https://geloofenwetenschap.nl/waarom-wi ... -op-klink/
Stelling Klink:In dit tweeluik geven atheïst Bart Klink en theïst Emanuel Rutten elk hun visie op de relatie tussen ons brein en onze geest, ons ‘ik’. Zijn wij ons brein?
Het beroemde dualisme van Plato. Ik ben niet mijn lichaam, ik ben de geest.Dit idee dat lichaam en geest wezenlijk anders zijn, wordt dualisme genoemd.
Om vast te stellen dat je de geest bent moet het los van het lichaam kunnen bestaan.De meest rigoureuze vorm hiervan is substantiedualisme, wat inhoudt dat het geestelijke (mentale) en het stoffelijke (brein, lichaam) onafhankelijk van elkaar zijn en dus ook los van elkaar kunnen bestaan, wat nodig is voor het bestaan van de ziel.
Substantiedualisme en eigenschapsdualisme kunnen natuurlijk ook naast elkaar bestaan. In het dagdagelijkse leven als eigenschapsdualisme en 'ten diepste' (Plato) als substantiedualisme.Er is echter een subtielere vorm van dualisme, waarbij lichaam en geest niet als onafhankelijk van elkaar gezien worden, maar toch wezenlijk anders zijn. Bij dit eigenschapsdualisme worden twee verschillende eigenschappen onderscheiden van dezelfde (fysieke) substantie: het mentale (de geest) is niet te reduceren tot het fysieke (brein), maar daar wel een eigenschap van.
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat "das Ding für Mich" een illusie is. Daarmee wil ik niet zeggen dat het niet bestaat, maar dat het niet is wat het lijkt.Dat ons geestelijk leven gereduceerd kan worden tot hersenfunctie, betekent niet dat het niet bestaat (eliminatie). Wat wel geëlimineerd kan worden, is de manier waarop we gewoonlijk denken en praten over het mentale, onze ‘volkspsychologie’ dus. Het gaat dus om eliminatie van concepten als een onstoffelijke geest, niet om eliminatie van bijvoorbeeld ervaringen. Een verwant misverstand gaat over het illusionisme, het idee dat bewustzijn een illusie is. Daniel Dennett is al decennia een bekende verdediger van dit idee. Wanneer mensen als Dennett beweren dat bewustzijn een illusie is, zegen ze niet dat bewustzijn niet bestaat, maar dat het niet is wat het lijkt. Het is een psychologisch vraagstuk waar deze illusie vandaan komt.
Dan is het een kwestie van kennis hoe deze illusie in onze psyche ontstaat.
Hier vliegt Klink uit de bocht. Een mentale toestand als bewustzijn bezit geen massa, volume, dichtheid en ruimtelijke vorm. Dat is vast te stellen niet op grond van intuïtie , maar in de praktijk. Bewustzijn is 'dat' wat zich bewust is van al mijn gedachten, acties, gemoedstoestanden etc zonder er zelf 'aangedaan' door te zijn. Wat het verschil is tussen bewustzijn en de denker/doener.De dualist veronderstelt immers op grond van zijn intuïtie dat mentale toestanden geen massa, volume, dichtheid en ruimtelijke vorm hebben, en dat dit dus geen hersentoestanden kunnen zijn. Het is echter precies deze intuïtieve veronderstelling die de dualist moet rechtvaardigen. Immers, alleen als die veronderstelling waar is, is het dualisme gerechtvaardigd. Maar als we deze veronderstelling verwerpen – en dat is precies wat de reductionist doet – komt dit argument niet van de grond.
Zo zie je maar weer dat als je al eerder foutieve veronderstellingen doet, dat Ockhams scheermes ook niet werkt. Klink gaat uit van intuïtie , maar dat hoeft niet het geval te zijn. Hij veronderstelt een extra entiteit, doch dat is niet het geval. Bewustzijn is geen extra entiteit, het is juist de identiteit die de (illusionaire) extra entiteit is.Zijn er nog andere argumenten voor het dualisme te geven, naast de ondermijnde intuïtie? Zo’n argument is dat neurowetenschappelijk onderzoek weliswaar laat zien dat mentale veranderingen perfect correleren met veranderingen in het brein, maar dat correlatie geen identiteit hoeft te zijn. Het probleem hiermee is dat een perfecte correlatie niet van identiteit te onderscheiden is. Het is een ontoetsbare claim die bovendien een extra entiteit (het mentale) veronderstelt. Identiteit is een (ontologisch) simpelere verklaring en verdient daarom de voorkeur (Ockhams scheermes).
Als atheïst heeft Klink toegewerkt naar de eindconclusie: Het bestaan van God als de Ultieme Geest is onwaarschijnlijk.De identiteitstheorie, die het bewustzijn ziet als een hersentoestand, blijft daarmee nog steeds de meest plausibele positie . Dit betekent ook dat het bestaan van de Ultieme Geest – God – onwaarschijnlijker wordt.
Maar zijn eerdere vaststellingen waren al niet deugdelijk mijn inziens. Hij heeft geen 'bewijs' geleverd voor het niet-bestaan van God.