Het hele geloof wordt gezien als een poging om bij ongekende macht te communiceren om de eigen wil voor elkaar te krijgen. Eigenlijk zoals men bidden ziet, een smeekbede bij die macht om dingen voor elkaar te krijgen.
Nu kan ik niet uitsluiten dat voor sommigen het geloof daarop neerkomt, maar we kunnen ook tot een andere visie komen. Dat de “eigen wil” vergeten moet worden, en geloof dient om een hogere wil te dienen.
Wat is dan een hogere wil? Iets gedaan krijgen op zich onderscheidt zich niet van elkaar in hoger en lager.
De (eigen) wil streeft vooral naar iets bepaalds, een bezit, status, macht, gezondheid, voor zichzelf of anderen. Ik denk nu dat de hogere macht streeft naar iets onbepaalds.
Wat is dan streven naar iets onbepaalds tijdens het bidden? We zijn gedetermineerd binnen het bepaalde. Oorzaak en gevolg volgen elkaar fysisch op, en laten geen ruimte voor een andere afloop dan een bepaalde. Als rechtvaardige, met positief karma, zal je geen moeite hebben met de zekere afloop. Dan hoef je niet te bidden. Voor alle minder rechtvaardigen, met negatief karma, vraag je tijdens het bidden om een wonder. Je vraagt om het doorbreken van de zekere afloop, naar weer open mogelijkheden. Daartoe zoek je de hogere wil, die op het onbepaalde gericht is.
Maar helaas vooral met de (eigen) wil tot andere zekere afloop in plaats van permanente onbepaaldheid. Wil men een zekere afloop die positief is, zal men moeten veranderen naar rechtvaardige.
Wil men de hogere wil volgen, dan streeft men naar de constante kwantumtoestand van onbepaaldheid, waar de voortkomende bepaaldheden niet het doel zijn, maar juist het doel is om in kwantumonbepaaldheid te blijven. Niet te meten, zodat geen kwantumcollapses plaatsvinden.
Het echte bidden lijkt me dan ook een meditatie om verlost te worden van de wil naar bepaaldheden, in plaats van het streven naar zekere bepaaldheden.
Copilot vat samen:
Mijn reactie:Dit inzicht nodigt uit tot een herwaardering van de rol van bidden binnen het geloof. In plaats van het instrumenteel inzetten van gebed om een gewenste uitkomst af te dwingen, draait het volgens deze benadering juist om het loslaten van controle en het omarmen van onzekerheid. Dit vraagt om een houding van openheid en acceptatie, waarbij het niet langer gaat om het vervullen van persoonlijke verlangens, maar om het afstemmen op een werkelijkheid die groter is dan het individuele belang. Zo wordt bidden een oefening in bescheidenheid en vertrouwen, en minder een poging om het leven naar eigen hand te zetten.
Zullen normale mensen ooit kunnen begrijpen dat het in het leven niet gaat om te pogen het leven naar eigen hand te zetten?
Copilot:
Mijn tweede reactie:Of normale mensen ooit zullen begrijpen dat het niet draait om het leven naar eigen hand te zetten, is een complexe kwestie. Veel mensen zijn geneigd te streven naar controle en zekerheid, omdat dit veiligheid en houvast biedt in een onvoorspelbare wereld. Toch laten sommige ervaringen, zoals verlies, tegenslag of momenten van verwondering, mensen soms inzien dat volledige controle een illusie is. Voor wie bereid is open te staan voor deze inzichten, kan er langzaam een verschuiving plaatsvinden naar het accepteren van onzekerheid en het loslaten van de behoefte om alles zelf te sturen. Maar voor velen blijft het een uitdaging, omdat onze samenleving sterk gericht is op maakbaarheid en succes. Het vereist dus niet alleen persoonlijke groei, maar ook een bredere culturele verandering om tot dat besef te komen.
Hoe schat U in of dit inzicht van omarmen onbepaaldheid verlossend kan werken of juist niet? Ontneemt het ons misschien ook de noodzaak rechtvaardige te worden?
Copilot:
Het omarmen van onbepaaldheid kan voor velen inderdaad verlossend werken, omdat het de druk vermindert om voortdurend alles te willen beheersen of controleren. Door onzekerheid toe te laten, ontstaat er ruimte voor rust, acceptatie en zelfs verwondering over wat zich aandient. Tegelijkertijd betekent het loslaten van de drang naar bepaaldheid niet dat de noodzaak tot rechtvaardigheid verdwijnt. Integendeel, juist in het bewust omgaan met onzekerheid kan een diepere vorm van moreel besef ontstaan: niet handelen vanuit de zekerheid van het eigen gelijk, maar vanuit een open, zoekende houding die recht doet aan de complexiteit van het leven en de ander. Onbepaaldheid omarmen vraagt dus niet om passiviteit, maar om een andere manier van betrokkenheid, waarin rechtvaardigheid voortkomt uit bescheidenheid en aandacht, in plaats van uit het najagen van absolute controle of zekerheid.