tot een einde worden gebracht of "werkelijkheid" worden. Door de hele Bijbel heen, ontdek je dat er steeds een tipje van de sluier wordt opgelicht. In de eerste plaats heeft dit geheim met Jezus Christus te maken. In Efeziërs 3: 4 spreekt Paulus over "het geheim van Christus". Jezus is immers het beloofde zaad in de eerste profetie in Genesis 3:15. Eerst werd aan Abraham beloofd dat het beloofde zaad via hem zou komen. Later wordt o.a. ook duidelijk dat het zaad een zoon van David zou zijn.
En in Paulus brief aan de Galaten wordt er nog aan toegevoegd dat degenen die Christus toebehoren ook tot het beloofde zaad horen. - Zie Galaten 3:29.

Het "geheim" heeft ook met Gods Koninkrijk te maken. Jezus zelf spreekt in Markus 4:11 over het "geheim van het Koninkrijk Gods". Het was het thema van zijn prediking: "het evangelie van het Koninkrijk Gods". Nu betekent "evangelie" goed nieuws. Toch wordt hier in Openbaring het uitbazuinen van het goede nieuws dat het geheim van God werkelijkheid wordt, in verband gebracht met een "wee". Dat het Koninkrijk is opgericht en ook over de aarde zal gaan regeren, is namelijk niet voor iedereen goed nieuws. Voor degenen die de voorkeur geven aan de wereld zoals hij nu is, bestuurd door Satan en van wie je zelf mag bepalen wat goed en kwaad is, is het slecht nieuws. Gods Koninkrijk zal namelijk een einde maken aan alle aardse koninkrijken en aan allen die daar hun steun aan geven. - Zie Daniël 2:44.
Jezus zelf en zijn mederegeerders zullen over de aarde regeren. Daar is dan alleen plaats voor degenen die onder Gods bestuur willen leven.

Ik vraag me meer en meer af of de term "regeren" in de geschetste situatie wel een juist woord is. In dat woord zit namelijk de betekenis gebakken van "bedwingen, beheersen, gezag uitoefenen, heersen, heerschappij voeren, overheersen".

Wat valt er te heersen (welke macht kan men nog uitoefenen) in een situatie dat volkomen helder is wie die macht heeft...? Die Macht is...??

Op het moment dat er nog macht "moet" worden uitgeoefend geldt m.i. nog steeds het "maar het is nog niet het τέλος (einde/einddoel)" van Mat 24:6... Dan is Gods Woord dat over de aarde uitgaat nog niet "tot vervulling gebracht" (Mat 5:17).


Ik denk dan ook niet zozeer dat dat geheim (waar de Apokalyps over spreekt) slechts met Jezus Christus te maken heeft, maar dat de Zoon dat geheim is (zie Kol 2:2)... En dat Gods Koninkrijk te maken heeft met het "tot vervulling komen van de Zoon in de schepping". Zoals het was "in den beginne" (Kol 1:16-17) en "nu" (Kol 1:13) en "eeuwig" (Kol 1:18-19).

In het "ga 'vandaag' binnen in Gods rust" van Hebr 4:7 ligt het "begin" (in Christus dus - Kol 1:18) van onze eeuwigheid: want "Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon"... "Vandaag"...

Maar de Laatste Bazuin klinkt op het moment dat de laatste "uitverkorene" over de Weg "tot Gods Rust is ingegaan". Daarna zijn er geen "weerspannigen" meer over die Streep te trekken.

Immers:

Openb 11:18 De volken raasden in woede, maar nu laat u uw woede razen. De tijd is gekomen om een oordeel te vellen over de doden; en om uw dienaren, de profeten, te belonen, evenals de heiligen en degenen die, jong en oud, ontzag hebben voor uw naam; en ook om hen die de aarde vernietigen nu zelf te vernietigen.

Het uitoefenen van macht door onze Koning heeft dus als doel om mensen "te winnen voor het Koninkrijk" en - ten laatste - om "resterende machten te (doen) breken op Gods Woord". En dan zal het zijn:
"God is alles in allen" (1 Kor 15:18) (en niet "God over alles en allen zal regeren", zoals de NBV volgens mij onterecht "vertaald" - want het woord regeren wordt daar in de grondtekst helemaal niet gebruikt). Daar staat: ἵνα ᾖ ὁ θεὸς πάντα ἐν πᾶσιν - "opdat God zal zijn alles in allen"... God regeert dan niet - Hij is alles in allen... Zoals Hij dat ook al was in den beginne en nu en eeuwig (Kol 1), maar pas dan zien wij dat ook in alles en allen tot uiting komen...

God spreekt zijn woorden immers tot zijn schepselen... Wij zijn het die moeten gaan (in)zien dat God de bron van leven is, en "alles in allen"... En onze "eigengerichtheid" moeten (doen) opgeven.

[Adinomis]

Het "heilige geheim" of "Gods geheim" zal niet altijd een geheim blijven. Het zal tot een einde worden gebracht of "werkelijkheid" worden. Door de hele Bijbel heen, ontdek je dat er steeds een tipje van de sluier wordt opgelicht. In de eerste plaats heeft dit geheim met Jezus Christus te maken. In Efeziërs 3: 4 spreekt Paulus over "het geheim van Christus". Jezus is immers het beloofde zaad in de eerste profetie in Genesis 3:15. Eerst werd aan Abraham beloofd dat het beloofde zaad via hem zou komen. Later wordt o.a. ook duidelijk dat het zaad een zoon van David zou zijn.
En in Paulus brief aan de Galaten wordt er nog aan toegevoegd dat degenen die Christus toebehoren ook tot het beloofde zaad horen. - Zie Galaten 3:29.

Dit lijkt me een goede uitleg, wat ook wel door Hendrik NG bevestigd wordt met:

Ik denk dan ook niet zozeer dat dat geheim (waar de Apokalyps over spreekt) slechts met Jezus Christus te maken heeft, maar dat de Zoon dat geheim is (zie Kol 2:2)... En dat Gods Koninkrijk te maken heeft met het "tot vervulling komen van de Zoon in de schepping". Zoals het was "in den beginne" (Kol 1:16-17) en "nu" (Kol 1:13) en "eeuwig" (Kol 1:18-19).

Ik wil nog even wat toevoegen uit het boek van ds. Glashouwer (ZHK blz,173): "In de Griekse grondtekst staat: het mysterie zal voleindigd zijn, zoals dat door zijn knechten, de profeten 'als goede boodschap', evangelie is bekend gemaakt, van het werkwoord 'euangelidzoo'." Dit geheimenis is Jezus Christus, maar ik geloof dat ook het Lichaam van Christus daarbij geopenbaard gaat worden.

Ik moet daarbij denken aan Ef. 1:3-14 . In vers 10 van dit gedeelte gaat het ook over een geheimenis. Het verlossingsplan was eerst een gesloten boek. Er was wel de belofte, waaraan Sanne ook refereert, dat 'in uw zaad alle volken gezegend zouden worden'. Sanne zegt ook dat degenen die Christus toebehoren daaraan toegevoegd zouden worden vlg. Gal. 3:29. Maar wat en hoe dat wist men nog niet, het was nog verborgen. Maar nu, in het nieuwe verbond heeft God de inhoud van dat besluit (inzake het beheer van de schepping, in de volheid der tijden) aan ons bekend gemaakt, zegt Paulus. Dat heeft te maken met de Gemeente van Christus die toen is ontstaan. Die komt nu in dit gedeelte van Openbaring tot voltooiing.

[Jerommel]

(off-topic)
Ik ontwijk dit topic, omdat ik al eerder mijn hoofd heb overbelast met Openbaring..
Ik kwam er niet uit.
Hen die beweren van wel, zijn het ook niet met elkaar eens...
Maar ik probeer moed te verzamelen, want het is erg interessant.
Eh.. nou doei.

[Sanne]

Wat valt er te heersen (welke macht kan men nog uitoefenen) in een situatie dat volkomen helder is wie die macht heeft...? Die Macht is...??

Het woord Koninkrijk op zich, maakt natuurlijk al veel duidelijk. Nederland is ook een koninkrijk. Er is een koning, er is een regering en er zijn onderdanen. Gods koninkrijk is ook een regering. En het zal de aardse regeringen vervangen, wat blijkt uit Daniël 2:44 , die ik hierboven heb aangehaald. Toen Gabriël aan Maria kwam vertellen dat ze zwanger zou worden van Jezus, zei hij: "Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid". - Lukas 1:33.
En hij zal niet alleen regeren. Dat blijkt uit Openbaring 5:9,10 waar over Jezus wordt gezegd: "gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want gij zijt geslacht en gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde".

Ik krijg er ook geen naar gevoel bij dat Jezus en degenen die hem toebehoren, gaan regeren. Toen Jezus op aarde was toonde hij waartoe hij in staat was; hij kon doden opwekken, zieken genezen, stormen tot bedaren brengen, mensen voeden. Als de aarde en de mensheid erop weer tot volmaaktheid gebracht zal worden, zal er behoefte zijn aan goede leiding. We denken soms wel eens wat van onszelf, maar we weten toch niet precies hoe we op een verantwoordde manier met deze aarde om moeten gaan. Het lijkt mij geweldig om onder Gods koninkrijk te mogen leven.